Start het best met licht verteerbare groenten in de groentepap (groentepuree) zoals witloof, bloemkool, wortelen, courgette, pompoen, tomaat, spinazie, ... Geef de groentepap liefst 's middags, zo kan die nog goed verteren.
Geschikt fruit om mee te beginnen voor je baby is banaan, perzik, peer en meloen. Groente met een zachte smaak die geschikt zijn om mee te beginnen zijn bijvoorbeeld bloemkool, doperwtjes, boontjes, broccoli, worteltjes of pompoen.
Eerste hapjes: het menu
Geef hem bijvoorbeeld goed geprakte hapjes van groente of fruit. Het is verstandig om te beginnen met zachte smaken, zoals banaan, perzik, wortels of bloemkool. Dan is het verschil met de zoete melkvoeding niet zo groot. Als dit goed gaat, kan je hem ook andere smaken laten proberen.
Start met enkele lepeltjes groentepap. Laat je kind zelf aangeven hoeveel het wil eten. Als je kindje stopt na enkele hapjes, geef je nadien nog melkvoeding bij. Gaat het goed, voer de hoeveelheid dan langzaam op tot gemiddeld 150 gram.
Eerste hapjes
Baby's houden doorgaans van zachte smaken. De eerste hapjes kun je daarom het beste maken met groenten zoals: wortel, bloemkool, doperwten of pompoen. Als je met fruit gaat starten kun je denken aan banaan, perzik, peer of meloen. Uiteraard kun je rustig andere (zachte) smaken proberen.
17 – 18 uur: Warme maaltijd. Een fijn gepureerd groentehapje, bijvoorbeeld doperwtjes, worteltjes, bloemkool of een Olvarit 4+ groentepotje.
De bedtijd van je baby van 4 maanden wordt nu vervroegd en ligt gemiddeld ergens tussen 17:30 en 19:30 uur. Hierbij speelt het een rol hoeveel slaap je baby overdag al heeft gehad. Een baby van 4 maanden heeft gemiddeld behoefte aan ongeveer 11 tot 12 uur slaap. Hiermee komt het totaal aantal uur op 14 tot 17 uur.
Richtlijn hoeveelheid per dag: 150 ml x gewicht in kg. Indien je baby hieraan toe is: 1 à 2 keer per dag een paar lepeltjes geprakte groente of fruit. Voorbeeld flesvoeding: weegt je baby 7 kg? Dan heeft hij ongeveer 7 x 150 ml = 1050 ml flesvoeding per dag nodig.
Baby's van 4 à 6 maanden drinken gemiddeld nog 5 flessen. Gaat de eerste vaste voeding goed, dan kan je de tweede vaste voeding starten. In het begin geef je er nadien ook nog wat melkvoeding bij. De hoeveelheid van een volledige fruitpap en groentepap is ongeveer 150g à 200g.
Nitriet kan bij jonge kinderen ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken. Nitraatrijke groentes zijn: andijvie, bietjes, bleekselderij, paksoi, postelein, sla, spinazie, snijbiet en venkel. Geef deze groentes niet als jouw kindje nog geen zes maanden is.
Als je baby meer vaste voeding gaat eten, vraagt hij langzaam minder borstvoeding. De hoeveelheid melk die je produceert, past zich vanzelf aan. Is jouw baby 4-6 maanden oud? Dan drinkt hij ongeveer 4 tot 5 voedingen per dag van 160 tot 200 ml per voeding.
Als je baby zo'n 4-6 maanden oud is, kun je met de eerste hapjes beginnen en zo de vaste voeding opbouwen. Je kunt je baby bijvoorbeeld gepureerd fruit geven of groenten stomen en prakken. Het kan best zijn dat je baby aan de vaste voeding moet wennen. Daarom kun je de vaste voeding het beste rustig opbouwen.
Signalen van je baby vaste voeding:
Je kindje sabbelt op zijn handje of stopt dingen in zijn mond. Je kindje maakt smakgeluidjes of hapbewegingen. Je kindje heeft veel interesse in jouw eten en volgt met zijn ogen de lepel van je bord naar je mond. Je baby wil meer borst- of flesvoeding dan normaal.
Je geeft de oefenhapjes wanneer je baby geen honger heeft. Dit kan direct na de borstvoeding zijn of tussen twee voedingen door. Je kleintje is dan ontspannen en dat is een goed moment om iets nieuws te proberen.
nieuws Start met vaste voeding vanaf 4 à 6 maanden. Niet vroeger. Traditioneel start je met fruitpap en geef je daarna groentepap, maar dit kan net zo goed andersom. Als je het hapje maar fijn maakt en als het maar een zachte smaak heeft.
Eerst groentehapjes, dan fruithapjes
Zo geef je je kindje op maandag bijvoorbeeld sperziebonen, dinsdag worteltjes en woensdag bloemkool. Op donderdag geef je weer sperziebonen, vrijdag worteltjes en zaterdag bloemkool. Deze variatie is goed! Geef je kindje elke smaak minstens 7 keer zodat je kleintje eraan kan wennen.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Let op: na 6 maanden kan je baby wakker maken voor deze voeding juist een averechts effect hebben. Wanneer je baby dan goed (door)slaapt is ons advies om tussen de 4 en 6 maanden de nachtvoeding van 22:30 geleidelijk af te bouwen.
Je kan aanhouden dat je baby ongeveer 150 ml melk per kilogram lichaamsgewicht per dag nodig heeft. Een voorbeeld: weegt je baby 3,5 kg, dan is er dus 3,5 x 150 ml = ongeveer 525 ml nodig per dag. Dit kan je geven in zeven voedingen van 75 ml, verdeeld over de dag. Maar zes voedingen van 90 ml is ook mogelijk.
Soms wordt beweerd dat je bepaalde soorten fruit beter niet kunt geven tot je kind bijvoorbeeld 1 jaar is, vanwege de spijsvertering of voedselallergieën. Bijvoorbeeld aardbeien of bessen. Maar alle soorten zijn geschikt.
In totaal komt het neer op 14 tot 16 uur slaap. Het goede nieuws is dat het grootste gedeelte van deze uren in de nacht worden gemaakt. Dit is ongeveer 11 tot 12 uur.
Het is niet slecht voor zijn gezondheid. Bouw het wel langzaam op en begin met de mildere kruiden en specerijen. Bijvoorbeeld basilicum, oregano, marjolein, dille, bieslook, bonenkruid, kaneel, nootmuskaat, peterselie en selderij. Pas in het begin op met de wat pittigere kruiden zoals kerrie, paprikapoeder en peper.
Laat je baby in eigen bedje slapen:
Vooral overdag hebben ouders dan de neiging maar wat toegeeflijk te zijn en het kindje in de box of op schoot te laten slapen. Het gevaar daarvan is dat de baby helemaal niet meer in zijn eigen bedje wil slapen en bovendien ook overprikkeld raakt.
Tot je kindje echt een duidelijk dag en nachtritme heeft ontwikkeld maakt het niet zoveel uit waar je kindje slaapt overdag. Volg hier vooral je eigen gevoel in. Slaapt je kindje fijn bij jou in de draagzak of doek, bovenop jou in jouw armen, of juist in zijn eigen bedje. Het is allemaal goed.
Dat is de welbekende '5-10 minuten regel', ook wel de gradual extinction of de gecontroleerde uitdoving genoemd.. Hierbij ga je elke 5 minuten terug om je baby of kind te troosten en het aantal minuten voer je stapsgewijs op. `Je laat je baby gecontroleerd huilen.