Altijd vers groen
Het minste werk heb je aan kruiden die trouw elk jaar terug komen, zoals bieslook, dragon en pimpernel. Peterselie, kervel, koriander en dille moet je elk jaar opnieuw planten of zaaien, na de zomer sterven ze stilaan af. Peterselie leeft soms door tot de volgende lente, maar wordt dan bitter.
Niet alle kruiden kun je zomaar naast elkaar zetten. Dille en venkel bijvoorbeeld gaan onderling kruisen; de plantjes die hieruit ontstaan hebben veel minder smaak. Om te voorkomen dat jouw kruiden het volgende seizoen een heel andere smaak krijgen, kun je dus maar beter ieder jaar nieuwe zaadjes aanschaffen.
Zon en droog: kruidenplanten die zeer zonnig willen staan en vrij goed tegen droogte kunnen zijn rozemarijn, lavendel, salie, tijm, hyssop, bonekruid en citroenkruid. Zon: dille en dragon staan ook graag in de zon en hebben iets meer water nodig.
Dit geldt zeker voor mediterrane kruiden zoals tuim, rozemarijn, lavendel, salie, enz. Andere eenjarige kruiden die het goed doen in de zon zijn: rucola, koriander, basilicum, dille, kamille, goudsbloem, enz. Sommige kruiden gedijen dan weer wat beter in halfschaduw of schaduwrijke plaatsen.
Over het algemeen is het voorjaar de beste tijd om te zaaien voor mediterrane, eenjarige kruiden of kruiden die je wilt gebruiken in salades. Ook planten doe je het best in het voorjaar.
Woekerende kruiden als bijvoorbeeld munt, citroenmelisse of lievevrouwebedstro kunt u in een ingegraven pot of in een bak planten om de wortels in toom te houden. Zorg wel voor afvoergaten in de bodem. Snoei dode of lelijke scheuten vlak boven de grond af en knip ook al te hard groeiende houtige takken terug.
Peterselie is een buitenbeentje, het is een tweejarige plant. De peterselie plant levert in zijn eerste jaar heerlijke groene bladeren, het tweede jaar zijn de bladeren niet meer zo lekker produceert de plant mooie bloemetjes die bijen aantrekken. Het tweede jaar kun je als bonus ook nog de wortel oogsten.
Staan je zachte kruiden nog in de volle grond, plant ze dan nu in een mooie pot. Laat ze vervolgens geleidelijk aan de warmere binnentemperatuur wennen: zet ze eerst op een koele plek, bijvoorbeeld de garage of serre, om ze daarna naar de vensterbank of aanrecht te verhuizen.
Hoewel rozemarijn winterhard is, is hij wel vorstgevoelig, waardoor de combinatie van kou en overmatige regenval funest kan zijn voor jonge planten. Als je kleigrond in de tuin hebt, moet je voor het planten de drainage verbeteren door bijvoorbeeld grind, schors en bladaarde door de grond te mengen.
Peterselie is een gemakkelijk tweejarig kruid. Winterhard, maar wel met een voorkeur voor een plekje in de volle zon of in een klein beetje schaduw. De plant groeit weelderig uit als je hem de ruimte geeft en groeit voortdurend aan als je het hart van de plant in tact laat.
Basilicum kan niet tegen vorst en zal 's winters dus afsterven. Wel kan je de plant uitgraven en in een pot laten overwinteren op een vorstvrije plaats.
Kruiden kweken in de tuin
De meeste soorten kruiden kan je in maart, april of mei zaaien in de tuin. Na een paar weken kan je ze oogsten, vaak kan dat de hele zomer door. De meeste kruiden sterven af in de winter en komen dan de volgende lente gewoon weer op.
De meeste kruiden zijn makkelijk te kweken. Rozemarijn, salie en tijm zijn soorten die oorspronkelijk rond de Middellandse Zee groeien. Ze verlangen een zonnige plek en vrij droge, goed gedraineerde grond. Andere kruiden, zoals bieslook, kervel en peterselie groeien ook goed in de halfschaduw.
Snoeien kan op vrijwel elk moment. Maar na de winter is het wel een must, omdat de rozemarijn snel verhout en ouder wordt. Snoei alle takken wat terug, maar nooit tot in het kale hout; zorg dat er altijd nog groen aan de takken zit. Door vormsnoei dwing je de plant om binnenin jonge takjes te maken.
De smaak en geur van de plant gedijt het beste als de plant een paar uur per dag (min. 4-6 uur) zon krijgt zonder de plant daar steeds voor te hoeven verplaatsen. De afgeknipte blaadjes basilicum bewaar je het best in een droog keukenpapiertje in de koelkast.
Basilicum heeft warme lucht en zon nodig, dus het beste hierbij is om binnen te beginnen, vier tot zes weken voor de laatste nachtvorst. Vanaf half mei kun je dit ook buiten doen.
Deze plant is zeer geschikt voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. U kunt haar ook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur.
Het belangrijkste om te onthouden is: kruiden pakken graag zelf water. Giet dus geen water op de aarde, maar maak een waterreservoir, zodat de wortels zelf het water kunnen opnemen. Hier zijn speciale handige potten voor. Check elke dag of de planten nog in een laagje water staan en vul zo nodig bij.