Je kind van 5 jaar kan: tellen tot 20 en terug.
Een kind ontwikkelt in het algemeen zo tussen de twee en vier jaar het vermogen om het eigenlijke concept van tellen te begrijpen. Tegen de leeftijd van vier kunnen de meeste kinderen al tot 10 en/of hoger tellen.
Je kind van 4 jaar:
kan tellen tot tien. herkent de cijfers 1 t/m 5. heeft besef van de begrippen meer-minder, veel-weinig, erbij-eraf, groter-kleiner, dikste-dunste, voor-naast-op. herkent groepjes van twee en drie zonder te tellen.
Wanneer je peuter zo'n twee jaar oud is, kan hij zelf gaan 'tellen' door cijfers (meestal ð) op volgorde op te noemen en naar voorwerpen te wijzen om na te doen wat jij doet als je telt. Hij legt nog geen verband tussen het daadwerkelijke aantal en het corresponderende getal dat hij zegt.
Vanaf ongeveer 5 jaar komen kinderen in een fase van het tellen die vaak als de belangrijkste fase aangeduid wordt: resultatief tellen. Daarbij gaat het erom het totale aantal te bepalen. Wanneer een kind tot resultatief tellen in staat is, dan weet het dat het tellen met '1' moet beginnen.
Je kind van 6 jaar:
kan sommen onder de 10 oplossen (door te tellen en eventueel met behulp van een telraam) en later optel- en aftreksommen onder de 20 redelijk vlot uitrekenen. kan op een gegeven moment tellen in stapjes van 2, 5 of 10.
Van tellen naar een beetje rekenen
Hoeft een kind aan het eind van groep 1 nog maar tot 5 te kunnen tellen, aan het eind van groep 2 is tellen tot 10 (en liefst 20) én weer terug het doel.
Kinderen in de peuterleeftijd gaan steeds meer de regels van ouders begrijpen. Ze weten bijvoorbeeld waar ze wel en niet aan mogen komen. In de peutertijd leren kinderen ook om op een potje of een wc te poepen en plassen.Ze worden zindelijk, en ze gaan steeds meer dingen zelf doen.
Ze kruipen, lopen en rennen overal naartoe en willen steeds meer voorwerpen vastpakken. Tussen 2 en 3 jarige leeftijd ontwikkelen kinderen nog veel meer grove motorische vaardigheden. Zo leren ze tegen een bal aan te schoppen en op één been te staan.
Leerzaam speelgoed 2 jaar tot 4 jaar
Ze leren fietsen op een driewieler of fiets met zijwieltjes of springen op de trampoline. Kinderen in deze leeftijd imiteren nog graag en spelen met veel fantasie. Ook buitenspelen vinden kinderen op deze leeftijd erg leuk.
Elk kind is anders en heeft een andere ontwikkeling. Tellen is een vaardigheid die zich geleidelijk aan ontwikkelt, met vallen en opstaan. Gemiddeld leren kinderen tellen vanaf de leeftijd van 2 jaar, maar het is een proces dat duurt tot het kind 5 à 6 jaar is.
Veel kleuters kunnen al een beetje tellen als ze in groep 1 komen. “Eén, twee, drie, veel!” Wat die magische telwoorden precies betekenen, snappen ze meestal nog niet echt. Door op school én thuis veel te oefenen, leert je kleuter gaandeweg écht tellen.
Slimme peuters/kleuters zijn nieuwsgierig, onderzoekend, kunnen goed onthouden en kunnen lastige denkproblemen aan. Ze zijn snel van begrip en stellen veel vragen.
Denken tussen 1 en 2 jaar
Ze kunnen dan bijvoorbeeld het beeld van mama in hun hoofd 'vasthouden' als mama verdwijnt. Als mama even de kamer uit is, raken ze niet in paniek. Ze weten dat mama weer terugkomt. Je kind leert meer begrijpen en het geheugen is zich sterk aan het ontwikkelen.
Taal en spraak bij kinderen van 18 tot 24 maanden
Tegelijkertijd kan hij/zij steeds meer woordjes begrijpen en zeggen, maar nog niet alle klanken goed uitspreken. Een tweejarig kind zegt minimaal vijf tot tien woordjes. Eén enkel woord kan verschillende betekenissen hebben (één-woordzinnen).
Tussen de 2 en 4 jaar leert een kind steeds beter praten. Het leert snel meer woorden, gaat steeds duidelijker spreken en langere zinnen maken.Het gaat ook verstaanbaarder praten, waardoor het makkelijk wordt met je kind te communiceren.
Kinderen van deze leeftijd zien zichzelf als het middelpunt van alles. Regels en afspraken geven duidelijkheid en bieden daardoor veiligheid. Dat is in deze fase van afhankelijkheid en ontluikende zelfstandigheid erg belangrijk. Ze begrijpen steeds beter wat je zegt en bedoelt.
Tot ongeveer 1 jaar noemen we kinderen een baby. Een dreumes is een kind van ongeveer 1 tot 2,5 jaar en een kind tussen de 2,5 en de 4 jaar is een peuter. In de periode van 0 – 4 jaar ontwikkelen kinderen zich snel en deze ontwikkeling is een ononderbroken proces.
Verschil tussen fysiek zwaar en mentaal zwaar
De moeilijkste leeftijd bij kinderen? Volgens Amerikaans onderzoek is dat 12 tot 14 jaar. Waar kleine kinderen vooral fysiek veel van hun ouders eisen, wordt het op die leeftijd eerder mentaal zwaar.
Een leeftijdsverschil van twee of drie jaar zorgt ervoor dat je lichaam voldoende tijd heeft om te herstellen van de bevalling. Een periode tussen de 12 en 18 maanden tot je volgende zwangerschap zorgt er ook voor dat kans op zwangerschapscomplicaties beperkt blijft.
In het Engels bijvoorbeeld spreekt men van baby of infant (baby van 0 tot maximaal 2 jaar), van toddler (peuter van 2 tot 3 jaar) en van child of youngster (kind vanaf 4 tot 12 jaar).
Een kind van 4 stelt 400 vragen per dag. De gemiddelde 30-jarige volwassene met een opleiding stelt 30 vragen per dag!
Toch merk ik in de praktijk dat er toch al (aardig wat) schrijfdoelen worden gesteld aan kinderen. Deze doelen komen meestal voort uit het creëren van een soepele overgang tussen groep 2 en 3. Het is immers wel handig als de kinderen, wanneer ze in groep 3 beginnen, op z'n minst hun eigen naam kunnen schrijven.