Je kan beginnen te snoeien in oktober/november en van half april tot half september. Wanneer het niet al te koud is in oktober – november kan je snoeien. Een fruitboom staat op dat moment even stil qua groei. Dat betekent dat de sapstromen niet vloeien en dat de boom niet doodbloed wanneer je deze snoeit.
Pitvruchten zoals appel- en perenbomen en mispels snoei je in de winter, liefst in februari -maart of in de zomer, afhankelijk van wat je beoogt met de snoei. Steenvruchten zoals kersen, pruimen, perziken en abrikozen snoei je voor of na de bloei en na de oogst tot half september.
Zoete kersen als hoogstam, halfstam of struik worden in eerste instantie net zo gesnoeid als de pruimenboom. In de eerste jaren wordt voornamelijk op vorm gesnoeid, om een goed gestel op te bouwen. Bij de eerste snoei worden 4 of 5 hoofdgesteltakken aangehouden.
Een heel belangrijke reden om in de zomer te snoeien is het vlotte wondherstel. Fruitbomen zijn in de zomer, in tegenstelling tot in de winter, actief waardoor ze de wonden beter afgrendelen.
Zoete kersen stellen hoge eisen aan de grond. Geef je kersenboom vochthoudende, diep doorwortelbare, lichte kleigrond. Het wordt ook aangeraden om de eerste 10 jaar de zoete kersen niet te bemesten om de kans op ziektes en gommen te verkleinen. Na deze leeftijd kan je ze weer bemesten, in april en in juni.
De kersenboom of kerselaar
Een kersenboom is extra gevoelig voor ziektes en moet eigenlijk zo min mogelijk gesnoeid worden. Daarom moet je bij een kersenboom de takken nooit te glad snoeien. Laat stompjes staan van een paar centimeter om zo schimmels en infecties te voorkomen.
Hoogstammen brengen de meeste vruchten op en leven het langst (> 50 jaar), maar de opbrengst komt pas na 5 tot 12 jaar. Bij laagstambomen verschijnt het fruit al 2 à 3 jaar na de aanplant, maar de boom zal minder vruchten voortbrengen en minder lang leven (< 30 jaar).
Wist jij dat je je planten en bomen niet moet snoeien in de volle zon? Het snoeien kan op dat moment zogenaamde snoeiwonden veroorzaken. Een snoeiwond ontstaat door het verkeerd knippen van een tak. Er komt dan vocht vrij op de plek van de wond.
Snoei maximaal 20% van de blad dragende takken weg. Door meer weg te snoeien wordt de groei van de boom belemmerd, omdat de boom dan te weinig bladeren heeft. Snoei een tak altijd aan de basis.
Je kunt lavendel meteen na de bloei snoeien. Wacht liever niet tot oktober. Eventuele nachtvorst kan je net gesnoeide plant beschadigen. Je knipt de uitgebloeide bloemen en het bovenste stuk van het groen af.
Er zijn kersenrassen welke in meer of mindere mate zelfbestuivend zijn maar er zijn ook rassen die kruisbestuiving met andere ongeveer gelijktijdig bloeiende rassen nodig hebben voor een goede vruchtzetting. Het zou dus best kunnen dat je een kersenboom hebt waarbij kruisbestuiving met een ander ras noodzakelijk is.
De boomspiegel is de ruimte rondom de boomstam die meestal vrij wordt gehouden. Via de boomspiegel krijgen de wortels voldoende lucht en water. Deze ruimte onder de boom kunt u goed beplanten; dubbel plezier van hetzelfde stukje aarde!
De Prunus cerasus (zure kers) geeft na twee jaar de eerste vruchten en de Prunus avium na vier jaar.
Waterloten herken je makkelijk. Het zijn de recht omhoog groeiende takken. Ze zijn ontstaan uit knoppen die geen bloesem hadden en ze groeien in korte tijd uit tot lange takken. Het is belangrijk om ze weg te halen omdat ze veel energie wegnemen van de boom!
Een appelboom moet je snoeien om meer en betere appels de krijgen. Door takken en bladeren weg te snoeien kan de appelboom meer energie steken in de bloesen en de vruchten. Ook is het goed voor de appelboom zelf.
Wanneer moet je een appelboom snoeien? Aan het eind van de winter, tussen eind januari en eind maart, snoei je dikke, oude takken weg. Daarbij spaar je de kortloten; dit is bloesemhout waaraan de appels groeien. In juni snoei je nog een keer.
Bij de meeste planten zitten de knoppen óf recht tegenover elkaar óf verspringend op de tak. Wanneer je snoeit, let er dan op dat je vlak boven (zo'n 1,5 cm) boven een oog snoeit. Bij planten met de knoppen tegenover elkaar snoei je de tak recht af, bij planten met verspringende knoppen knip je schuin naar de knop toe.
Snoeien door middel van planten knippen
Het gaat daarbij om planten die moeten worden uitgedund of teruggeknipt. Knip altijd net boven een gezonde zijtak, sterke knop of een paar knoppen. Verwijder de eerste jaren de takken die elkaar in de weg zitten of die de vorm van de plant verstoren.
Doorgaans is dit in april en je mag nog niet snoeien als er nog kans is op vorst. Check dus altijd de actuele weersverwachting. Bijsnoeien (wegknippen uitgebloeide bloemen en het mooi maken van de vorm van de plant) doe je in augustus of september.
De zomer is een goede tijd om uw haag wat bij te knippen. Blijft u zich er wel van bewust dat zonlicht de net gesnoeide takken kan beschadigen, snoei dan ook alleen op bewolkte dagen. De ervaring leert dat die er ook in de zomer genoeg zijn…
In juni begint de zomer, waarbij het een mooi moment kan zijn om die ene boom of struik te snoeien. In deze maand gaat het vaak om een tweede snoeibeurt van specifieke bomen en struiken, die eerder in het jaar al gesnoeid zijn.
Wilt u uw Kersenboom echt klein houden dan raden wij het aan om alleen de hooftakken te behouden en de jonge zijscheuten terug te snoeien naar 15 centimeter. Op deze manier heeft u en een goede oogst en een kleine fruitboom, wat wilt u nog meer?
Vaste planten zijn makkelijker te plaatsen aangezien zij minder (water en voeding) nodig hebben. Maar ook sierheester kunnen goed onder de boom geplant worden. Bij zeer schaduwrijke boomspiegels kunt u het beste kiezen voor struiken zoals: de broodboom,hulst, taxus, klimop of een braam.
Kersenbomen hebben een voorkeur voor een standplaats in volle zon, het liefst op het zuiden. Dat is belangrijk voor de vorming van hun bloesems en vruchten. De hoogte is afhankelijk van de soort. Zo kan de zure kers (Prunus cerasus) 7 tot 8 meter en de zoete kers (Prunus avium) 20 meter hoog worden.