Terwijl de meeste bomen en struiken in het voorjaar worden gesnoeid, heeft de perenboom twee snoeibeurten per jaar nodig. De eerste is de wintersnoei, die plaatsvindt tussen december en februari.De tweede snoeibeurt vindt plaats in de zomer, tussen juni en augustus, en staat bekend als de zomersnoei van de perenboom.
Als eerste snoei je het dode en zieke hout uit de boom, waarbij je ongeveer 5 gezonde gesteltakken laat staan. Vind je kruisende takken of hout dat naar binnen is gegroeid? Zaag het weg. Vervolgens kun je de overgebleven gesteltakken inkorten en de zijtakken die over zijn uitdunnen.
Pitvruchten zoals appel- en perenbomen en mispels snoei je in de winter, liefst in februari -maart of in de zomer, afhankelijk van wat je beoogt met de snoei. Steenvruchten zoals kersen, pruimen, perziken en abrikozen snoei je voor of na de bloei en na de oogst tot half september.
Het kan zijn dat een verwaarloosde boom te hard gegroeid is doordat de ent onder de grond terecht is gekomen (bijvoorbeeld bij een ophoging) en nu op eigen wortel groeit. In dat geval zal eerst de schors geringd moeten worden. Ook kan de boom door te veel of te weinig snoeien uit vorm geraakt zijn.
Zomersnoei bij de perenboom
Dit noem je ook wel vormsnoei. Hierbij gaat het erom dat je een deel van de waterloten snoeit waardoor de energie van de boom niet in de bladeren gaat zitten maar naar de peren gaat. Gek uitschietende takken snoei je weg en daarmee krijgt je peer zijn vorm weer terug.
Een heel belangrijke reden om in de zomer te snoeien is het vlotte wondherstel. Fruitbomen zijn in de zomer, in tegenstelling tot in de winter, actief waardoor ze de wonden beter afgrendelen.
De perenboom vraagt om een plekje in de zon of halfschaduw. De Pyrus communis houdt van zon, hoe meer zon, hoe meer peren en hoe zoeter de peren zullen smaken. Wel houdt de perenboom van een beschutte plek, zeker in de winterperiode, als bescherming tegen de koude wind.
Wanneer fruitbomen in de winter gesnoeid worden, reageren vaak in het voorjaar heel fel en heftig met nieuwe takken. Dit komt omdat dit de krachtigste groeiperiode is. Hierdoor krijg je onevenwichtige bomen met zogenaamd waterlot. Het komt de vruchtzetting en de vorm van de boom niet ten goede.
Een fruitboom heeft een beurscyclus van ongeveer 3 tot 4 jaar. Dit betekent dat een boom in het eerste jaar van de cyclus weinig tot geen vruchten zal produceren, in het tweede jaar een matige hoeveelheid, in het derde jaar een grote hoeveelheid en in het vierde jaar weer weinig tot geen vruchten.
Waterloten herken je makkelijk. Het zijn de recht omhoog groeiende takken. Ze zijn ontstaan uit knoppen die geen bloesem hadden en ze groeien in korte tijd uit tot lange takken. Het is belangrijk om ze weg te halen omdat ze veel energie wegnemen van de boom!
Wordt er binnen 3 dagen vorst voorspeld, snoei dan niet en wacht tot de temperatuur weer boven het vriespunt ligt. De reden hiervoor is dat snoeien snoeiwonden oplevert en vorst kan schade aan die wonden toebrengen. Op een later tijdstip krijgen schimmels dan meer kans de gesnoeide plant aan te tasten.
Snoei maximaal 20% van de blad dragende takken weg. Door meer weg te snoeien wordt de groei van de boom belemmerd, omdat de boom dan te weinig bladeren heeft. Snoei een tak altijd aan de basis.
Halverwege de winter moet je de hoofdstam van de perenboom inkorten. Kort de gevormde takken in op twintig centimeter en doe dit ook met de hoofdstam. Dit moet je elk jaar doen. Na de wintersnoei ontstaat waterlot die je het beste in de winter kunt verwijderen.
Naast snoeien wordt in de winter ook tijd vrijgemaakt om 'oude' bomen te vervangen door nieuwe bomen. Een appelboom gaat tussen de 12 en 15 jaar mee. Een perenboom gaat langer mee, 25 tot 30 jaar.
Geschikte planten voor een boomspiegel zijn bijvoorbeeld vrouwenmantel (Alchemilla mollis), ooievaarsbek (Geranium), schoenlappersplant (Bergenia 'Winterglod') en hartlelie (Hosta lancifolia), maar ook bolgewassen zoals sneeuwklokjes (Galanthus), de boshyacint (Hyacinthoides) en de prairielelie (Camassia).
Snoei de fruitbomen altijd met droog weer en liever niet tijdens een strenge vorstperiode. Het is ideaal snoeiweer wanneer het 's nachts licht vriest en de temperatuur overdag iets boven nul uitkomt.
In het voorjaar kan je je boom bemesten met een biologische meststof met lange werking. Hark de korrels lichtjes in de grond - let erop dat je daarbij de wortels van ondiep wortelende perensoorten niet beschadigt. Perenbomen in pot kan je bemesten met een vloeibare meststof.
Waterloten verwijderen
Snoei deze lange, recht omhoog groeiende scheuten terug tot de plek waar ze uit de hoofdtak komen. Gebruik hiervoor een snoeischaar, takkenschaar of snoeizaag, afhankelijk van de dikte van het waterloot.
Heeft de jonge fruitboom maar weinig takken, dan hoef je meestal niet veel meer te doen dan de deze zijtakken te buigen voor een meer horizontale groei. Voor iedere terugsnoei bestaat geen vaststaand recept. De snoei wordt uitgevoerd op grond van de individuele kenmerken van elke boom, de gesteldheid en de bodem.
Na de winterse snoei zal de boom veel waterloten produceren, snelgroeiende recht omhoog schietende takken die veel zonlicht wegnemen. Deze waterloten moeten worden weggeknipt, zodat ze niet terugkomen.
Bomen die geschikt zijn voor een houtstek zijn bijvoorbeeld de appelboom, perenboom en citrusbomen.
Goede combinatie. Het combineren van een appelboom en een perenboom is gunstig. Ze veroorzaken bij elkaar geen ziekten en kunnen samen groeien zonder problemen. Hun nabijheid biedt wederzijdse beschutting, wat gunstig is voor gezonde groei en vruchtzetting.
De perenboom staat symbool voor welvaart, omdat zijn vrucht sappig is en het mooie hout voor precisiewerk gebruikt wordt. De prachtige bloesem is het teken dat de lente is begonnen. In het najaar wordt deze bloesem beloond met grote sappige peren.