Ook de fruitsoort bepaalt hoe groot jouw boom wordt. Als half- of hoogstam nemen kweepeer, pruim, perzik en abrikoos de minste ruimte in. De grootte van appel- en perenbomen is rasafhankelijk en een walnotenboom neemt de meest ruimte in.
In een kleine tuin is een laagstam (40 cm) of leivorm ideaal. Die neemt niet veel ruimte in. Een leivorm groeit tegen een schutting of muur aan. Minitree-appels groeien slank omhoog en hebben aan een halve vierkante meter genoeg.
Nog kleiner dan een laagstam, zijn de zogenaamde mini fruitbomen, dwerg fruitbomen, of zuilfruit boompjes. Niet alleen vertakken ze al vanaf heel laag, maar ze blijven ook erg smal. Ideaal voor als je echt weinig ruimte hebt, of voor in een pot of bak. Zuilvormige fruitbomen worden ook wel Ballerina fruitbomen genoemd.
Mini fruitbomen worden vaak tussen de 1,50 en 3 meter hoog. Je kan de groei beperken door de bomen regelmatig te snoeien. Het is daarom belangrijk om altijd te vragen naar de geschatte volwassen hoogte, en niet alleen te kijken naar de huidige grote.
Er zijn in het kort twee soorten minifruitbomen: patiofruitomen die maximaal 1.5 meter hoog worden, en in alle gewone fruitsoorten en -rassen te verkrijgen zijn (hebben de vorm van een kleine boom), en ballerinabomen (ook mini appelbomen of kolombomen) die maar 15cm.
Deze dwergfruitbomen worden in een pot op je terras niet hoger dan 1,5 meter, en in de tuin zo'n 2 meter hoog. Ze zijn heel sterk en goed bestand tegen ziektes, en moeten niet gesnoeid worden. Ze dragen al heel snel, na 1 tot 2 jaar, vruchten.
Halfstam fruitbomen
De boompjes hebben een stamhoogte van 1,20 m en kunnen circa 5 meter hoog worden. Je hebt dus wel een wat grotere tuin nodig voor deze fruitbomen.
Vrijstaande appelboom in een kleine tuin
Wil je graag een vrijstaande appelboom, kies dan een dwergonderstam (M9, tot ca. 2,5 meter hoog). Plant je boom in de volle grond of in een grote pot of bak. Deze onderstam is ook geschikt voor step-over appels.
Net voor het planten graaf je een put waarin de wortels van het plantgoed voldoende ruimte hebben. Voor een fruitboom maak je het plantgat ongeveer 50 x 50 x 50 cm groot, voor struiken mag dat iets kleiner, ongeveer 40 x 40 x 40 cm.
- De breedte is sterk afhankelijk van het fruitsoort maar is meestal tussen de 50cm. en een meter. De takken van deze bomen kunnen bij elkaar gebonden worden en ze zijn dus in elke auto te vervoeren. De meeste bomen hebben hier 10 takken, maar ook dat is sterk afhankelijk van een fruitsoort en ras.
Als je kiest voor een fruitboom zoals de Malus d. Gloster appelboom, heb je er dubbel plezier van. Deze boomsoort geeft heerlijk sappige appels met een prachtige, donkerrode kleur. Met een voedingsrijke bodem kun je rekenen op een zeer krachtige, snelgroeiende boom die ook geschikt is voor de kleine tuin.
Peer, perzik en abrikoos hebben echt een zonnige en beschutte plek nodig. Appels, kersen en pruimen kunnen met iets minder zon toe, maar dan worden de vruchten wel wat minder lekker.
Kersenbomen en pruimenbomen bloeien beide wit en zijn volkomen winterhard. Abrikozen, perziken en amandel hebben roze bloesems. Deze fruitbomen plant je het best op een warme en beschutte plaats.
Wil je het allemaal leuk en handelbaar houden, dan zal je de appelboom moeten snoeien. De appelboom snoeien is namelijk de enige manier om de boom in toom te houden. De appelboom snoeien heeft als bijkomend voordeel dat je de boom in een mooie vorm houdt. Bovendien komt het ook de groei van de appels ten goede.
Het klein houden van een Kersenboom vergt enige energie tijdens de snoeiperiode. Het is niet de bedoeling dat u de boom volledig kortwiekt. Want dit heeft invloed op de oogst die daarna in de zomer volgt. Snoei daarom altijd pas na de oogst, hierbij kunt u dode, beschadigde en kruisende takken wegsnoeien.
Er is ook een mini-kersenboom leverbaar deze wordt maximaal 150 cm groot en is zelfbestuivend! Ideaal voor een balkon, patio of een kleine tuin. Deze soort zou u zelfs kunnen gebruiken om een fruithaag mee aan te leggen.
Dit ras is een ballerinafruitboom (ookwel kolomfruitboom of mini appelboom genoemd). Dit betekend dat de boom (bijna) geen zijtakken maakt, en daarom maar 15 tot 20cm. breed wordt. De appels groeien direct aan de stam.
Over het algemeen zijn er twee ideale periodes waarin je bomen het beste kunt planten. In het voorjaar, in de maanden maart – april, of in het najaar, in oktober – november. Het mooiste is om de bomen te planten wanneer de bladeren van de bomen zijn gevallen.
De Elstar appelboom geeft zeer makkelijk vrucht. Gala is een bekende appel in Nederland. Deze kleine, oranjegekleurde appel is vrij zoet van smaak en geeft vrij makkelijk vrucht. Toch is dit ras niet zelfbestuivend, en heeft dus een andere appelboom in de buurt nodig.
Een fruitboom heeft ook ruimte nodig om te kunnen groeien. Hoeveel ruimte een boom nodig heeft kun je zien aan de kroondiameter van de volwassen versie van die boom. Voor een pruimenboom is dit bijvoorbeeld 6 meter en een appelboom tussen de 10 en 12 meter.
Jonagold' is een middelgrote appelboom die vooral op jonge leeftijd snel groeit. De kroon is halfopen en ovaal. Op latere leeftijd is de kroon breed ovaal tot vrijwel rond. De boom zal 6-8 m hoog worden.
Enkel de stamlengte is verschillend, bij halfstam ca 1,5 m en bij hoogstam is dit ca 2 m. - Laagstam appel- en perenbomen kunnen op ca 1,5 (2) meter van elkaar geplant worden. Afhankelijk van de onderstam, grondsoort en ras kan de aanbevolen afstand nog verschillen. WANNNEER OOGSTEN.
Voor appel- en perenbomen moet je er rekening mee houden dat die pas na 2 a 4 jaar na het aanplanten vruchten zullen geven. Kersenbomen zullen ietsje sneller vruchten geven pakweg na 2 a 3 jaar. Perzikbomen geven meestal meteen vruchten.
De meeste groenten blijven maar één of twee seizoenen in je moestuin terwijl de meeste fruitbomen 30, 40 jaar tot wel 100 jaar oud kunnen worden. De levensduur van fruitbomen is natuurlijk ook wat afhankelijk van de verzorging en grootte. Hoe ouder een boom kan worden, hoe groter hij wordt.