Bijna de helft van de overlevenden na een reanimatie heeft, naast cardiale problemen, cognitieve en emotionele klachten. De klachten uiten zich in problemen met aandacht, geheugen en executieve functies, echter worden deze vaak niet tijdig herkend.
Zo'n acht tot twintig van de honderd mensen overleven een reanimatie buiten het ziekenhuis. De helft daarvan kan na revalidatie zijn leven weer gewoon oppakken en heeft geen of weinig last van de gevolgen (concentratieproblemen, vermoeidheid of gedeeltelijke verlamming).
De meeste mensen die overleven kunnen weer naar huis: 80-90 van de 100 overlevenden heeft een jaar na de reanimatie een goede levenskwaliteit. Ook kunnen veel mensen weer het werk of de activiteiten oppakken van voor de hartstilstand.
Een patiënt in coma na een reanimatie wordt eerst onderzocht en zo nodig behandeld door de cardioloog. Daarna wordt de patiënt opgenomen op de afdeling Intensive Care. Hier wordt de patiënt behandeld door de intensivist, in samenwerking met de neuroloog. De patiënt krijgt slaapmiddelen en het lichaam wordt gekoeld.
Meestal ervaren zij na hun hartstilstand angst en onzekerheid over hun gezondheid en de toekomst.Zo kunnen gevoelens heftiger of juist minder heftig (afgevlakt) worden.Ook kunt u zich somber of verdrietig voelen. Dit zijn normale reacties op deze heftige gebeurtenis.
Bij een hartstilstand is er acuut levensgevaar. Vooral te weinig zuurstof naar de hersenen zorgt snel voor problemen. Al na 4 tot 6 minuten raken hersencellen onherstelbaar beschadigd. Daarna lopen ook andere organen schade op.
in ruim 75% van de gevallen zijn er omstanders die het slachtoffer reanimeren. Dit gebeurt dan al voor de komst van de ambulance. gemiddelde leeftijd van iemand met een hartstilstand is 67 jaar. de overlevingskans bij een hartstilstand is gemiddeld 23%
Uw naaste wordt gekoeld via een katheter in een liesader. Daarnaast wordt hij/zij in slaap gehouden en beademd. Door een slaapmiddel voelt hij/zij geen kou en zal hij zich achteraf niets kunnen herinneren. Na 24 uur wordt het koelen gestopt en wordt er gestart met opwarmen.
Hartrevalidatie is een programma van 6 tot 12 weken. Het vindt plaats in het ziekenhuis of revalidatiecentrum. Voordat je start met hartrevalidatie krijg je eerst een intakegesprek, meestal zo'n 2 tot 4 weken na thuiskomst. Hierin overleg je welk programma goed aansluit en wanneer je begint.
Wel of niet reanimatie
De noodvoorraad zuurstof voor de hersenen is 3 minuten. Reanimatie moet dus zeer snel na een hartstilstand plaatsvinden. En het moet dan ook deskundig gebeuren. Het volgen van een reanimatiecursus is nog geen garantie voor een geslaagde reanimatie.
Daarom wordt uw naaste de eerste 24 uur na opname gekoeld op de IC als zijn of haar lichaamstemperatuur boven de 36 graden komt. Uw naaste is dan 24 uur lang in een koeldeken gewikkeld, ligt aan de beademing en wordt in slaap gehouden.
Met reanimatie is er een kleine kans dat u overleeft. Hoe eerder gestart wordt met reanimeren, hoe groter de kans dat u overleeft. Iedere minuut vertraging vermindert de overlevingskansen met 10%. U kunt aan een hartstilstand blijvende klachten overhouden.
Het belangrijkste risico bij een reanimatie is dat het soms wel lukt om het hart weer goed op gang te krijgen, maar dat de hersenen te lang zuurstofgebrek hebben gehad. Hierdoor kan blijvende hersenbeschadiging ontstaan en of kan de patiënt in coma raken.
In de eerste periode na een reanimatie gaat de aandacht voornamelijk uit naar eventueel aanwezige lichamelijke klachten. Na een tijdje kunt u soms ongrijpbare klachten ervaren die u kunnen hinderen in het dagelijks functioneren. Zo kunt u bijvoorbeeld erg moe zijn omdat u het tempo van de wereld niet kunt bijhouden.
Adem normaal in en adem in 1 seconde gelijkmatig uit in de mond van het slachtoffer. Kijk daarbij uit je ooghoek of de borstkas van het slachtoffer omhoog komt. Onderbreek de borstcompressies hiervoor nooit meer dan 10 seconden. Ga door met reanimeren en wissel steeds 30 borstcompressies af met 2 beademingen.
Patiënten met fysiek zwaar werk moeten na een maand een maximale stresstest ondergaan. Als er geen beperkte bloedstroom (ischemie) of symptomen zijn, kan de patiënt weer aan het werk. Een gouden regel is om zware lichamelijke inspanning te vermijden tijdens de eerste maand na een hartaanval.
6 minuten, het verschil tussen leven en dood. Als er namelijk binnen deze 6 minuten wordt gereanimeerd en gedefibrilleerd is de kans zeer groot dat iemand de circulatiestilstand overleefd zonder beschadigingen of risico's na het ongeval.
Eén zwakke schakel in de Chain of Survival kan de overlevingskans en de kans op overleven zonder nadelige gevolgen drastisch verkleinen. De overlevingskansen tijdens een hartstilstand zijn klein. Onacceptabel klein. Gemiddeld overleeft maar 10% van de mensen een hartstilstand.
Als de doorbloeding niet snel hersteld wordt, ontstaat hersenschade – en die is onomkeerbaar. Daarom is snelle reanimatie zo belangrijk. Na de reanimatie blijven veel patiënten in coma. Door de hartstilstand hebben de hersenen een eerste klap gekregen.
Er is scala aan verschijnselen wat wordt samengevat in het "post-reanimatiesyndroom". Dit syndroom bestaat uit hersenschade door hypoxie, myocarddysfunctie en een systemische ischemie reperfusierespons. Daarbij is de onderliggende oorzaak van de circulatiestilstand vaak nog aanwezig.
Het is meestal niet zinvol om mensen van 80 jaar of ouder te reanimeren bij een hartstilstand. Dat blijkt uit een onderzoek van twee Belgische artsen dat in De Standaard staat. Van alle 80-plussers die gereanimeerd worden, overleeft maar 2 procent, vaak met zware problemen als gevolg.
Van de personen met een lichte vorm van chronisch hartfalen leeft ongeveer de helft nog minimaal 10 jaar. De helft van de patiënten met ernstig chronisch hartfalen of acuut hartfalen heeft een levensverwachting van minder dan 2 jaar.
Ruim de helft (51,1%) was vrouw. De gemiddelde leeftijd was 78,3 (SD 9,1) jaar op het moment dat de diagnose werd gesteld en 82,3 (SD 8,8) jaar bij overlijden. De gemiddelde leeftijd van de mannen op het moment van de diagnose was 76,0 jaar, van de vrouwen 80,5 jaar.