De leefwereld is het totaal van de sociale, culturele en etnische achtergronden van de kinderen. In het kort: De sociale achtergrond: alle factoren die te maken hebben met de thuissituatie, de erfelijke factoren en het sociale milieu waaruit de leerling komt.
De leefwereld van kinderen wordt behalve door etnische, sociale en culturele achtergronden in grote mate bepaald door de omgeving waarin ze wonen, spelen en leren. Een goed onderwijsgebouw, een fijne woning en speelruimte hebben een positief effect op hun gedrag, welbevinden en ontwikkeling.
Verschil tussen leefwereld en belevingswereld: de belevingswereld speelt zich af in de binnenkant van een persoon; de leefwereld situeert zich aan de buitenkant, rond de persoon.
Belevingswereld betekent de manier waarop een kind de wereld en alle dingen er om heen ervaart. Dit is afhankelijk van de ontwikkelingsleeftijd van het kind. Zo kan een kind in het Speciaal onderwijs bijvoorbeeld een belevingswereld hebben die past bij een jonger kind in kalenderleeftijd.
Er kan sprake zijn van bewegend leren tijdens het vermenigvuldigen, optellen, spellen of tijdens andere leerstof als dit gebeurt in combinatie met bewegingen. Diverse onderzoeken tonen aan dat bewegen tijdens het leren een positieve invloed heeft op de hersenactiviteiten.
Een kind van zeven kent zo'n 20.000 woorden en kan ongeveer 200 woorden lezen. Dit jaar zal je kind nóg meer woorden leren lezen én schrijven. Hij zal hele zinnen op papier zetten, inclusief punten en komma's. Wat taalontwikkeling betreft lopen jongens trouwens gemiddeld anderhalf jaar achter op meisjes.
Het geven van betekenisvolle uitleg Door betekenisvolle uitleg te geven en aan te sluiten bij de belevingswereld van leerlingen wordt de intrinsieke motivatie van leerlingen gestimuleerd. Aansluiten bij het dagelijks leven van de leerlingen of de actualiteit kunnen hierbij helpen.
Met betekenisvol leren wordt bedoeld dat het onderwerp van een opdracht aansluit bij de belevingswereld en de ontwikkeling van het kind.
Dit kan en doet je kind: 2 – 3 jaar
Je peuter snapt door jouw lichaamstaal hoe jouw humeur is. Hij kan zich steeds beter inleven in de gevoelstoestand van anderen. Je peuter herkent kleuren en vormen en kan die ook sorteren.
Schoolkind. Een schoolkind is een kind dat (basis)onderwijs geniet. In Nederland zit een schoolkind in groep drie tot en met acht van de basisschool. In Vlaanderen volgt het kind het eerste tot het zesde leerjaar van de lagere school.
Vanaf de leeftijd van 2 jaar speelt emotioneel begrip een grote rol in empathisch gedrag. Hoewel emotioneel begrip al langzaam ontwikkelt tijdens de eerste levensjaren, is het pas rond het derde levensjaar zodanig ontwikkeld dat gesproken kan worden van begrip.
Een manier om te differentiëren is het bieden van extra instructie aan de leerlingen die dat nodig hebben. Na de klassikale instructie geeft de leerkracht extra instructie of oefeningen aan deze leerlingen. De andere leerlingen werken intussen zelfstandig.
Sociaal-culturele achtergrond gaat over normen, waarden, gewoonten en gebruiken die iemand vanuit huis meekrijgt. De term 'sociaal' gaat over iemands thuissituatie en het sociale milieu waaruit iemand komt. De term 'cultureel' gaat over normen, waarden en gebruiken die iemand van huis uit meekrijgt.
SLO omschrijft het als volgt: 'Met betekenisvol leren wordt bedoeld dat het onderwerp van een opdracht aansluit bij de belevingswereld en de ontwikkeling van het kind. ' Betekenisvol leren vindt daartoe plaats door nieuwe kennis te verbinden aan reeds bestaande kennis.
Schrijf een brief naar jezelf
Begin de eerste les met het schrijven van brieven. Laat leerlingen een brief aan zichzelf sturen. Geef eventueel een aantal aanknopingspunten voor de inhoud van de brief. Bijvoorbeeld: bedenk wat je het komende half jaar wilt leren, beleven, doen, lezen, beluisteren, behalen etc.
Een leerklimaat is dat wat leerlingen nodig hebben om optimaal te kunnen functioneren op school. Dat betekent dus ook dat een goed leerklimaat per persoon kan verschillen. Het hangt immers nauw samen met persoonlijke waarden en normen van zowel docenten, leerlingen als ouders.
Actief leren wordt in deze context een gewoonte waarbij leerlingen voordurend op zoek gaan naar manieren om meer domeinkennis te verwerven door nieuwe concepten te bestuderen en ze in de praktijk toe te passen.
Negen tips om leerlingen te motiveren
Sluit aan bij de belevingswereld van leerlingen als je iets uitlegt. Maak duidelijk wat het belang is van het uitvoeren van opdrachten. Gebruik informatieve taal in plaats van dwingende taal door bijvoorbeeld woorden als 'moeten' te vermijden.
Cognitieve ontwikkeling:
Lezen en schrijven gaat nu steeds beter, terwijl rekenen moeilijker begint te lijken. Je kind lijkt steeds geïnteresseerder in hoe je met geld om moet gaan, of wil voor iets sparen of beseft hoe duur sommige dingen kunnen zijn.
Je kind van 4 jaar kan:
tellen tot 10. de cijfers 1 t/m 5 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op. groepjes herkennen van 2 en 3 zonder te tellen.