Er zijn 2 soorten grondrechten: Klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten.
Volgens de wet moet de overheid op het gebied van sociale grondrechten streven naar zorg en ontwikkeling van de burgers, onder meer door het zo mogelijk verschaffen van een recht op pensioen, voldoende woongelegenheid en werkgelegenheid, medische verzorging, een behoorlijke levensstandaard, sociale zekerheid en ...
Absolute grondrechten zijn grondrechten die niet beperkt kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn het verbod op foltering uit artikel 3 van het EVRM. Deze mogen dus nooit beperkt worden ook niet tijdens een noodtoestand.
Grondrechten zijn fundamentele rechten van de mens. Grondrechten worden ook wel mensenrechten genoemd. In Nederland zijn grondrechten vastgelegd in de Grondwet. Voorbeelden van grondrechten zijn de vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, kiesrecht en recht op gelijke behandeling.
De Grondwet telt acht hoofdstukken. Artikel 5.2 van het Statuut van het Koninkrijk bepaalt dat de Grondwet de bepalingen daarvan in acht neemt. De tekst en de indeling van de huidige Grondwet is grotendeels in 1983 tot stand gekomen.
De klassieke grondrechten zijn de vrijheidsrechten die een burger heeft en staan beschreven in artikel 1 tot en met 17 van de Grondwet. In Nederland hebben alle burgers bepaalde rechten die zij kunnen ontlenen aan de Grondwet.
Iedere beperking zal een schending van de grondrechten opleveren. Het grondrecht bevat een beperkingsclausule. De overheid is nu bevoegd te beperken. Voor een rechtmatige beperking, moet deze voldoen aan de voorschriften gegeven in de beperkingsclausule.
Een lege huls
Huisvesting als recht is vastgelegd in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens. Ook in de Nederlandse Grondwet staat dat de overheid de volksgezondheid in Nederland moet bevorderen en moet zorgen voor voldoende goede woningen.
Mensenrechten heten ook wel rechten van de mens of fundamentele rechten. Het zijn rechten die ieder mens toekomen en die geacht worden de grondslag te zijn voor alle rechten die door wet en gewoonte worden gesteld.
De overheid moet de volksgezondheid in Nederland bevorderen en ze moet zorgen voor voldoende goede woningen. Verder schept de overheid voorwaarden voor ontplooiing en vrijetijdsbesteding. De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.
Tot de vrijheidsrechten behoren die op vrijheid van geweten, godsdienst, meningsuiting, vereniging en drukpers. Men is vrij in de keuze van geloof, opvoeding (ouderlijke macht), werk, partner voor een huwelijk, enzovoort.
Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.
Geen absolute vrijheid
De verschillende vrijheden en rechten zijn niet absoluut: een burger kan niet onbeperkt zijn gang gaan. Er bestaat bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst, maar dat betekent niet dat een burger overal en altijd zijn geloof vrij kan uitoefenen.
Artikel 11
Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.
In Nederland mag je zeggen en schrijven wat je denkt zonder daar eerst toestemming voor te vragen. Maar de rechter kan je achteraf wel straffen, als je iets zegt of schrijft dat niet mag volgens een ander artikel van de Grondwet of een andere wet. In dit artikel is de vrijheid van meningsuiting geregeld.
Om de ontketening van een revolutie in de Nederlanden te vermijden stemt Koning Willem II van de een op de andere dag ermee in dat de koning minder macht krijgt en het volk juist meer. De bijpassende Grondwet van 1848, opgesteld door Johan Rudolph Thorbecke, wordt ook wel gezien als het begin van onze democratie.
In Nederland mag je vergaderen en demonstreren. De overheid mag alleen regels voor demonstraties maken in het belang van de verkeersveiligheid en om wanordelijkheden te voorkomen. Het recht tot vergadering en betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
In totaal staan er 30 rechten beschreven in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, een document dat in 1948 door de Verenigde Naties werd ondertekend.
In het algemeen zijn mensenrechten wereldwijd geldende rechten die voor alle mensen gelden, ongeacht het land waar ze verblijven. Grondrechten zijn de in nationale wetgeving vastgelegde rechten die alleen voor burgers van dat land gelden.
Mensenrechten beschermen de waardigheid van ieder mens. Je hebt mensenrechten omdat je mens bent, welk geslacht, etnische afkomst, godsdienst of politieke overtuiging je ook hebt. Deze rechten gelden altijd en overal, voor iedereen.
In Nederland heb je het recht om bij het bevoegd gezag een schriftelijk verzoek in te dienen. Bijvoorbeeld als je een klacht hebt over het optreden van de overheid. Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.
Voorbeelden van landen zonder geschreven grondwet zijn het Verenigd Koninkrijk en Israël. Het constitutioneel recht ligt daar vast in wetten, gewoontes en rechtspraak. Het Verenigd Koninkrijk was een van de eerste landen met een (zij het beperkte vorm van) grondwet. Dat is de Magna Carta uit 1215.
Iedereen in Nederland moet een beroep op de rechter kunnen doen om een onafhankelijke uitspraak te krijgen. Niemand kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent.