De loonheffingskorting kan bestaan uit de volgende heffingskortingen: – de algemene heffingskorting (zie paragraaf 20.2); – de arbeidskorting (zie paragraaf 20.3); – de ouderenkorting (zie paragraaf 20.4); – de alleenstaande-ouderenkorting (zie paragraaf 20.5); – de jonggehandicaptenkorting (zie paragraaf 20.6); – de ...
Loonheffingskorting bestaat uit 2 delen: een algemene heffingskorting en een arbeidskorting. De algemene heffingskorting is voor iedereen die een uitkering of loon ontvangt. De arbeidskorting is daarnaast een extra beloning voor wie werkt en 18 jaar of ouder is.
Voor mensen die werken stijgt in 2024 de arbeidskorting met € 115 voor inkomens rond het wettelijk minimumloon. Werkenden met een salaris vanaf het minimumloon tot bijna € 40.000 gaan er hierdoor op vooruit. In 2025 is de maximale arbeidskorting € 5.599 (dat was € 5.532 in 2024).
U kunt het beste de loonheffingskorting laten verrekenen met uw hoogste inkomen. Dan is uw totale netto-inkomen hoger. Geef uw keuze door aan uw werkgever en aan UWV. Let op: U betaalt te weinig belasting als u de loonheffingskorting laat toepassen op uw uitkering en uw loon.
Deze heffingskorting is afhankelijk van de hoogte van je inkomen (minus de aftrekposten). In 2020 heeft iedereen met een inkomen tot €68.507 iets meer recht op de heffingskorting. Bij een inkomen tot €20.711 bedraagt de algemene heffingskorting altijd €2.711.Voor AOW-ers is dit €1.413.
Wanneer je AOW-gerechtigd bent, heb je recht op een ouderenkorting. Deze korting is inkomensafhankelijk. Bij een inkomen tot € 45.308,- bedraagt de korting € 2.035,-. Voor elke Euro boven de € 45.308,- neemt de korting met 15 cent af (15%).
Als u AOW ontvangt, houdt de Sociale Verzekeringsbank (SVB) bij het uitbetalen van de AOW al rekening met de loonheffingskorting. Is het pensioen hoger dan de AOW?Dan is het raadzaam dat u de korting laat toepassen op uw pensioen in plaats van op de AOW.
Het is verstandig om loonheffingskorting aan te vragen omdat het leidt tot een verhoging van je netto maandelijkse inkomen. Dit komt omdat de loonheffing die de belastingdienst verrekent, verminderd wordt wanneer je hiervoor in aanmerking komt. Hierdoor houd je meer geld over voor andere uitgaven.
AOW-bedragen sinds 1 juli 2024 - Alleenstaande AOW-ontvangers. Wie alleen woont – dus zonder geregistreerd partner – krijgt sinds 1 juli 2024 een maandelijkse AOW van 1.569,75 euro. Dat bedrag is bruto. Het netto AOW-bedrag dat je daarvan overhoudt, is 1.486,24 euro per maand.
Om te weten hoeveel heffingskorting je krijgt, moet je naar de website van de Belastingdienst gaan. Daar vind je een tabel met informatie over de tarieven die worden toegepast op jouw inkomensniveau.
Als u de loonheffingskorting nergens laat toepassen, dan ontvangt u maandelijks minder inkomen. U krijgt de korting wel, maar pas als u aangifte inkomstenbelasting doet.
Wanneer u de AOW-leeftijd bereikt, geldt een aangepast tarief. In 2025 is het tarief in de 1e schijf 35,82% (was 36,97% in 2024).Het tarief in de 2e schijf is 37,48%.Het tarief in de 3e schijf van de loon- en inkomstenbelasting is in 2025 49,50%.
Loonheffingskorting aan of uit? Het liefst zet je het voor je werknemer aan. Het is een heffingskorting op de loonheffingen die van het brutosalaris worden ingehouden door jouw als werkgever waarna het nettoloon ontstaat. De de korting verlaagt de loonheffingen voor de medewerker.
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 7.770, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 15.540 (bedragen voor 2025).
Rekening houdend met de AOW, aanvullend pensioen, inkomen uit vermogen en overig aanvullend inkomen komt het gemiddeld netto pensioen in 2021/2022 uit op €2200,- – €2500,- per maand. Voor alleenstaanden ligt dit bedrag iets lager; gemiddeld tussen de €1400,- en €1700,-.
Via de heffingskortingen krijgt u een korting op de verschuldigde belasting. Ontvangt u AOW, dan komt u in aanmerking voor de ouderenkorting in de heffingskorting. In 2024 is dit € 2.010,- voor AOW'ers met een verzamelinkomen tot € 44.771,-.
Loonheffing hoef je niet zelf te betalen, dit doet je werkgever of uitkeringsinstantie voor je. Voor de loonheffing 2023 was het basistarief van 37,07% verlaagd met 0,14 procentpunt naar 36,93%.
Gaat u op of na uw AOW-leeftijd met pensioen? Dan staat de keuze voor loonheffingskorting automatisch op nee. U kunt dit pas wijzigen nadat uw pensioen is ingegaan.
Loonheffingskorting zorgt ervoor dat je maandelijks meer nettoloon ontvangt. Of je wel of geen loonheffingskorting moet toepassen, hangt af van je persoonlijke situatie. Als je maar één werkgever hebt, is het verstandig om wel loonheffingskorting toe te passen.
Brutobedrag met heffingskorting: € 1.541,53 (zonder heffingskorting: € 1.541,53) Loonheffingsbedrag met heffingskorting: € 0,00 (zonder heffingskorting: € 293,42) Bijdrage Zvw met heffingskorting: € 82,00 (zonder heffingskorting: € 82,00) Nettobedrag met heffingskorting: € 1.459,53 (zonder heffingskorting: € 1.166,11)
In de meeste gevallen is het verstandig om de loonheffingskorting toe te passen op het hoogste inkomen. Over het hoogste inkomen betaal je namelijk ook het meeste belasting. Twijfel je op welk loon je loonbelastingskorting toe moet passen? Je rekent het eenvoudig voor jezelf uit op de site van de Belastingdienst.