Geologen als John Phillips en Charles Lyell vestigden een indeling in vier grote eenheden: het oude Primair (tegenwoordig Paleozoïcum), het jongere Secundair (tegenwoordig Mesozoïcum), het nog jongere Tertiair (tegenwoordig verdeeld in Paleogeen en Neogeen) en het jongste Kwartair.
Een geologisch tijdperk is een periode waarin de aarde er bij benadering hetzelfde uitzag. Dat wordt gekenmerkt door een aardlaag waarvan de samenstelling tamelijk constant is en waarin kenmerkende fossielen voorkomen.
Een glaciaal of ijstijd is een periode in de geschiedenis, waarin het klimaat op aarde aanzienlijk kouder was dan tegenwoordig. De laatste koude periode, het Weichselien, eindigde 11.700 jaar geleden. Het Weichselien is bekend als 'de laatste ijstijd'.
Deze wordt opgedeeld in twee tijdvakken: Het Pleistoceen en het Holoceen (waarin wij ons momenteel bevinden). De laatste ijstijd, genaamd het Weichseliaan, eindigde ongeveer 10 000 jaar geleden. De zes glacialen zijn van jong naar oud: Weichseliaan, Saaliaan, Elsteriaan, Menapiaan, Eburoniaan en Pretigliaan.
In de afgelopen drie miljoen jaar zijn er tussen de twintig en dertig ijstijden geweest. In minstens twee daarvan, het Elsterien (tussen ongeveer 475.000 en 410.000 jaar geleden) en het Saalien (tussen ongeveer 280.000 en 130.000 jaar geleden), bereikten de ijskappen Nederland.
Hieronder vindt je een schema met de belangrijkste gebeurtenissen in de verschillende geologische tijdperken. Het oudste tijdperk staat onderaan, omdat de oudste lagen ook meestal onderop liggen. We leven nu in het Holoceen, onderdeel van het Kwartair tijdperk.
Era's zijn zeer lange tijdperken; ze vormen grote delen van de geologische geschiedenis. Een era is onderverdeeld in periodes, en is een onderverdeling van een nog langer soort tijdperk, dat eon wordt genoemd. De lengte van era's kan variëren van 400 Ma voor het Paleoarcheïcum tot 65,5 Ma voor het Cenozoïcum.
Nederland in het Eoceen
In het Vroeg-Eoceen was Nederland grotendeels bedekt door zee, alleen Limburg was vasteland. De zeebodem was op veel plaatsen vrij diep (mogelijk zo'n 200 meter) en er werden kleipakketten afgezet.
Een giga-annum (Ga) is een miljard (109) jaar, in SI-eenheden is dit ongeveer 31,56 × 1015 s.
Het Holoceen, vroeger ook Alluvium genoemd, is het geologische tijdvak van 11,700 jaar geleden tot nu. Het Holoceen volgt op het Pleistoceen, waarmee het samen het Kwartair vormt. Het woord Holoceen is een samenstelling van Oudgrieks: ὅλος, holos, "geheel" en καινός, kainos, "nieuw".
Wat is het antropoceen? Het begrip antropoceen werd gelanceerd door de Nederlandse Nobelprijswinnaar Paul Crutzen. Het betekent 'geologisch tijdperk van de mens', waarin de (desastreuze) invloed van de mens overal op aarde aanwezig is.
Het Watermantijdperk of Aquariustijdperk (Engels: Age of Aquarius) is volgens de astrologie het tijdperk dat het Vissentijdperk opvolgt. Het is een van de twaalf grote tijdperken die telkens beginnen wanneer het lentepunt een ander sterrenbeeld van de dierenriem binnengaat.
Het watermantijdperk is de hemel op aarde die wij allemaal zoeken. Het is een verhoogde frequency/energie niveau (sommige noemen het 5D) waarbij liefde centraal staat. Deze nieuwe energie maakt dat het leven lichter, makkelijker en vol vrijheid is.
Het Aquarius tijdperk is een begrip uit de astrologie. Het is een van de twaalf grote tijdperken die de namen hebben van de twaalf tekens uit de dierenriem. Elk tijdperk duurt 2150 jaar, en maakt deel uit van een cyclus van in totaal 25800 jaar.
Het Pleistoceen is in de geologische tijdschaal een tijdvak van 2,58 miljoen (Ma) tot 11,7 duizend jaar (ka) geleden, én tegelijk de serie gesteentes met die ouderdom (in het verleden ook wel het "diluvium" genoemd). Het Pleistoceen is de vroegste of onderste onderverdeling van het Kwartair.
Het Tertiaire tijdperk, dat 70 miljoen jaar geleden begon wordt vooral gekenmerkt door de grote verandering in het dierenleven. De koudbloedige reptielen lieten het land over aan warmbloedige zoogdieren en vogels. Ook de ammonieten uit de Jura- en Krijt-periode waren opeens geheel uitgestorven.
Traditionele indeling: vier glacialen
De enige twee perioden waarvan met zekerheid bekend is dat gletsjers tot in Noord-Nederland reikten zijn de Saale- en Elster-glacialen.
Ongeveer 10.000 jaar later verdween het ijs, een warme en vochtige periode volgde. Het meegevoerde zand, leem of gesteente bleef achter. De laatste ijstijd (Weichsel ijstijd) begon 110.000 jaar geleden.
Waren er alleen ijstijden in Europa? Nee, ook in Noord-Amerika en Azie.
Hoe zag Nederland eruit? Tijdens het maximum lag er boven het noorden van Nederland dus een laag ijs. In de rest van het land, en ook in Noord-Nederland voor en na het maximum, was sprake van een toendraklimaat. Er groeiden geen bomen en grote struiken, maar alleen kleine struikjes, grassen en mossen.