Lijn 3 is een populaire leesmethode in groep 3, die ervoor zorgt dat kinderen plezier krijgen en houden in lezen. Lijn 3 biedt een breed scala aan leesboekjes, waarmee er voor ieder kind wel iets te vinden is. Spannende, prikkelende thema's zorgen voor nog meer leesmotivatie.
Technisch lezen is het koppelen van letters aan klanken. In de eerste plaats gaat het om het leren en herkennen van letters. Dan komt het lezen van woorden en tenslotte van zinnen. Kinderen leren eerst woorden van een lettergreep, daarna van meerdere lettergrepen.
Met Lijn 3 leren kinderen niet alleen letters en woorden, maar ontdekken ze ook de wereld om hen heen. De letter staat centraal in deze methode, die met prikkelende thema's inspeelt op de belevingswereld van kinderen. Deze nadruk op beleven en ontdekken zorgt voor bovengemiddelde leerresultaten.
Uit onderzoek weten we dat dit het makkelijker maakt om letters en klanken aan elkaar te koppelen in de hersenen. Hierdoor leren kinderen beter én sneller lezen. Met Veilig leren lezen krijgen leerlingen steeds één nieuwe letter aangeboden. Hiermee oefenen ze in wisselende combinaties met letters die ze al kennen.
Aanvankelijk lezen en spellen is de didactische term voor de start van het aanleren van beide taalvaardigheden. In Nederland wordt hiermee in groep 3 van de basisschool begonnen, als de kinderen zes jaar oud zijn. In Vlaanderen start men in het eerste leerjaar van de lagere school.
Het doel van race lezen is het automatiseren van woordbeelden en het verhogen van de leessnelheid. Waarom race lezen? Veel toetsen m.b.t. het lezen zijn gericht op tempo. Alle toetsen van Veilig Leren Lezen bestaan uit het lezen van zoveel mogelijk woorden in 1 minuut.
Begrijpend lezen is teksten lezen en begrijpen wat er staat. Er is dus een verschil tussen technisch lezen en begrijpend lezen. Iemand die technisch goed in staat is een tekst te lezen, hoeft de tekst niet altijd te begrijpen.
De afname van de AVI-toetsen gebeurt met leeskaarten. Leerlingen lezen tijdens de toets de teksten op de kaarten hardop voor. De leerkracht noteert de tijd die de leerling nodig heeft om de tekst te lezen en hoeveel fouten de leerling maakt.
Repeated - Herhaald lezen van teksten bevordert het vloeiend lezen en automatiseren bij zwakke lezers. Het maakt niet uit of dezelfde tekst herhaald wordt gelezen of dat meerdere teksten worden gelezen. Waarschijnlijk is de grote hoeveelheid tijd die wordt gespendeerd aan lezen een van de cruciale componenten.
Technisch leesonderwijs is de vaardigheid van het ontsleutelen van woorden en zinnen. Lezen is noodzakelijk voor leren, via lezen slaan we kennis en informatie op. Bovendien is het een basiscompetentie om deel te nemen aan de maatschappij.
De meeste kinderen in groep 3 beginnen op niveau AVI-start of AVI-M3 (midden groep 3). Aan het einde van groep 3 lezen de meeste kinderen op AVI-niveau E3 (eind groep 3). Tip: laat uw kind zelf zijn boeken uitkiezen. Er is namelijk een relatie tussen leesmotivatie (leesplezier) en leesvaardigheid bij kinderen.
Meestal begint schrijfonderwijs in groep 3 met het aanleren van losse (schrijf)letters. Vanaf eind groep 3 en in groep 4 leren kinderen dan aan elkaar schrijven en komen de hoofdletters erbij. In groep 3 schrijven kinderen meestal nog niet met een pen, maar met een speciaal (ergonomisch) schrijfpotlood.
Zo moet een kind in groep 3 eenvoudig logisch kunnen redeneren, veel informatie kunnen verwerken en opslaan in het geheugen en aandacht kunnen vasthouden. Ook moet het de Nederlandse taal voldoende beheersen om instructies te kunnen volgen en gedragsregels aan te leren.
Alternatieve vormen van flitsen wisselen die woorden af met bekende woorden, afgestemd op het leesniveau van de leerling. Bij het voortgezet technisch lezen kunnen leerlingen het beste flitsen met korte woorden waarmee ze moeite hebben. Dit verbetert ook de leesvaardigheid bij langere woorden die niet geoefend zijn.
Bij begrijpend lezen gaat het erom dat je kind de tekst die hij leest ook echt begrijpt. Meestal toetst een leerkracht dat tekstbegrip met vragen en opdrachten. Die vragen kunnen gaan over de inhoud van een deel van de tekst.
De DMT staat voor Drie-Minuten-Toets. Dat is een test van 3 minuten waarin een leerling zo snel en foutloos mogelijk losse woordjes hardop leest. Deze toetsen vinden plaats vanaf de tweede helft van het schooljaar in groep 3, wanneer het kind voor het eerst leert lezen.
De kernvakken in groep 4 zijn: lezen, schrijven, spellen en rekenen.
Waarom race lezen? Het leestempo verhogen; dat willen we meestal graag. Een aantal leerlingen kunnen wel goed lezen, maar moeten dit automatiseren om het tempo te kunnen verhogen. Veel oefenen met lezen is de enige oplossing.
In de fase van het aanvankelijk lezen spelen werkbladen een veel essentiëlere rol, alle woordtypen komen dan voor het eerst aan de orde. Deze woordtypen moeten worden geïntroduceerd en ingeoe- fend. Bij het voortgezet technisch lezen verschuift het accent. De woord- typen hoeven alleen regelmatig herhaald te worden.
Alfabetisch principe houdt in dat de klank van een woord overeenkomt met de weergave van deze klank in letters. De lettertekens (grafemen) van ons alfabetisch schrift verwijzen naar klanken (fonemen). Het leren van dit alfabetisch principe heeft een visuele en een auditieve kant.
Fonemisch bewustzijn is het besef dat woorden uit afzonderlijke klanken zijn opgebouwd en dat die klanken gekoppeld kunnen worden aan geschreven letters of lettercombinaties. Het is daarom belangrijk om leerlingen vanaf de start bewust te maken van klanken en hun kenmerken; dat effent het pad voor het leren lezen.