Tussen 15 en 18 maanden is de beste leeftijd om ook de melkvoeding geleidelijk aan in een open beker te geven. Zodra je peuter zittend één of meer deciliter(s) melk(voeding) uit een kopje kan drinken, kan je de fles geleidelijk aan stopzetten.
Geleidelijk afwennen
Geef hem zijn melk, sap of water uit een beker en zet hem bij etenstijd vast voedsel voor. Zorg dat het drinken uit een fles steeds minder aantrekkelijk wordt. Laat je peuter alleen uit de fles drinken als hij bij je zit of in een bepaalde stoel. Zodra hij weg wil, is het 'flessenmoment' voorbij.
Door één van de slaapcoaches wordt aangeraden om de avondfles minimaal 4 uur na de laatste fles te geven. Onze laatste fles vóór de avondfles is rond 18:00. I.v.m. reflux kunnen we hem na een fles niet meteen in bed leggen en door dit tijdstip heeft hij nog voldoende tijd om het te laten zakken voordat hij gaat slapen.
Toelichting melk: vanaf 1 jaar heeft je kindje geen opvolgmelk meer nodig. Hij is eraan toe om halfvolle of magere melk te drinken. Geef dit het liefst in een gewone beker in plaats van een zuigfles of tuitbeker. Dit is beter voor zijn mondmotoriek.
Je dreumes of peuter mag vrijwel alles eten wat jij ook eet, maar er zijn een paar producten die je beter nog niet kunt geven: Rauwe vis en rauw vlees, of producten met rauwe melk of ei. Daar kunnen schadelijke bacteriën inzitten, waar jonge kinderen gevoeliger voor zijn. Kaas gemaakt van rauwe melk.
Je kindje heeft de extra voedingsstoffen in opvolgvoeding nodig tot hij 1 jaar oud is. Vanaf dan eet hij met de pot mee. Daardoor haalt hij meer ijzer uit voeding, wat ervoor zorgt dat hij het extra ijzer in opvolgmelk niet meer nodig heeft. Vanaf zijn eerste verjaardag kan hij gewone melk gaan drinken.
De gemiddelde leeftijd waarop baby's beginnen met het leren drinken uit een beker ligt tussen de 6 en 8 maanden. Wanneer precies het beste moment is, verschilt per kind. Maar je kunt de volgende vuistregel aanhouden: als je baby goed zelfstandig kan zitten, kun je samen samen oefenen met drinken uit een open beker.
Van een gewone, open (oefen)beker tot anti-lek oefenbekers met een deksel, tuitbekers of drinkbekers met een rietje. Over het algemeen wordt aangeraden om je baby meteen te leren drinken uit een open beker.
Je peuter kan een rietjesbeker gebruiken vanaf zo'n twaalf maanden. Je kind leren drinken met een rietje gaat het makkelijkst als je hem eerst laat proberen met een wat dikkere vloeistof. Ook kan het helpen om te oefenen met een rietje uit een glas, vooraleer je de drinkbeker aanbiedt.
Normaal gaat het vaak zo: je baby drinkt om 19.00 – 20.00 uur de laatste fles van de avond. Dan gaat je kleintje slapen en maakt hij een ruk van ongeveer 4 tot 6 uur. Hierna is het weer tijd om te voeden.
Als je baby een aantal dagen van 24.00 tot 07.00 uur zonder voeding doorslaapt, kun je van 24.00 uur naar 22.00 uur af gaan bouwen. Als je merkt dat het 's avonds erg veel moeite kost om hem wakker te maken en je baby steeds minder van de fles drinkt, dan kan de avondfles eruit.
Leer je baby het verschil tussen dag en nacht
Overdag mag er naar hartenlust gespeeld worden, mag je tijdens het voeden tegen je kindje praten of zingen en mag de radio of tv op de achtergrond spelen. Tijdens de nacht kan je beter erg kalm en stil blijven tijdens het voeden en hou je de kamer liefst zo donker mogelijk.
Je kind krijgt bij voorkeur een aangepaste melkvoeding tot de leeftijd van 12 à 18 maanden.
Jouw kindje zal waarschijnlijk tussen de 15 en 18 maanden klaar zijn om de overgang te maken van twee slaapjes naar 1 slaapje . Rond de 18 maanden is het beste, dan weet je zeker dat jouw kindje niet oververmoeid zal raken van de overgang. Jouw kindje is er meestal klaar voor als ze het ochtendslaapje gaan weigeren.
De Wereldgezondheidsorganisatie adviseert moeders hun kind tot zes maanden uitsluitend borstvoeding te geven. Na dat eerste half jaar kan er bijvoeding geïntroduceerd worden, maar blijft borstvoeding de belangrijkste voedingsbron.
Een rietjesbeker is beter dan een tuitbeker, omdat het drinken uit een rietje goed is voor de ontwikkeling van de mondspieren. Een ander voordeel van de rietjesbeker is dat je kindje deze zo horizontaal mogelijk moet houden om te kunnen drinken. Hierdoor wordt het nekje van je kindje niet belast tijdens het drinken.
Vanaf zes maanden kun je je baby water geven
De eerste maanden van z'n leven drinkt je baby geen water. Alles wat je baby nodig heeft, haalt hij uit borst- of flesvoeding. Hierin zit voldoende vocht, waardoor je kind geen extra water nodig heeft.
Zorg ervoor dat je een lichte beker gebruikt met twee oren, zodat je baby hem makkelijk vast kan houden. Daarnaast kun je tussendoor oefenen met kleine slokjes. Houd in het begin nog zelf de beker vast en doe er een bodempje drinken in.
Kleine kinderen vinden de eerste kennismaking met een rietje vaak niet makkelijk, het helpt om eerst eens samen te oefenen met een rietje in een glas. Zo leert je kleintje bubbels te maken door te blazen en merkt hij op hoe hard hij aan het rietje moet zuigen zodat het water naar boven komt.
Een neusbeker heeft een uitsnijding die er voor zorgt dat het hoofd en de nek minder moet bewogen worden. Hierdoor is het slikken gemakkelijker en de kans op morsen minder. Deze beker is door zijn vorm en ruw oppervlak zeer gemakkelijk vast te houden. Bovendien is een handige beker om jonge kinderen te leren drinken.
Speciale dreumesmelk of peutermelk is niet nodig. De extra vitamines en mineralen daarin heeft je kindje niet nodig, als zij of hij gewoon gezond eet volgens de Schijf van Vijf. Soms bevat deze speciale melk zelfs meer calorieën dan gewone halfvolle melk.
Vanaf 1 jaar is je kind klaar voor gewone melk. Je kindje kan dan voldoende voedingsstoffen uit vaste voeding en koemelk halen.
Peutermelk levert veel meer vitamine D en ijzer dan gewone koemelk, waardoor 150 milliliter (de helft van de aanbevolen hoeveelheid melk per dag) al voldoende is, stelt het onderzoek dat nu is gepubliceerd in The American Journal of Clinical Nutrition.