Je kunt op verschillende manieren observeren: Participerende of niet-participerende observatie. Gestructureerde of ongestructureerde observatie.
Bij observatiemethoden kan de observator gebruik maken van een observatieformulier. Een observatie kan op verschillende manieren uitgevoerd worden, bijvoorbeeld door een experiment, een spel of een opdracht. Ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) hecht grote waarde aan reflecteren en observeren.
Dit is een deel van de lijsten die er zijn, maar deze vormen een goede basis: Pijnobservatielijst PGA - Pijn Gedrag Analyse. Pijnobservatielijst PACSLAC-D. Pijnscorelijst NCCPC-R voor niet verbaal communicerende clienten.
Er zijn een aantal valkuilen bij het observeren. De neiging om te snel een mening te vormen op grond van een eerste indruk. De neiging om anderen onze eigen motieven, eigenschappen of gebreken toe te dichten. Een vooraf gevormd oordeel, gebaseerd op eerdere ervaringen.
Het kan zijn dat je voor je scriptie onderzoek een situatie of groep mensen moet observeren. Dit is een onderzoeksmethode waarbij jij met je eigen ogen data verzamelt. Er zijn verschillende soorten observatie onderzoeken die je kunt uitvoeren.
Subjectief observeren van je doelgroep gebeurt wanneer er eigen meningen, gedachten en gevoelens worden verwerkt in de observaties. Subjectief observeren is eigenlijk mens-eigen: wanneer er drie mensen onafhankelijk naar een persoon kijken zullen ze alle drie weer een andere beschrijving geven.
Objectief observeren
Je observeert datgene wat je daadwerkelijk ziet, hoort, ruikt of voelt. Registreer en rapporteer vooral feiten en trek niet te snel conclusies. Je mening of gevoel kan ook van waarde zijn, maar wees je ervan bewust dat het om een mening of gevoel gaat en vermeld dat ook.
Observeren is de doelgerichte en systematische waarneming van gedragingen, kenmerken en uitingen van een of meer personen of van een gebeurtenis. Voor de verpleegkundige betekent dit het bewust en gericht waarnemen van feiten die voor het verplegen relevant zijn.
4.5 Gestructureerde of gesloten observatie
Indien een observatie gebeurt met een bepaald doel voor ogen, is er sprake van een gestructureerde of gesloten observatie. Hierbij staat vooraf vast welke categorieën van gedrag in de observatie moeten worden meegenomen. Al het andere gedrag wordt genegeerd.
Controleren. Controleer bij losse medicatie: juiste cliënt, juiste medicijn, juiste hoeveelheid, juiste tijd, juiste vorm.
Observeren is het (bewust) waarnemen van een persoon en het beschrijven van wat je ziet. Dat kunnen handelingen van bijvoorbeeld kinderen zijn, maar ook de houding, het gedrag, interacties tussen kinderen of gebeurtenissen. Observeren is een belangrijke vaardigheid, maar observeren kun je leren!
Bij een kwalitatieve observatie wordt alleen de aan- of afwezigheid van een fenomeen vastgesteld, de toe- of afname, versnelling of vertraging. Bij een kwantitatieve observatie worden door middel van tellen of meten een numerieke waarde (in eenheden) toegekend aan een specifieke grootheid.
Het is belangrijk om oog te hebben voor de non-verbale signalen, denk hierbij aan lichaamshouding, gezichtsuitdrukking en stemgebruik. Door bewust naar het kind te kijken en door nieuwsgierig te zijn naar het gedrag zie je veel meer.
Waarnemen doe je altijd, observeren doe je in bijzondere situaties. Het verschil tussen waarnemen en observeren is dat je niet alleen bewust waarneemt, maar ook met een bepaald doel en volgens een plan en methode. De gegevens die er uit je observatie komen, gebruik je om een handelingsplan te maken, of een rapportage.
Het is een hulpmiddel om iemand beter te leren kennen. Het is een hulpmiddel om bepaalde problematiek nader te onderzoeken en zo de achtergronden van het gedrag te achterhalen. Het kan gebruikt worden als informatie-overdracht naar anderen toe. Het is een manier om je eigen aanpak te toetsen.
Signaleren is het opmerken dat er iets aan de hand is met een leerling. Dit hoeft niet een bewuste, geplande actie te zijn, het kan ook dat er vanuit de intuïtie iets opgemerkt wordt. Als een leerkracht iets opmerkt, is het goed om daarna de leerling systematisch te observeren.
Participerende observatie = participerende observatie is een onderzoeksmethode waarbij de onderzoeker probeert een nauwe band op te bouwen met een groep of individu. Deze methode wordt vooral beoefend binnen de antropologie.
Bij een niet-participerende observatie maak je als observator geen deel uit van de sociale setting die geobserveerd wordt. In de meeste gevallen wordt de observator niet gezien door de individu(en) die geobserveerd worden, bijvoorbeeld omdat de onderzoeker videobeelden observeert.
Een gedragsobservatieprogramma is een instrument waarmee gedrag meetbaar gemaakt kan worden en waarmee gedrag beïnvloed kan worden. Gedragsobservaties zijn gericht op (on)veilige handelingen (gedrag).
Er is verschil tussen gestructureerd en ongestructureerd observeren. Bij gestructureerd observeren heeft de observator een vooraf vastgesteld doel voor ogen, bij ongestructureerd observeren is dat niet het geval. Ook is er onderscheid tussen participerend en niet-participerend observeren.
Kwantitatieve dataverzameling en -analyse richt zich op numerieke data (getallen) en statistiek, terwijl bij kwalitatief onderzoek wordt gefocust op woorden en betekenissen. Beide soorten onderzoek zijn essentieel om verschillende soorten kennis te verzamelen.
In kwantitatief onderzoek ligt zowel bij het verzamelen als bij de analyse de nadruk op kwantificatie van data. Bij kwalitatief onderzoek is dat niet het geval. De nadruk ligt daar niet op meten en op het verzamelen van getallen, maar op woorden. Het is subjectiever en interpretatiever.
Het semi-kwantitatief meten van verschillende bepalingen met behulp van een urinestrip. Dit soort onderzoek wordt vaak gebruikt als screening op urineweginfecties, bloed in de urine of glucose en/of ketonen in urine. Microscopisch onderzoek in urine.