Bijna alle baby's krijgen te maken met hazenslaapjes. Sommige baby's beginnen met 8 weken hazenslaapjes te slapen, terwijl andere baby's pas rond de leeftijd van 3-4 maanden met hazenslaapjes beginnen.
Met hazenslaapjes bedoelen we slaapjes die korter zijn dan 40 tot 45 minuten. Die 40 tot 45 minuten is de lengte van één slaapcyclus van een baby.
Jouw kindje zal waarschijnlijk tussen de 15 en 18 maanden klaar zijn om de overgang te maken van twee slaapjes naar 1 slaapje . Rond de 18 maanden is het beste, dan weet je zeker dat jouw kindje niet oververmoeid zal raken van de overgang. Jouw kindje is er meestal klaar voor als ze het ochtendslaapje gaan weigeren.
Geleidelijk aan worden baby's nog maar 2 tot 3 keer wakker voor voeding. Meer dan de helft van de kinderen van 6 maanden slaapt 's nachts 6 à 8 uur aan één stuk. Kinderen tussen 1 en 3 jaar slapen 's nachts gemiddeld 10 tot 12 uur. Het middagdutje neemt af van 2 tot 3 uur naar 1 tot 2 uur.
Slaapcyclus van een baby vs.
Pasgeboren baby's hebben een slaapcyclus van 40-45 minuten, waarbij ze na 30 minuten uit de diepste slaap komen. Vanaf de leeftijd van 4 maanden gaan baby's slaap makkelijker consolideren. Dit houdt in dat ze beter in staat zijn om slaapcycli aan elkaar te koppelen.
Aan de volgende signalen merk jij dat je peuter nodig een middagdutje nodig heeft. Je peuter is uitgeput op zijn of haar normale bedtijd.Jouw peuter stribbelt enorm tegen als je hem of haar naar bed wil brengen.Onstabiel humeur.
Hoe weet je nu dat je kindje toe is aan 1 slaapje? Er zijn een aantal signalen waar je aan kan zien dat je kindje klaar is voor de overgang naar 1 dut: Je kindje slaapt 's nachts 10 – 11 uur aan een stuk, zonder wakker te worden. Het duurt steeds langer voordat hij of zij in slaap valt voor de ochtend dut.
Als je baby ongeveer acht weken oud is en begint met hazenslaapjes slapen, is dit meestal te wijten aan het feit dat de melatonine van de moeder hun lichaam heeft verlaten. Rond deze fase gaat het lichaam van je baby pas zelf melatonine aanmaken. Melatonine is nodig om in slaap te vallen en door te slapen.
Het 2-3-4 ritme betekent dat je op een dag achtereenvolgens rekening houdt met ongeveer 2 uur, 3 uur en 4 uur tussen dutjes: 2 uur: tel 2 uur op bij het moment van wakker worden om het tijdstip van het eerste dutje te bepalen. 3 uur: tel 3 uur op bij het moment van ontwaken uit het eerste dutje van de dag.
De slaapregressie van 8 weken kan rond de 8 weken plaatsvinden. Natuurlijk merken sommige ouders al iets van deze slaapregressie rond de 6 weken en andere ouders pas rond de 10 weken. Elke kindje maakt dezelfde ontwikkelingen door en er is een bepaalde range waarin de meeste baby's een bepaalde ontwikkeling doormaken.
Als je baby nog niet zelfstandig in slaap kan vallen en/of ook niet opnieuw in slaap kan vallen als ze wakker worden uit een slaapcyclus of er er iets anders aan de hand is, wordt een baby vaak helemaal wakker en heeft hij opnieuw hulp nodig om weer in slaap te vallen. Elke keer opnieuw.
Je kunt je baby een beetje helpen door hem in je armen wat slaperig te maken en hem neer te leggen als hij bijna in slaapt valt. Later kun je dit moment van neerleggen dan steeds iets gaan vervroegen, totdat je je baby wakker in het bedje kunt leggen en hij zelf in slaap valt.
De slaapcyclus van een baby is in het begin ongeveer de helft korter, zo'n 45 tot 50 minuten. Ook kan een pasgeboren baby meestal nog niet meerdere slaapcycli aan elkaar koppelen. Hierdoor worden veel baby's na 45 minuten wakker. Deze korte slaapjes worden ook wel hazenslaapjes genoemd.
Als je kind een dutje overslaat of slechts kort in de wandelwagen slaapt, kun je hem wat vroeger naar bed brengen zodat hij wat slaap kan inhalen. Pak de normale routine de volgende dag weer op. Als je baby tot nu toe een strak slaapschema had, zal hij dat al snel weer oppakken; maak je geen zorgen!
Tussen 8:00 en 9:30 start ochtendslaapje van ongeveer 1,5 tot 2 uur. Tussen 12:00 en 13:00 start tweede slaapje van ongeveer 1,5 tot 2 uur. Tussen 15:30 en 16:00 start derde slaapje van ongeveer 45 minuten tot 1 uur. De duur en het tijdstip zijn afhankelijk van de andere overdagslaapjes.
Vanaf 2 jaar: een peuter van 2 jaar heeft zo'n 13 uur slaap per dag nodig inclusief het middagdutje dat gemiddeld 1,5 duurt. Vanaf 3 jaar: peuters vanaf 3 jaar hebben aan 11,5 tot 12 uur slaap per dag genoeg, inclusief een dutje van gemiddeld 1 uur.
Op z'n vroegst met 2,5 jaar, maar nog beter is het om te wachten tot je peuter 3 is. Sommige kinderen blijven zelfs in hun ledikant tot ze 4 jaar zijn. Kinderen jonger dan 2,5 jaar zijn gewoon nog niet zover in hun ontwikkeling dat ze het principe van 'in je bed blijven liggen zolang het nacht is', snappen.
Slapen 1-2 jaar
Een kind van 1 jaar slaapt ongeveer 11 tot 13 uur per nacht. Overdag slaapt hij meestal een uurtje 's ochtends en een uurtje 's middags.
Beweging: beweeg regelmatig, liefst buiten in voldoende daglicht.Beweging maakt je lichaam moe, waardoor je sneller in slaap valt en dieper slaapt. Ga echter niet te laat in de avond sporten, het duurt namelijk altijd even voordat je dan in slaap kunt vallen en dan wordt het al snel te laat.
Probeer je baby af en toe overdag ook in zijn bedje te laten slapen. Leg hem daarbij slaperig, maar nog niet helemaal slapend, neer. Zo leert je baby om zelf in slaap te vallen. Kinderen die geleerd hebben om zelfstandig in slaap te vallen, slapen dieper en vaak ook langer en worden in de nacht minder vaak wakker.
Over het algemeen is het voor zulke jonge kinderen heel normaal om overdag steeds hazenslaapjes te doen. Meestal duren die alleen wel iets langer, twintig tot dertig minuten per keer. Waarom een baby heel korte slaapjes doet, kan ik niet zomaar verklaren.
Oververmoeidheid herkennen
Net als gapen, huilen en wegkijken is dit een typisch signaal een oververmoeide baby. Ook rood rondom de oogjes is een bekend teken dat een baby moe of oververmoeid is.