De gemiddelde luchtdruk op zeeniveau is 1013 mbar. Slecht weer gaat gepaard met lage luchtdruk (<1000 mbar) en mooi weer met hoge luchtdruk (>1020 mbar).
De naar het lagedrukcentrum stromende lucht kan uiteindelijk alleen maar naar boven uitwijken.Daarbij koelt de lucht af en kunnen wolken met neerslag ontstaan.
Minder wolken, weinig wind
Zo kun je hoge- en lagedrukgebieden ook bekijken. In een hogedrukgebied beweegt de lucht dan ook van boven naar beneden. Onderweg warmt de lucht op en kan daardoor meer waterdamp bevatten. Dat betekent minder bewolking en minder neerslag.
De standaard atmosferische druk is 76 cm Hg (760 mm Hg) = 1013 hPa = 1,013 bar = 1 atmosfeer. Dit wordt ook wel de normdruk genoemd.
Over de gehele aarde bedraagt de luchtdruk gemiddeld 1013 hPa, in Nederland is dit iets hoger met 1015,5 hPa. Dit gemiddelde varieert enigszins door de seizoenen heen; zo is de gemiddelde luchtdruk in de herfst net wat lager dan in de lente als gevolg van de nabijheid van lagedrukgebieden in onze omgeving.
De normale luchtdruk op zeeniveau is 1013,25 hectopascal (hPa). Dit is equivalent aan 29,92 inch kwikdruk of 760 millimeter kwikdruk. De luchtdruk kan variëren afhankelijk van de temperatuur, hoogte boven zeeniveau en andere factoren. In het algemeen neemt de luchtdruk af naarmate de hoogte toeneemt.
Op zeeniveau is de luchtdruk 760 mm kwik. Een barometer meet druk van de atmosfeer afgezet teven grondwaarden zodat deze verschillend zijn op verschillende hoogtes. Hoge druk laat de atmosfeer vallen naar het grondoppervlak, waardoor bewolking afneemt en heldere, droge weersomstandigheden ontstaan.
De luchtdruk varieert van plaats tot plaats en ligt aan het aardoppervlak meestal tussen 940 tot 1060 hPa.
Hoogste luchtdruk ooit gemeten, maar dat merk je alleen aan het kookpunt van water. Vandaag om 11 uur is in Ukkel met 1048,3 hectopascal (hPa) een nieuw absoluut record voor de luchtdruk gemeten. Het vorig record van 1048,0 hPa dateert van 27 januari 1932.
Het is daarvoor een praktische eenheid, omdat de luchtdruk op aarde ongeveer 1 bar is, en de bar bij het SI-stelsel aansluit, in tegenstelling tot de verouderde eenheid atmosfeer (atm). De SI-eenheid van druk is de pascal (Pa).
Op grote hoogte is de lucht veel kouder dan de lucht om ons heen. Vervolgens wordt deze dalende lucht gecomprimeerd door de toenemende luchtdruk en warmt het op om vervolgens nabij de grond uit te zetten. Doordat de lucht uitzet, kan het meer waterdamp vasthouden, waarbij het droger wordt en de wolken oplossen.
Heel simpel eigenlijk. Een hogedrukgebied kent super veel luchtdeeltjes in een bepaald gebied. Hierdoor hebben de luchtdeeltjes weinig ruimte om te bewegen. Maar bij het lagedrukgebied hebben de luchtdeeltjes veel ruimte om te bewegen.
Wanneer de luchtdruk snel daalt, zet de lucht in onder andere bij- en voorhoofdsholten uit, waardoor er meer druk op bloedvaten komt te staan.Dit kan hoofdpijn tot gevolg hebben.
Eenmaal in het lagedrukgebied, stijgt die lucht op en koelt af. In de koude lucht condenseert waterdamp en ontstaan wolken. Die zorgen vaak voor regen. Omgekeerd is het in een hogedrukgebied (dus) vaak droog.
Een hogedrukgebied, anticycloon of maximum is een gebied waarin de luchtdruk op zeeniveau hoog is ten opzichte van de omgeving. Dit in tegenstelling tot een lagedrukgebied, waarin juist relatief lage barometerstanden worden gemeten. Het symbool voor een hogedrukgebied is de letter H.
Uitzonderlijk lage luchtdruk
In De Bilt daalde de luchtdruk tot 961,5 hPa. Ook dat is op twee na de laagste druk van de hele meetreeks en de laagste luchtdruk ooit in januari gemeten. Nog lager was de luchtdruk in De Bilt alleen op 26 februari 1989 (956,4 hPa) en 25 februari 1989 (956,5 hPa).
Bij de start heeft het vliegtuig een luchtdruk vergelijkbaar met die van de lucht bij zeeniveau, zo'n 101 kPa.Op normale vlieghoogte is de luchtdruk binnen een stuk lager, rond 75,3 kPa. Buiten het vliegtuig is de luchtdruk dan nog veel lager, maar dat is niet prettig voor mensen.
Dus als je 30 meter diep duikt, is de druk op jouw lichaam ca 4 bar (één bar luchtdruk + drie bar waterdruk). De kracht die het water dan op je lichaam uitoefent is enorm. Op elke vierkante centimeter van je lichaam werkt een kracht van 40 N. Op je hele lichaam een kracht van ca 700 kN.
De atmosfeer is een verouderde eenheid van druk, overeenkomend met de gemiddelde luchtdruk op zeeniveau. 1 atmosfeer is ongeveer gelijk aan 1013,25 hPa, 1,01325 bar en 760 mmHg.
De druk van de lucht binnen ons lichaam is ongeveer hetzelfde als die buiten ons lichaam. Daardoor merk je er meestal dus niets van. Maar af en toe voel je wel degelijk de luchtdruk, of toch de verandering ervan.
Bar en atmosfeer zijn beide eenheden waarmee je (lucht)druk kan weergeven. Getalsmatig zijn bar en atmosfeer (atm) bijna gelijk. Volgens BINAS is 1 atm gelijk aan 1,01325 105 Pa, ofwel 1,01325 bar. Overigens zijn het verouderde of niet-officiële eenheden, je hoort eigenlijk Pascal te gebruiken.
Een hoge luchtdruk kan zorgen voor een grotere druk op de zwemblaas, waardoor de vis omhoog wordt geduwd. Grote vissen kunnen hier wellicht beter tegen, dus voor het vangen van die ene dikke vis zou het vermoedelijk minder verschil maken. Het liefst vis ik wat dieper wanneer er een lage luchtdruk heerst.
Het beste weer om te gaan karpervissen is met een lage luchtdruk, waarbij er een warme wind over het water waait. Dit betekent een luchtdruk lager dan 1015hPa waarbij de wind warmer is dan de omgevingstemperatuur.
Onder andere de luchtdruk bepaalt het weer in een gebied. De luchtdruk verandert ieder moment, net als het weer. Het weer wordt mede bepaald door de plaats van de hoge- en lagedrukgebieden. Een hoge luchtdruk betekent vaak dat het zonnig weer wordt zonder regen.