Er zijn drie verschillende 'soorten' groeistoornissen: primaire groeistoornissen, secundaire groeistoornissen en de idiopathisch kleine lengte.
Als een kind niet goed groeit, wordt dit een groeistoornis genoemd. Bij baby's gaat groei vooral om gewichtstoename. Bij oudere kinderen gaat het vooral om lengtegroei. Achterblijven in groei is altijd reden voor onderzoek.
Primaire groeistoornissen zijn stoornissen in de lengtegroei die optreden doordat er een afwijking is van het bot of steunweefsel zelf. Hieronder vallen onder meer syndromen, skeletdysplasieën en te kleine lengte bij de geboorte. Secundaire groeistoornissen treden op door factoren buiten het bot en de steunweefsels.
Onvoldoende aanmaak van een van de hormonen die nodig zijn voor de groei (schildklierhormoon, groeihormoon ). Te weinig eten of eenzijdige voeding. Bepaalde geneesmiddelen. Chronische ziektes, zoals nierziektes of longziektes.
Als de jeugdarts of huisarts denkt dat uw kind misschien een groeistoornis heeft, dan verwijzen zij uw kind naar de kinderarts. Deze zoekt of er een oorzaak is voor de vertraagde groei. Heel soms wordt overwogen een kind groeihormoon te geven. Dit kan helpen de groei weer geheel of gedeeltelijk in te halen.
Het syndroom van Sotos is een zeldzame (1 op de 14.000 geboorten) afwijking vooral gekenmerkt door sterke groei tussen het 2e en 3e levensjaar. Patiënten met het syndroom van Sotos hebben meestal motorische- en spraakachterstanden, maar soms een normale intelligentie.
Oorzaak intra-uteriene groeiachterstand
Intra-uteriene groeiachterstand komt soms doordat de baarmoederkoek onvoldoende functioneert. Meestal haalt uw kind deze groeiachterstand binnen één tot twee jaar in. Maar het komt ook voor dat uw kind de rest van zijn leven klein blijft.
Als u als man kleiner bent dan 1,66 m en als vrouw kleiner dan 1,55 m, dan vinden artsen u abnormaal klein. U kunt zich natuurlijk ook klein van gestalte voelen terwijl u medisch gezien 'normaal' bent.
Om de groei te stimuleren moet het natuurlijke groeiproces zoveel mogelijk worden benaderd. Normaal gesproken geeft de hypofyse, de klier die groeihormoon produceert, 's avonds en 's nachts het meeste groeihormoon af aan het lichaam. Je kind moet daarom voortaan iedere avond groeihormoon toegediend krijgen.
Wil je specifiek inzetten op het vergroten van je spiermassa dan luidt het advies om wat meer eiwit te nemen. Dit kan bijvoorbeeld met een combinatie van wat extra kwark of yoghurt, een beker melk, wat kipfilet, tofu en een extra portie noten of bonen.
Erfelijke aandoening met een vertraagde groei, leerproblemen, een vernauwde klep van de longslagader, en een specifiek uiterlijk. Soms is er een verdikking van de hartspier. Lichte bloedingsneiging is frequent.
Wat is de oorzaak van deze ziekte? Als het om een erfelijke groeistoornis gaat, dan kan de oorzaak een verandering in een gen of chromosoom zijn. Er zijn ook andere oorzaken voor groeistoornissen, bijvoorbeeld te weinig voeding. Of voedsel waar niet alle stoffen inzitten die je nodig hebt om goed te groeien.
Bij meisjes treedt deze op als zij een jaar of 11 zijn en bij jongens als zij een jaar of 13 zijn. Deze groei vindt plaats onder invloed van de geslachtshormonen samen met groeihormoon die door het lichaam worden geproduceerd..
Het Silver-Russell syndroom (SRS) is een zeldzame aangeboren aandoening met een genetische oorzaak. Kinderen met SRS lopen vaak al tijdens de zwangerschap een groeiachterstand op, die na de geboorte niet vanzelf bijtrekt. Hierdoor zijn ze kleiner en lichter dan kinderen zonder deze aandoening.
Wat is het Prader-Willi syndroom (PWS)?
Prader-Willi Syndroom (PWS) is een complexe aandoening die veroorzaakt wordt door een genetische afwijking in de Prader-Willi regio op chromosoom 15. PWS gaat doorgaans gepaard met een ongeremde eetlust, hormoontekorten, verminderde spiermassa en een ontwikkelingsachterstand.
Onder invloed van geslachtshormonen gaat de hypofyse meer groeihormoon uitscheiden. Hierdoor versnelt de aanmaak van nieuwe kraakbeencellen in de groeischijven. Tijdens de puberteit ontstaat er daardoor een groeispurt.
Je lengte is meestal genetisch bepaald. 60-80% van je lengte wordt bepaald door het DNA dat je van je ouders hebt meegekregen, terwijl 20-40% van je groei beïnvloed wordt door je omgeving. Hiermee bedoelen we je dieet, gezondheid, hoeveel je beweegt en hoeveel slaap je krijgt.
Dat voeding van invloed is op ons intelligentieniveau is misschien nog niet onomstotelijk bewezen, maar het mag duidelijk zijn dat voeding een grote rol speelt bij de groei en ontwikkeling van kinderen. Zonder voldoende energie kunnen kinderen niet groeien.
Als je gezond eet, genoeg beweegt en niet vaak ziek bent, kun je langer worden. Stress, bepaalde ziektes en het gebruik van alcohol en drugs door de moeder tijdens de zwangerschap kunnen ervoor zorgen dat je minder lang wordt.
Kinderen groeien door groeihormoon en geslachtshormonen. Groeihormoon is een eiwit dat wordt gemaakt in de hypofyse, de hormoonproducerende klier onder aan de hersenen. Groeihormoon heeft directe invloed op de groei, maar ook indirect via de aanmaak van groeifactoren.
Uw kind kan zwaarder worden en beter groeien door meer te eten, vooral voeding waar veel energie en eiwit in zit. Daarom is het belangrijk dat uw kind genoeg eet en de juiste voedingsmiddelen eet of drinkt.
Voeding, omgevingsfactoren en de culturele afkomst van ouders bepalen hoe groot een kind wordt en hoe hard hij groeit. Ook groeihormoon speelt een rol. Als dit te weinig wordt aangemaakt, kan dit leiden tot verstoorde groei. Een tekort kan ook bij volwassenen tot problemen leiden.
De meeste mensen worden uiteindelijk iets groter dan hun ouders. Om te kijken of je in vergelijking met je ouders groot of klein bent kijken we naar je streeflengte. Je kan het zelf ook uitrekenen met de TNO groeicalculator.
Mensen met een primaire groeistoornis hebben – naast een kleine lengte – vaak opvallende uiterlijke kenmerken. De armen en benen zijn bijvoorbeeld relatief kort, of de schedel heeft een afwijkende vorm. Iedere primaire groeistoornis heeft zijn eigen, typische kenmerken.