In het algemeen zijn pedagogen van mening dat co-ouderschap niet geschikt is voor kinderen jonger dan vier/vijf jaar, en in ieder geval niet voor kinderen die jonger zijn dan drie jaar. Dat heeft te maken met de hechting.
Tot welke leeftijd geldt een zorgregeling/omgangsregeling voor een kind? De zorgregeling/omgangsregeling geldt in principe totdat het kind meerderjarig wordt; zodra het kind 18 jaar oud wordt vervalt de zorgregeling/omgangsregeling.
Als je tussen de 12 jaar en 16 jaar bent dan moeten jouw ouders luisteren naar jouw mening, maar uiteindelijk beslissen zij dingen als: bij wie je gaat wonen, wanneer en hoe vaak je de ouder ziet waar je niet woont etc. Als je ouders er niet uitkomen, dan beslist de kinderrechter wat goed voor jou is.
Een kind heeft altijd recht op omgang met de niet-verzorgende ouder (of die nu gezag heeft of niet). Ten aanzien van een kind dat 12 jaar en ouder is en dat bij de kinderrechter 'van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder heeft doen blijken' kan een verzoek tot omgang worden afgewezen.
Hoeveel procent kiest voor co-ouderschap? Co-ouderschap is behoorlijk in opmars. Koos in 2001 nog slechts 5% voor co-ouderschap, in 2013 was dit al gestegen tot 27%. De overgrote meerderheid van 70% kiest voor een omgangsregeling waarbij de kinderen bij hun moeder blijven.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
In de wet staan geen regels voor co-ouderschap. U spreekt zelf af hoe u de omgang met de kinderen en de zorg en opvoeding verdeelt. Bij co-ouderschap komen die afspraken hierop neer: U spreekt gelijke verdeling af van de zorgtaken en opvoedtaken.
Wanneer er in algemene termen sprake is van een gelijke verdeling van zorg, opvoeding en omgang met het kind, oftewel een 50-50 verdeling, spreken we van co-ouderschap.
Kinderen worden op hun 18e verjaardag meerderjarig. Pas vanaf dat moment mogen ze alle beslissingen zelf nemen en zijn ze vrij om te gaan en staan waar ze willen. Dat betekent dat ze dan ook zelf mogen kiezen bij welke ouder ze willen wonen (of ergens anders) en hoe vaak ze hun ouders bezoeken.
Een kind van 12 jaar of ouder mag niet kiezen bij welke ouder het wil wonen. Ouders blijven totdat een kind 18 jaar is verantwoordelijk voor de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling.
De wet schrijft namelijk voor dat zowel de kinderen als de ouders recht hebben op omgang met elkaar. Ouders hebben zelfs de plicht om aan de omgang mee te werken. De rechter kan een ouder het recht op omgang met het kind slechts ontzeggen indien hiervoor zwaarwegende redenen zijn.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Op het moment dat jij de ouder bent waar het kind niet meer naar toe wil gaan, zoek dan contact met de andere ouder. Probeer samen tot een oplossing te komen, eventueel met een mediator erbij. In bijna alle gevallen heb je recht op omgang met je kind!
Een veelvoorkomende omgangsregeling is dat de kinderen gedurende een weekend om de veertien dagen bij de 'niet-inwonende' ouder verblijven. Vaak zijn de kinderen dan ook gedurende de helft van de schoolvakanties bij deze ouder en worden de feestdagen eerlijk verdeeld.
Vaak heeft de niet-verzorgende ouder één keer per twee weken omgang. Deze ziet de kinderen meestal ook voor de helft van alle vakanties en feestdagen. In het ouderschapsplan staan in ieder geval de volgende afspraken: hoe de zorg en opvoeding worden verdeeld (ook wel 'zorgregeling' genoemd)
In de wet van 18-07-2006 staat in art 374 §2 het navolgende: “Ingeval de ouders niet samenleven en hun geschil bij de rechtbank aanhangig wordt gemaakt, wordt het akkoord over de huisvesting van de kinderen door de rechtbank gehomologeerd, tenzij het akkoord kennelijk strijdig is met het belang van het kind.
Werken mag je nu niet alleen overdag, maar ook 's nachts. Je mag trouwen. Als je daar recht op hebt, kun je zelf een uitkering aanvragen. Je kunt een bankrekening openen zonder toestemming van je ouders en deze zelf beheren.
Zo is de vader die ouderlijk gezag heeft verplicht om bij te dragen in de zorg en opvoeding over het kind. Hij mag ook meebeslissen bij belangrijke aangelegenheden, zoals het verlenen van toestemming voor het aanvragen van een paspoort of het ondergaan van medische behandelingen.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Voorwaarden co-ouderschap
Beide ouders wonen redelijk dicht bij elkaar. Grote mate van harmonie tussen beide scheidende ouders. Zij dienen ook in de toekomst nog uitstekend met elkaar te kunnen overleggen. Beide ouders werken parttime of ze zijn flexibel in de opvang van de kinderen.
In het geval van co-ouderschap, waarbij beide ouders de helft van de zorg voor de kinderen dragen, wordt een maximale afstand van ongeveer 7 kilometer hemelsbreed als richtlijn genomen. Een grotere afstand maakt het vaak lastig om het co-ouderschap in stand te houden.
De vader heeft net zoveel recht als de moeder om het co-ouderschap te weigeren, omdat co-ouderschap geen wettelijke verplichting is. De vader hoeft niet bang te zijn dat hij zijn kind(eren) helemaal niet meer ziet als hij co-ouderschap weigert. De vader heeft namelijk het recht op omgang met zijn kind(eren).
In principe is het de moeder die de kinderbijslag ontvangt. Wanneer de (al dan niet gehuwde) ouders uit elkaar gaan, gaan we nog steeds uit van gedeeld ouderlijk gezag over het minderjarig kind. En dus blijft de moeder de kinderbijslag ontvangen.
Kleding en omgang
Indirect komen de kosten van kleding voor de kinderen voor rekening van beide ouders. De niet-verzorgende ouder betaalt zijn/haar bijdrage daarin immers door middel van kinderalimentatie.