Wij hebben drie soorten houtskool om mee te tekenen, namelijk staafjes houtskool, Siberisch krijt en houtskoolpotloden. We hebben Houtskool staafjes. Die zijn verschillende diktes verkrijgbaar, van 2-3 mm tot wel 15 mm doorsnede. De meeste kunstsnaren gebruiken de staafjes van 4 tot 7 mm dikte.
Tekenhoutskool koop je online bij Blokker.
Everycolor staat bekend om de kleinere merken, die toch, of misschien wel juist daarom, kwalitatief bovenaan staan. Een daarvan is General's: deze houtskool- en grafietpotloden worden in Amerika gemaakt in een van de oudste potloodfabrieken. De kwaliteit is in al die jaren onveranderd goed gebleven.
Zelfs inkt kun je weer “uitgummen” – met de juiste vlakgom
Bijzonder eenvoudig kun je grafiet van potloden uitgummen. Ook bij houtskool lukt dit behoorlijk goed. Maar met de juiste gum kun je zelfs inkt uitgummen.
Er zijn spuitbussen speciaal voor pastel, speciaal voor houtskool, maar ook spuitbussen die universeel zijn. Je hoort vaak dat je een houtskooltekening kunt fixeren met haarlak. Wanneer je je werk met haarlak inspuit, blijft je krijt of houtskool welliswaar netjes op je papier zitten.
Houtskool is kwetsbaar. Met één veeg kan een tekening niet meer zijn wat je voor ogen had. Ook een houtskooltekening is kwetsbaar en kan afgeven. Fixeren is dan de juiste manier om dit te voorkomen.
Er zijn veel verschillende materialen om mee te tekenen en schilderen: soorten papier, potloden, kwasten, stiften en verf. Door ze uit te proberen maak je verrassende creaties en ontdek je waarmee je het liefst werkt. Tekenen en schilderen leer je door veel te proberen. Dit heb je nodig.
Gebruik dezelfde techniek voor de hele schets. Zet eerst de schaduwen aan met houtskool en veeg die daarna uit. Uiteindelijk heeft de hele tekening een basislaag van houtskool. Zorg dat de donkere delen al redelijk donker zijn en laat de lichte delen wat lichter.
Voor het maken van schetsen met zachte potloden (B-potloden) of houtskool kun je volstaan met 120 grams papier. Voor het werken met harde potloden (H-potloden), grafiet stiften en oostindische-inkt gebruik je 170 grams papier. De structuur van het papier bepaalt de gladheid.
Gebruik je te grof papier, dan vallen de mooie details in je tekening weg. Het ideale tekenpapier voor kleurpotloden en schetsen heeft een fijne of gemiddelde textuur. Onze favoriet is het Canson Illustration papier. Het is lekker dik, ideaal voor gelaagde tekeningen met mooie kleurpotloden.
Grafiet is een andere verschijningsvorm (allotroop) van koolstof. Grafiet bestaat dus uit hetzelfde chemische element als houtskool, maar door het verschil tussen de chemische verbindingen ziet het er tóch anders uit en werkt het anders.
Op potloden staan codes vermeld die de hardheid aangeven. HB is een gemiddeld kantoorpotlood. 9H is zeer hard (veel klei en weinig grafiet) en 9B is zeer zacht (veel grafiet en weinig klei).
Ook voor houtskoolpotloden wordt deze manier vaak gebruikt. Je neemt een scherp mes en zet die schuin tegen het potlood aan. Met de ene hand hou je het mes vast en met de andere ondersteun je het potlood. Met snelle bewegingen en een beetje kracht schraap je zo het hout eraf.
Grafietstiften en –staafjes zijn ideaal voor het tekenen van vlakken en tekenen op groot formaat. Een grafietstift is een soort grafietpotlood, maar dan zonder hout. Het volledige potlood bestaat uit grafiet. Super handig, want daardoor kun je niet alleen dunne lijnen tekenen, maar ook vlakken.
Toch kun je een aantal punten aanwijzen waarmee je meer (foto) realistisch gaat tekenen: licht tekenen (het wit van het papier) en shading (vervagen: de manier waarop je schaduwen in elkaar laat overlopen.) Door het tekenen van lagen. Een handige manier die ik vaak gebruikte is de eerste laag met houtskool.
Een doezelaar is een hulpmiddel van opgerold papier waarmee je toonwaarden getekend met potlood vervaagt. Omdat de toonwaarden minder scherp lijken lijkt een tekening dan realistisch. Door te doezelen krijg je dat realistische foto effect van huid op je tekeningen.
Door hout te verhitten waarbij maar een beperkte hoeveelheid zuurstof wordt toegestaan wordt hout “ontleed”. Door de verhitting verdampt een groot deel van de vluchtige bestanddelen van hout. Wat overblijft noemen we houtskool. Houtskool van een hoge kwaliteit bestaat voor het grootste gedeelte uit koolstof.
Het fixeren van je tekening betekent dat je met een fixatiespray je tekening gaat insprayen. Pastel is een kwetsbaar materiaal. Als je per ongeluk met je hand langs de tekening gaat, dan veeg je de tekening uit. Ook blijft je pasteltekening afgeven.
Welk potlood om te schetsen? Voor technische tekeningen of losse schetsen raden wij u aan potloden met een harde tot gemiddelde hardheid (9H tot H) aan te schaffen, bijvoorbeeld een 6H potlood. Hiermee zet u strakke perspectieflijnen of creëert u gedetailleerde constructietekeningen, die niet zomaar vlekken of afgeven.
Zoek voor je begint met tekenen een eenvoudig voorbeeld uit om na te tekenen. Kijk eens in tijdschriften, daar staan vaak simpele tekeningen in ter illustratie van artikelen. Bijvoorbeeld een sierrandje, hartjes, pijlen of bloemen. Pak een vel papier en teken het voorbeeld na.
Een iets dikkere lijn over de buitenste omtrek van een voorwerp op de voorgrond geeft al een behoorlijk diepte-effect, zoals je hierboven kunt zien. Ook door de kleur van lijnen kun je diepte in je tekening krijgen. Gebruik bij voorkeur een donkerdere kleur voor de voorgrond, een lichtere voor de achtergrond.
Wanneer je de tekening hebt gemaakt kun je de fixatief gebruiken. Dit doe je door over je tekening heen te sprayen (zelf gebruik ik een fixatief spray). Hierdoor fixeren de deeltjes houtskool, potlood of ander medium in de achtergrond van je gesso.
Werk in pastelkrijt kan je ook met haarlak fixeren. Leg bij het fixeren altijd je werk plat op de grond, zodat het vocht neut kan gaan loipen met je kleuren. Laat het goed drogen voordat je het oppakt.