Het haakstekenalfabet: De W van Weefsteek. Het is een super makkelijke steek. Wanneer je vasten en lossen kan haken, kun je ook de Weefsteek haken!
Bij de granietsteek haken moet je, om de deken op te zetten, een even aantal steken op zetten. Hierna start je met een vaste in de 4e steek vanaf de haaknaald. Je haakt een losse, slaat een steek over en haakt vervolgens een vaste in de volgende steek.
Wat is de Suzette Steek? De Suzette Steek of Suzette Stitch is een heel eenvoudige haaksteek die heerlijk weghaakt. Door een vaste en een stokje in één steek te haken en vervolgens een steek over te slaan, creëer je een dicht haakwerk met een prachtige textuur.
Wanneer je vasten en lossen kan haken, kun je ook de Weefsteek haken! Het is een afwisseling tussen een vaste en een losse steek in de volgende toer haak je de vaste steken in de losse van de vorige toer en de losse boven de vaste van de vorige toer.
Granietsteek - Doordat je met de granietsteek een platte en stevige en dichte structuur creëert, wordt deze steek veel gebruikt bij het haken van omslagdoeken, sjaals, dekens, plaids en pannenlappen. Het resultaat wat je krijgt met een granietsteek is voor zowel de voor- als achterkant hetzelfde.
Voor de waaiersteek haak je een veelvoud van 10 lossen + 2 lossen. Dat is dus 12, 22, 32, 42 steken enzovoorts. Hoeveel steken je haakt hangt af van hoe dik je wol is, en hoe breed je je werk wilt hebben.
Het symbool dat meestal voor het halve stokje wordt gebruikt in diagrammen is een stokje met een dakje. Als afkorting wordt vaak hstk gebruikt.
En dat er staat sc 2 (= single crochet 2, dus 2 vasten in deze steek), en dan sc (= 1 vaste in de volgende steek), en dat 3 keer herhalen.
De plaid meet 150 x 200 cm. Hiervoor haak je met kettingsteken een ketting van 125 steken. Daarna haak je nog drie steken extra en vervolgens keer je je werk. De volgende rijen zijn met hele stokjes.
Zo brei je je deken
Zet 12 steken op en brei 16 naalden in ribbelsteek. Dit betekent dat je alle steken van alle naalden recht breit. Kant alle steken af behalve de laatste steek. Neem de volgende kleur waarmee je gaat breien en neem, met behulp van de naald, 9 steken op aan de linkerkant van je werk.
De deken is heerlijk warm en een aanwinst in onze woonkamer. Deze gehaakte woondeken (plaid) heb ik gemaakt met 14 bollen Royal van Zeeman op haaknaald 10 met dubbele draad in granietsteek. De deken is heerlijk warm en een aanwinst in onze woonkamer.
Dan keren we het haakwerk om, zodat de haaknaald rechts zit en het haakwerk links. Dan maken we eerst een losse, dat heet de keerlosse, deze telt niet als eerste steek, dus we beginnen in de eerste steek weer te haken door de naald door de 2 lusjes te steken en dan vasten te haken. We haken tot het einde van de toer.
In de achterste lus en in de derde lus haken
De bovenkant van elke steek bestaat uit een soort v-tje, bestaande uit twee lussen. Normaal gesproken steek je onder beide lusjes door. Staat er dat je moet haken in de achterste lus, dan steek je in in de achterste lus.
Zo maak je de granietsteek:
Je start met een opzetrij van lossen of vasten, met een oneven aantal. In de tweede rij haak je 1 vaste, 1 losse, en dan sla je 1 v over. In de volgende steek haak je dan weer 1 v. Daarna weer 1 l, 1 v overslaan enzoverder, tot het einde van je rij.
Toer 1: haak 1 losse, sla 1 losse over en haak dan een vaste. Deze stappen herhaal je totdat je aan het einde van de ketting bent. Als het goed is eindig je met een vaste. Toer 2: haak 1 keerlosse, haak 1 losse, sla de vaste van de vorige toer over, haak een vaste om de losseboog van de vorige toer.
Wol van schapen wordt veel gebruikt voor het haken, net als katoen en acryl. Wol is goed isolerend en kan dus warm of koel werken als je het draagt. Haken of breien met wol is vergefelijk, je kunt makkelijk uithalen en foutjes zijn vaak minder goed te zien dan bij gladde garens zoals katoen.
Stel je wilt een deken van 180×100 cm en je proeflapje weegt 5 gram. Dan heb je 18×10 (zoveel vierkantjes van 10 cm gaan erin) = 180 x 5 (van de 5 gram) = 900 gram nodig. Op elke bol staat het aantal grammen dat er in de bol zit vermeld. Stel je gekozen garen weegt 50 gram per bol dan deel je 900 door 50 = 18.