Als u een voorkeur hebt voor Zuiderse kruiden zoals tijm, Marjolein, oregano en rozemarijn, moet u ze niet zo vaak besproeien omdat ze arme en droge grond gewoon zijn. In tegenstelling tot peterselie, bieslook en Dragon, hebben deze kruiden veel water nodig. In beide gevallen moet u waterplassen voorkomen.
Van al dat zonlicht krijgen je kruidenplantjes dorst. Geef ze dus voldoende water. De aarde moet altijd vochtig aanvoelen. De meeste plantjes geven trouwens zelf aan wanneer ze meer water nodig hebben.
Salie, tijm, rozemarijn, hysop, bonenkruid, currykruid, citroenverbena, laurier, oregano houden van veel warmte en weinig water – geen wonder dat ze het in ons koel klimaat vaak wegkwijnen.
Het belangrijkste om te onthouden is: kruiden pakken graag zelf water. Giet dus geen water op de aarde, maar maak een waterreservoir, zodat de wortels zelf het water kunnen opnemen. Hier zijn speciale handige potten voor. Check elke dag of de planten nog in een laagje water staan en vul zo nodig bij.
Niet alle kruiden kun je zomaar naast elkaar zetten. Dille en venkel bijvoorbeeld gaan onderling kruisen; de plantjes die hieruit ontstaan hebben veel minder smaak. Om te voorkomen dat jouw kruiden het volgende seizoen een heel andere smaak krijgen, kun je dus maar beter ieder jaar nieuwe zaadjes aanschaffen.
De smaak en geur van de plant gedijt het beste als de plant een paar uur per dag (min. 4-6 uur) zon krijgt zonder de plant daar steeds voor te hoeven verplaatsen. De afgeknipte blaadjes basilicum bewaar je het best in een droog keukenpapiertje in de koelkast.
Zon: de plant heeft minimaal 6 uur zon nodig. Halfschaduw: de plant heeft 3 uur zon nodig. Schaduw: de plant heeft volledige schaduw nodig.
Oregano heeft een lage waterbehoefte. Als ze in een pot zijn opgekweekt, moeten we onze planten mogelijk 2-3 keer per week water geven in de zomer en een keer per week in de lente en de herfst.
Kruiden hebben veel licht nodig, tot wel zes uur per dag! Daarom is het belangrijk om ze op een plek te zetten waar je zeker bent dat ze dit zullen krijgen, bijvoorbeeld op de vensterbank.
Hoe vaak water geven is afhankelijk van hoeveel het regent en of de bieslook in de volle staat. Geef bieslook in de volle grond regelmatig water, zeker in droge perioden. Bieslook in potten mag ook niet uitdrogen. Controleer daarom dagelijks of de grond nog vochtig is.
Hoe vaak moet je het plantje water geven? Basilicum houdt niet van natte voeten, geef hem dus niet te veel water. Giet enkel wanneer de grond uitgedroogd is. Als je basilicum in een pot of bak staat buiten, zal de grond iets sneller uitdrogen en zul je iedere avond moeten gieten.
Peterselie houdt niet van de zon, het blad wordt dan snel geel en ze groeit niet goed, maar ze schiet wel snel door. Peterselie houdt van een koele grond, voldoende vocht en een plekje in halfschaduw of lichte schaduw. Laat de planten ook niet uitdrogen.
Koriander is best een gevoelig plantje. Te droog of te nat, dan schiet de plant door. Dat betekent dat 'ie zich in het nauw gedreven voelt en middels een groeispurt nog snel wat zaad wil produceren om zich voort te planten. Probeer dus gelijkmatig water te geven, zonder de wortels continu in het water te hebben staan.
Aanplanten kun je zowel in de volle grond doen als in een pot. Let er wel op dat rozemarijn een beschutte plaats, met het liefst veel zon, nodig heeft om goed te kunnen groeien en bloeien. Als grondsoort is droge en goed doorlatende grond het beste. De bloeiperiode van de plant is van maart tot en met mei.
Citroenmelisse en munt zijn in de volle grond ook enorme woekeraars, door ze in een pot te zaaien of planten blijven ze op hun plek. Kruiden doen het zowel in terracotta of betonnen potten als kunststof potten en houten kisten of kuipen.
Munt: knip je tot net boven de grond af. De plant vormt wortelscheuten die altijd opnieuw uit de grond ontstaan. Tijm: knip je niet helemaal kaal. Haal hier en daar wat scheuten weg, zo vormt de plant snel nieuwe scheuten.
Gelukkig zijn de meeste bekende en populaire kruiden goed geschikt voor een kruidentuin op het balkon. Enkele van de jaarlijkse kruiden zijn: Basilicum, dille, koriander, marjolein, dragon, peterselie, bieslook en vaste planten zoals: oregano, lavendel, salie, tijm, munt en rozemarijn groeien goed.
Tijm heeft weinig water nodig. De plant heeft liefst staat liefst op een droogje. Lekker verwaarlozen dus. Als je tuiniert in potten moet je je tijm wat beter in de gaten houden.
Deze plant is zeer geschikt voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. U kunt haar ook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur.
Oregano houdt van een droge grond maar kan zeker niet zonder water; in de maanden dat ze groeit en bloeit heeft ze regelmatig water nodig, maar mag niet nat blijven staan (vandaar het zanderige potgrondmengsel zodat een teveel aan water makkelijker weg kan sijpelen).
De juiste plek voor kruiden
Zon en droog: kruidenplanten die zeer zonnig willen staan en vrij goed tegen droogte kunnen zijn rozemarijn, lavendel, salie, tijm, hyssop, bonekruid en citroenkruid.
Wat zon betreft is de volle zon de meest ideale standplaats voor jouw Lavendel. Maar halfschaduw of een schaduw standplaats is ook geen enkel probleem. Wel moet je rekening houden met het feit dat jouw Lavendel minder uitbloeit zoals die dat wel doet in de volle zon. Ook zal de Lavendel minder bloemen bevatten.
De meeste kruiden houden van een zonnige standplaats. Niet zo gek als je bedenkt dat veel kruiden afkomstig zijn uit warme zuiderse landen. Door de zon ontwikkelen de kruiden een sterke smaak en een vol aroma. Naast een zonnige plekje is ook een beschutte standplaats vaak favoriet.