Je kunt voor het fotograferen van insecten dus beter kiezen voor een langere lens – circa 90mm tot 180mm – in plaats van de (doorgaans goedkoopste) lenzen die een brandpuntsafstand van ongeveer 40mm tot 60mm hebben. Sommige macrofotografen maken er een sport van echt contact met een beestje te maken.
Bij een macrolens met een brandpuntsafstand van 60 mm, is de minimale werkafstand rond de 60 mm. Het voordeel van een macrolens met een grote brandpuntsafstand is dat de minimale werkafstand ook groter is, waardoor het mogelijk is op een grotere afstand een insect op maximale grootte te fotograferen.
Voor het fotograferen van insecten is een macro-objectief nodig waarmee u van zeer dichtbij op het onderwerp kunt scherpstellen. Met een macro-objectief (Nikon noemt deze Micro-NIKKOR-objectieven) kunt u onderwerpen op bijna ware grootte fotograferen.
Lenzen speciaal voor macrofotografie
Dat houdt in dat op een sensor van 36 x 24 mm, een onderwerp van dezelfde grote beeldvullend op de foto kunt krijgen. Sommige lenzen hebben een vergrotingsfactor van wel 5:1. Het brandpunt op je macrolens hangt volledig af van de onderwerpen die u wilt fotograferen.
Met een APS-C sensor en een wat grotere scherpstelafstand zorg voor een diafragma tussen f/2.8 en f/10. Met een fullframe sensor en een wat grotere scherpstelafstand zorg voor een diafragma tussen f/2.8 en f/16.
Kies dan voor een dioptrie-voorzetlens. Deze lens lijkt op een soort brillenglas en komt in verschillende sterktes. De voorzetlens kun je makkelijk op de camera schroeven en verkort de minimale afstand waarop je nog kunt scherpstellen. Voordeel: je hebt al een voorzetlens voor €20,-.
Een lens tussen de 50mm en de 200mm is perfect voor het maken van portretten omdat er dan bijna geen vertekening optreedt. Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe verder je van het model af moet staan voor je compositie. Daarom is het soms handiger om een lens uit te kiezen waarbij je niet te ver weg hoeft te staan.
Want je 300mm lens wordt zo 'ineens' 450mm. Maar ditzelfde effect pakt negatief uit als je in het groothoekgebied wilt fotograferen. Want je 24mm lens wordt nu 36mm. Dus om de 28mm normale groothoek uit te komen, zoals hierboven uitgelegd, moet je al een 18mm lens gebruiken.
Een macrolens is handig voor fotografen die zich willen toespitsen op detailfotografie. Met deze lenzen maak je vanaf een hele korte afstand tot het onderwerp een scherpe foto. Dit lukt met de meeste andere lenzen minder goed. Je legt er alles op ware grootte mee vast, zoals kleine details van insecten of bloemen.
Streef naar een klein diafragma (groot f-getal) als je wilt dat er meer dan alleen een klein deel van het insect in focus is. Als je tijdens de vlucht een insect fotografeert, probeer dan handmatig scherp te stellen. Focus op de ogen, zoals bij elk ander dier om de meeste indruk te maken.
Ze zijn met bijna een miljoen beschreven soorten verreweg de grootste en meest soortenrijke groep onder de dieren en dan zijn er ook mogelijk enkele miljoenen soorten nog niet eens ontdekt. Het is niet vreemd dat je insecten dus overal tegenkomt, niet alleen op land maar ook in het (zoete) water.
De 35mm lens wordt vaak gezien als een meer veelzijdige lens en dit is ook te zien aan het aantal soorten fotografie waarvoor deze lens gebruikt wordt, denk aan trouwfotografie, sportfotografie, foodfotografie, reisfotografie, landschapsfotografie (hoewel dan 35 mm prime minder voor de hand ligt) en straatfotografie.
Voor optimaal draagcomfort is het belangrijk dat de kromming van de lens zo mooi mogelijk past op de kromming van het oog. Een andere belangrijke factor is de diameter (DIA) van een contactlens. De diameter beschrijft de breedte van de lens, gewoonlijk tussen 13 en 15 mm.
Dekt de populaire brandpuntsafstanden van 18-55 mm (kleinbeeldequivalent: 27-82,5 mm) met een maximaal diafragma van f/3.5–5.6. Dit objectief is perfect voor het maken van allerlei soorten foto's, van portretten tot landschapsfoto's. Het is ook ideaal voor het opnemen van HD-films.
Neem een groothoek van 10 tot max. 40mm voor mooie weidse opnames die je van landschappen kunt maken. Neem een telelens voor het fotograferen van vogels of andere diersoorten op afstand. Denk hierbij aan lenzen van minimaal 400mm of meer.
Een voor de hand liggende keuze is een objectief met een zoombereik van 70 tot 200mm: de Canon EF 70-200mm f/2.8L, de Nikon AF-S 70-200mm f/4.0G en de Sony 70-200mm f/2.8.
Bij macrofotografie kun je vaak het beste met de hand scherpstellen. Dat gaat het soepelst door ongeveer op het onderwerp scherp te stellen, en de fijnafstelling te doen door de camera naar voor of naar achter te bewegen. Wanneer je vanaf statief werkt, kun je een speciale 'focusing rail' gebruiken.
De meest bepalende factor bij een close-up is je compositie, dus de manier waarop je het beeld van de foto 'indeelt'. Je kunt er bij een close-up voor kiezen om je onderwerp beeldvullend in beeld te brengen of je kunt het ongeveer tweederde van je scherm laten vullen zodat je ook een een stukje (vage) achtergrond ziet.
Met een verhouding van 1:2 is het sensorbeeld slechts de helft van het origineel en spreken we eerder van een close-up. Groter maken dan in werkelijkheid kan ook. Met een verhouding als 2:1 of hoger kun je minieme details echt enorm opblazen.".