Planten die prima meewerken om ziektes te voorkomen zijn knoflook, tijm en oregano. Deze bloeien ook en zijn dan meteen ook goede insect-aantrekkende planten. Verder zijn tijm en oregano prima bodembedekkers, waardoor andere “onkruiden” weinig kans krijgen.
Onder de appelboom
Goudsbloemen en Afrikaantjes hebben een gunstige invloed op het bodemleven. Je kunt ook in het najaar narcissenbollen in de grond stoppen. De bollen weren woelratten en geven in het voorjaar veel kleur, als de boom verder nog kaal is.
Bijvoorbeeld oregano, bieslook, marjolijn of tijm zijn goede keuzes. Doordat kruiden in de zomer wel veel water kunnen opnemen, is het belangrijk om zowel de fruitboom als de kruiden goed bij te wateren. Anders is er het risico dat de fruitboom uitdroogd.
Voor een laagstam voer je ongeveer een kleine emmer compost of twee emmers houtsnippers op. Voor een halfstam heb je een halve kruiwagen compost of anderhalve kruiwagen houtsnippers nodig. Voor een hoogstam gebruik je anderhalve kruiwagen compost of vierenhalve kruiwagens houtsnippers.
Geschikte planten voor een boomspiegel zijn bijvoorbeeld vrouwenmantel (Alchemilla mollis), ooievaarsbek (Geranium), schoenlappersplant (Bergenia 'Winterglod') en hartlelie (Hosta lancifolia), maar ook bolgewassen zoals sneeuwklokjes (Galanthus), de boshyacint (Hyacinthoides) en de prairielelie (Camassia).
Voor elke soort fruit zijn er apart soorten onderstammen. Zo zijn er voor appelbomen appelonderstammen en voor peren perenonderstammen. De onderstam heeft veel invloed op hoe jouw fruitboom er in de toekomst uit gaat zien. De onderstam bepaalt de groeikracht van je fruitboom.
Een appelboom heeft in de regel geen kunstmest nodig en kan goed uit de voeten met gedroogde koemest. Zoals bij andere fruitbomen bemesten kun je de grond in februari verrijken met kalkkorrels. Hierdoor wordt de mest beter opgenomen.
Met je eigen verse kruiden kun je ook zelf kruidenolie maken! Populaire kruiden voor kruidenolie zijn citroengras, dille, tijm, basilicum, rozemarijn, oregano en salie. Creëer je eigen smaak door verschillende kruiden te combineren in één olie.
Breng een mulch van bladeren, snoeiafval of compost aan onder je fruitboom. Door de bodem te bedekken met een dunne lage organisch materiaal stimuleer je het bodemleven en verbetert de vochtvoorziening. Bovendien is een mulch een ideale voedingsbron voor je fruitboom en voorkom je competitie met de ondergroei.
Blauwe bessen houden van vochtige en zure grond. Om die reden hebben we daar gekozen voor een bodembedekking van takjes coniferen. Zo blijft de grond vochtig, het houdt wat onkruidgroei tegen en de struiken zijn groot genoeg om voeding uit de diepere lagen van de grond te halen.
Munt moet alleen
Die kun je beter niet met andere kruidenplantjes combineren. Dat komt omdat munt erg snel groeit en daarmee al snel de ruimte voor andere kruiden in kan pikken. Daarnaast voorkom je hiermee ook kruisbestuiving. Plant je munt dus apart voor de puurste smaak.
Wanneer je een appelboom niet snoeit, zal deze vooral veel nieuwe takken maken en weinig energie steken in het laten groeien van appels. Door te snoeien kun je zorgen voor een goede oogst. Wees daarom niet bang om er de takkenschaar in te zetten. Snoeien doet bloeien én groeien!
Bieslook, dragon, pimpernel, munt, citroenmelisse: wie heeft ze niet in de tuin? Al heb je geen tuin nodig; ook in een grote pot doen ze het prima. Munt en citroenmelisse zet je sowieso beter in een pot, in de tuin gaan ze woekeren.
De juiste meststoffen
Bij de meeste fruitbomen- en bessenstruiken is geen speciale voeding nodig. Een gewone basisbemesting met organische meststoffen (zoals bijv.gedroogde koemestkorrels) is perfect.
Op gras is advies 3 x per jaar te strooien 1e feb-apr 2e juni-aug 3e sept-nov. Wilt u koemestkorrel bij planten strooien kan dat ook natuurlijk 1 handjes vol per plant. Bij haagplanten is advies om 1 zak 10 kg per 10-15 meter te strooien.
Bij alle verschillende soorten fruitbomen is het aan te raden om kalk te strooien in februari.Hierdoor wordt de absorptie van de meststoffen vergroot.
Een appelboom en een perenboom kunnen elkaar niet bestuiven. Bestuiving is wel van belang om fruit te kunnen plukken, want zonder bestuiving komen er na de bloei geen vruchten in de boom. Er zijn drie manieren om ervoor te zorgen dat beide bomen bestoven worden: Plant zelfbestuivende bomen aan.
Planten van fruitbomen
Een fruitboom heeft ook ruimte nodig om te kunnen groeien. Hoeveel ruimte een boom nodig heeft kun je zien aan de kroondiameter van de volwassen versie van die boom. Voor een pruimenboom is dit bijvoorbeeld 6 meter en een appelboom tussen de 10 en 12 meter.
Naast snoeien wordt in de winter ook tijd vrijgemaakt om 'oude' bomen te vervangen door nieuwe bomen. Een appelboom gaat tussen de 12 en 15 jaar mee. Een perenboom gaat langer mee, 25 tot 30 jaar. Dan wordt de productie minder en ook de kwaliteit van de vruchten.
Graaf een gat dat twee keer zo breed is als de kluit van de appelboom en iets dieper dan de wortels. Zorg ervoor dat het gat diep genoeg is zodat de wortels van de boom zich volledig kunnen verspreiden. Een te ondiep gat kan leiden tot onvoldoende groei van de wortels en de boom.
Jonge fruitbomen moeten bijvoorbeeld elk jaar licht met kalk worden bestrooid om een gezonde groei te bevorderen en verzuring van de bodem te voorkomen. Ook de grotere bomen hebben baat bij een jaarlijkse bemesting met kalk, omdat het de bodem beschermt tegen pH-veranderingen en de wortels gezond houdt.