Een voorbeeld van een oligopolistische markt: de supermarkten. Er zijn slechts een paar grote supermarkten die de markt domineren. Omdat er maar een paar supermarkten zijn, zijn de consumenten goed is staat om de aanbieders te vergelijken. Bovendien kunnen de concurrerende supermarkten elkaar goed in de gaten houden.
Ook kan het zijn dat er op bepaalde markten veel concurrentie is en op andere markten weinig tot geen. Hierdoor ontstaan er verschillende marktvormen: de volkomen concurrentie, monopolistische concurrentie, oligopolie en monopolie.
Voorbeelden. Voorbeelden van oligopolies zijn veel te vinden in de markten waarmee grote kapitalen of diepgaande kennis gemoeid is. Voorbeelden zijn de staalindustrie, het bankwezen, de computermarkt, de vliegtuigindustrie, de oliemarkt, energie, onderwijs, huisvesting, media, telefonie, supermarkten en internet.
Als gevolg van deze factoren bestaat er een groot aantal marktvormen, dit zijn: volledige mededinging, monopolistische concurrentie, homogeen oligopolie, heterogeen oligopolie en monopolie.
Bij een oligopolie is er sprake van een klein aantal aanbieders die op dezelfde markt hun producten of diensten aanbieden. De marktmacht ligt dan dus bij slechts een paar aanbieders. Hoe groot de marktmacht van een aanbieder is, kun je bepalen door te kijken hoe groot het marktaandeel van deze aanbieder is.
Wat zijn voorbeelden van een monopolie? We kennen in Nederland een aantal monopolies en in de meeste gevallen zijn dit staatsmonopolies, denk bijvoorbeeld aan Prorail, een bedrijf dat door de overheid beheerd wordt en verantwoordelijk is voor het beheer van de treinsporen in Nederland.
Een andere marktvorm is monopolie, hierbij is er 1 aanbieder en die beheerst tenminste 80% van de markt. Kenmerken van een monopolie zijn verder dat er veel vraag is en dat het product homogeen is. Een voorbeeld van een monopolie is NS, zij zijn de enige die reizen per trein aanbieden in Nederland.
Een voorbeeld van een monopolistische concurrentie is de televisiemarkt. Er zijn veel televisieproducenten, maar een paar grote. Deze hebben ieder hun kenmerken wat een bepaalde doelgroep aantrekt. Een ander voorbeeld is de cola markt met Coca Cola en Pepsi als grootste bedrijven.
Het monopolistische concurrentie beschrijft een gemeenschappelijke marktstructuur waarin bedrijven veel concurrenten hebben, maar elk een iets ander product verkopen. Veel kleine bedrijven opereren onder dit soort concurrentievoorwaarden tussen winkels, restaurants, hotels en zelfgemaakte producten (bv.
Er is sprake van de marktvorm monopolistische concurrentie als er veel aanbieders zijn die een heterogeen product aanbieden. Voorbeelden: kledingwinkels, restaurants en de markt van frisdrank.
In een oligopolie is slechts concurrentie tussen een klein aantal bedrijven. Er is sprake van veel marketing en reclame. Een voorbeeld is de markt voor smartphones. Deze wordt door slechts een handjevol bedrijven beïnvloedt, zoals Apple, Samsung, LG en Huawei.
Monopolie (wanneer er slechts één aanbieder actief is op de markt) Oligopolie (wanneer er slechts enkele aanbieders actief zijn die samen meer dan 80-85% marktaandeel hebben) Monopolistische concurrentie (wanneer er veel aanbieders actief zijn met een uniek maar makkelijk vervangbaar product)
De Europese markt is de grootste ter wereld met 500 miljoen consumenten in 28 lidstaten. Die markt moet durven inzetten op vernieuwing om nog sterker en concurrerender te worden. Lidstaten moeten belemmeringen wegnemen en regels moderniseren en versimpelen, zodat ze echt wérken voor burgers en bedrijven, overal.
Abstracte markt= het geheel van factoren dat de vraag naar en het aanbod van een product of dienst bepaalt. Het gaat dan om vraag naar en aanbod van één bepaald goed, bijvoorbeeld ede huizenmarkt, de arbeidsmarkt of de markt voor ruwe olie.
In een zuiver monopolie is er geen enkel alternatief. Is er niet één, maar zijn er enkele aanbieders van een bepaald product of dienst, dan spreekt men van een oligopolie. Is er, omgekeerd, sprake van één koper of afnemer van een product of dienst dan spreekt men van een monopsonie.
Biermarkt Nederland is een oligopolie volgens Olm bier
De grote brouwers werken nieuwkomers tegen en proberen hun eigen positie op allerlei manieren te beschermen. Volgens de Olm directeur is de Nederlandse biermarkt een oligopolie: meer dan 70% van de markt is in handen van vier grote spelers.
Volkomen concurrentie is een marktvorm die gekenmerkt wordt door een groot aantal vragers en aanbieders, homogene goederen, een transparante markt en vrije toe- en uittreding.
Pepsi is een koolzuurhoudende frisdrank die door PepsiCo wordt vervaardigd. Het is de belangrijkste concurrent van Coca-Cola in de frisdrankenmarkt.
is een marktvorm met weinig aanbieders (en veel vragers) en een homogeen product. Omdat homogene goederen bij het oligopolie weinig voorkomen zijn de meeste oligopolies heterogeen.
Bij een homogene oligopolie bieden aanbieders in de ogen van de consument allemaal hetzelfde product aan. Bij een heterogene oligopolie zit er in de ogen van de consumenten een verschil in de producten van de verschillende ondernemingen. Het is lastig om als nieuw bedrijf toe te treden op een markt met oligopolies.
Coca-Cola is not considered a monopoly because it does not have exclusive control over the market for carbonated beverages.
Monopolie en monopolistische concurrentie: bij de marktvormen monopolie en monopolistische concurrentie kan de producent zelf (deels) de prijs voor zijn product bepalen (prijszetter). De prijsafzetlijn van de producent heeft een dalend verloop en valt niet meer samen met de MO-lijn.
Feitelijk monopolie: er is sprake van een feitelijk monopolie als één bedrijf alle concurrenten uit de markt heeft gewerkt, met behulp van een technologische voorsprong of een patent of octrooi (= wettelijk alleenrecht om gedurende een bepaalde tijd een product te maken). Denk hierbij bijvoorbeeld aan medicijnen.