Tulpenbollen worden doorgaans geplant vanaf oktober (vroeg) tot en met december (laat). De tijd van planten is gedeeltelijk afhankelijk van het soort tulp. Sommige 'vroege' tulpensoorten kunnen al in oktober worden geplant, en komen dan ook vroeg in het voorjaar tot bloei.
In het najaar, van september tot december, plant u voorjaarsbloeiende bloembollen. In het voorjaar, vanaf maart tot mei, plant u zomerbloeiende bloembollen.
Bloembollen moeten geplant worden vanaf de eerste koude. Bloembollen hebben deze koudeperiode nodig om het biochemische proces op gang te brengen dat hen doet bloeien. Ze moeten zeker al zes weken in de grond zitten vooraleer het begint te vriezen. Zo kunnen ze al een solide wortelstructuur ontwikkelen.
Tulpen kan je zelfs nog in januari planten. Wel moet je er rekening mee houden dat ze wat later zullen bloeien. Om er zeker van te zijn dat je bloembollen dit voorjaar nog bloeien, kies je beter niet voor soorten die te vroeg bloeien.
In februari is het vaak nog te koud om de bollen, die in het najaar in de tuin geplant zijn, vanuit de grond omhoog te zien groeien en bloeien. Maar daar is een oplossing voor: Voorjaarsbollen op pot. Hiermee vervroegt u het voorjaar in de tuin en in de huiskamer.
Bloembollen zijn levende planten, geen zaad, waardoor ze uitdrogen als je te lang wacht. Maak de bloembollen eerst koud in de koelkast voor gebruik binnen als gebroeide bollen.
Hoe kunt u het beste tulpenbollen planten? Plant de grote tulpenbollen op een afstand van ongeveer 10 cm uit elkaar. U kunt als hulpmiddel uw hand gebruiken, de gemiddelde breedte van een hand is een kleine 10 cm. Als plantdiepte houdt u ook 10 cm aan.
Tulpenbollen planten is een makkelijke manier om je borders en potten in april en mei van alle denkbare kleuren te voorzien. Maar plant deze bloembollen voor de grootste kans op succes wel op het juiste moment!
Wanneer bloembollen planten? Bollen worden geplant in de bollenplanttijd. Voor voorjaarsbloeiende bollen is dit september t/m half december. In de regel geldt dat hoe eerder ze geplant worden, hoe beter de bol aan zal slaan!
Bloembollen planten doe je ongeveer vanaf half september tot half december. Hoe eerder ze in je tuin staan, hoe vroeger ze het volgende voorjaar in bloei komen. Alleen tijdens de vorstperiode en bij een te natte grond mag je de bloembollen niet in de grond zetten, ze zullen dan namelijk gelijk bevriezen of verrotten.
Voorjaarsbloeiende bollen: narcissen, tulpen, blauwe druifjes, sneeuwklokjes en krokussen. Worden in het najaar geplant, het liefst vóór de eerste vorst. Zomerbloeiende bollen (ook wel knollen genoemd): dahlia's, anemonen, Calla's, gladiolen en begonia's.
Soms wel 2 of 3 bij iedere bol maar vaak zijn het er minder. Deze kleine bolletjes mik ik altijd weg, ze zullen zeker geen bloem geven volgend jaar. U moet er vaak zelfs 2 jaar op passen voor ze weer groot genoeg zijn om te bloeien. Het kan ook gebeuren dat u alleen maar kleine bolletjes vindt in de oude tulpenbol.
U kunt de bloembollen na de bloei opgraven en bewaren of ze 2-3 jaar laten zitten. Tulpenbollen die in de grond blijven bloemen produceren. De tulpen zullen wel elk jaar kleiner worden.
TULIPA - langstelige tulp
Mits op de juiste plek geplant (voedzaam en zonnig) komen deze soorten ieder jaar terug. - Plant de tulpen op een zonnige warme plek. Ook zomers hebben tulpen warmte nodig voor de ontwikkeling van de bloemknop voor het volgende jaar.
De beste tijd om ze te planten is in oktober of november, net voordat de nachtvorst begint. In april zullen de eerste bloemen bovenkomen, en ze blijven bloeien tot in juni.
In maart kun je de volgende gewassen al in de moestuin zaaien: spruitjes, raapstelen, radijs, rapen, snijbiet, spinazie, tuinkers, herfst- en winteruien, wortelen, kapucijners, doperwten, peultjes, postelein en prei. Tip: Sommige planten kun je beter wel, of juist beter niet naast elkaar zetten.
Tulpen, krokussen, narcissen en sneeuwklokjes zijn voorjaarsbloeiers. Vanaf het prille begin van de lente schieten ze uit de grond en zetten je tuin snel in bloei. Plant voorjaarsbollen altijd in het najaar, vanaf september. Wacht tot de grond goed afgekoeld is, liefst tot beneden 10 °C.
Begin met de vroegst bloeiende bolletjes zoals sneeuwklokjes, en met kleine verwilderingsbollen zoals sneeuwroem (Chionodoxa), sterhyacint (Scilla sibirica), verschillende soorten krokussen, Anemone blanda. Ook de bollen van narcissen, hyacint, druifhyacint, dwergiris en krokus moeten/mogen nu de grond in.
Het tulpen seizoen is in de maanden januari, februari, maart, april en mei. Tulpenbroeiers die de tulpen in de kassen van bol tot bloem laten groeien (broeien), kunnen door middel van de temperatuurs-behandeling die de tulpen krijgen al vanaf januari tulpen snijden uit de kas.
Tulpen staan graag in de volle zon of lichte schaduw. Plant de bollen daarom in een stuk grond waar de zon vaak op staat.
Zodra tulpen uitgebloeid zijn, haal je de bloemkoppen er af. Zo gaat alle energie van de plant naar de bol en zal deze groeien en nieuwe babybolletjes aanmaken voor het volgende jaar. Als je de bloemen laat uitbloeien zal deze zaaddozen gaan maken, dit kost veel energie en gaat ten koste van de groei van de bol.
Plant uitgebloeide bloembollen opnieuw in en geniet het jaar erop weer van voorjaarsbloeiers. In het vroege voorjaar en daarna kun je enorm genieten van eenjarige en meerjarige planten, zoals bloeiende tulpen, hyacinten, narcissen en blauwe druifjes.