Provo was een protestbeweging die naam maakte met zogeheten 'ludieke acties', originele plannen en provocerende acties in de publieke ruimte. De acties richtten zich tegen de heersende sociaal-culturele en burgerlijke waarden, die de provo's als verstikkend ervoeren.
De beweging was een ludieke heropleving van het anarchisme dat grotendeels geweldloos was en vooral zichtbaar werd door het provoceren van de gevestigde orde. De beginselverklaring luidde onder andere: "Provo ziet zich voor de keus gesteld: desperaat verzet of lijdzame ondergang.
Bekende namen uit deze verzetsbeweging van jongeren waren Roel van Duijn, de 'anti-rookmagiër' Robert Jasper Grootveld, Rob Stolk en Irène van de Weetering. De Provo's protesteerden op een ludieke manier tegen de atoombom, de Vietnamoorlog, het gezag, de kerk en milieuvervuiling.
Ze hebben lange haren en baarden en zijn gekleed in felgekleurde kleding. Vooral t-shirts, spijkerbroeken (die eruit zien als vodden), kralenkettingen, bloemen en andere versierselen horen bij hen.. Ze wijzen de industriële welvaartsmaatschappij, die veel gebruikt maakt van technologie af.
De leefwijze van de hippie was gericht op vrijheid, spontaniteit, creativiteit en plezier. De vrijheid omvatte ook seksuele vrijheid, waarbij seksuele taboes (bijvoorbeeld op openbare naaktheid) werden doorbroken en de vrije liefde (ook buiten vaste relaties om) werd bedreven.
Kikkers, hippies en soulkikkers verschijnen in de jaren '60. In de jaren '70 komen daar de metalheads, disco's, rasta's, punkers, skinheads en hiphoppers bij. Uit deze verschillende jeugdculturen verschijnen, als vertakkingen, weer allerlei jeugdsubculturen.
Nozem is een Nederlands woord dat werd geïntroduceerd in 1955. Hiermee werd een destijds nieuw type jongeling aangeduid: zelfbewust en vaak agressief, gekleed in spijkerbroek en leren jack en uitgedost met vetkuif, onverschillig hangend op zijn bromfiets voor de snackbar.
Nozems waren de hangjongeren zich verveelden en rond reden op hun brommers (Kreidler en Zundapp). Ze droegen een vetkuif (de meisjes hadden een suikerspinkapsel) en hadden net als hun grote voorbeelden James Dean en Marlon Brando vaak leren jassen en colbertjes aan.
De nozems hadden, anders dan jongerenculturen als de Provo's en hippies, geen politiek manifest of doelgerichte boodschap. Ze wilden gewoon lolmaken, rondhangen, luieren en op hun brommertje rond crossen.
De Artistiekelingen of Pleiners waren een jeugd/subcultuur van jongeren die in de jaren 50 bestond. Het waren voornamelijk kunstzinnig en Filosofie/filosofisch ingestelde jongeren die naar jazzmuziek luisterden, zich donker kleedden en belangstelling hadden voor de Franse cultuur (voornamelijk Franse literatuur).
Nozems luisterden vaak Rock & Roll en hingen rond, waarbij ze zich gedroegen als vandalen. Hierdoor ontstond er in de samenleving een negatieve sfeer rondom hen.
Naast de nozems, waren er ook de provo's. Deze naam is afgeleid van provoceren. Deze jeugdcultuur ontstond doordat de jongeren teleurgesteld waren in het klassieke socialisme. De provo's bemoeiden zich luidruchtig met de binnen- en buitenlandse politiek.
Jongeren mochten hun verdiende geld zelf nu besteden. Ze kochten platen met hun favoriete muziek, kleding, sigaretten en een brommer. Jongeren gingen er ook anders uitzien dan de ouderen. Ze droegen andere kleren: de jongens leren jacks en spijkerbroeken, de meisjes wijde petticoats onder hun rokken.
Een subcultuur is een cultuur die verschilt van de dominante cultuur of - in de enge zin van het woord - een erg specifieke tak van een bepaalde hiertoe behorende cultuur omschrijft.
Nozem is eigenlijk een letterwoord: Nederlandse Onderdaan Zonder Enige Moraal (dit is een taalkundig onjuiste maar buiten de taalkunde vaak gebruikte verklaring van het woord).
Het woord Gothic komt van het Engelse 'gothic novel'. Hiermee bedoelden de Engelsen griezelverhalen met veel mysterieuze gebeurtenissen. In de jaren '80 ontstond de gothic muziek. Dit een duistere muziekstijl met veel gitaren, een traag ritme en bijvoorbeeld een hoge operastem of een 'enge' grafstem.
De dominante cultuur is de overheersende cultuur van een land. Het is de cultuur die gevolgd wordt door de grootste groep mensen en dus het breedst gedragen is. In Nederland is dat dus de algemene Nederlandse cultuur.
Hippies hielden van psychedelische rock, een combinatie van rock, blues, country en western, volk en reaggae. Deze meeste muziek was eenvoudig en emotioneel. De muzikanten leefde hun muziek die, net als drugs, bedoeld was om het bewustzijn te 'vergeten'.
De mensen die in de flowerpower-subcultuur zaten werden ook wel hippies genoemd. Ze leefden vaak in communes, rookten wiet, dronken thee en luisterden naar psychedelische muziek. Ze protesteerden tegen de oorlog, honger en armoede op de wereld.
Hippie kleding, ook wel flower power kleding genoemd komt uit de late jaren 60 en de vroege jaren 70. De kleding kenmerkt zich door vrolijke bloemenprints en uitlopende broekspijpen.
Hippies waren gek op de natuur en aten het liefst onbespoten. Vaak verbouwden ze hun groenten zelf. Het milieubewuste van de hippies is nog zoiets wat anno 2012 nog bést wat meer doorgevoerd kan worden.
Nozems hadden veel vrije tijd en in de vrije tijd luisterden ze veel muziek. Muziek was voor de nozems erg belangrijk. Ze luisterden veelal naar rock (een muziekstroming die toen in opkomst was). Hun grootste idolen waren onder andere Marlen Brando en James Dean.
Straatcultuur is een manier van doen die zich vooral onder jongeren kenmerkt door onder andere: brutaliteit, machogedrag, geweld, dynamiek, weinig structuur, straattaal en een anti-intellectuele houding. Lezen, leren en argumenteren zijn saaie, overbodige activiteiten in deze cultuur.