Er zijn grofweg drie manieren om aan de zelfredzaamheid van een cliënt te werken. De motivatie van de cliënt versterken, de cliënt weer leren dingen zelf te doen (een stoma verzorgen, dingen zelf regelen) of de omgeving aanpassen (inzet van hulpmiddelen, aanpassen van de woning).
Letterlijk betekent zelfredzaamheid: jezelf kunnen redden. Zelfredzaamheid is hoe goed mensen zich kunnen redden op alle levensterreinen, met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg.
Zelfredzaam is: aan- en uitkleden, zelf eten en drinken, zindelijkheid etc. Zelfstandigheid is het zelf op onderzoek uitgaan, zelf oplossingen zoeken en om hulp vragen, jezelf als drive ervaren en inzetten.
Vijf niveaus van zelfredzaamheid
De niveaus zijn aangegeven met een score: een getal tussen 1 en 5 en met een korte beschrijving: 'acuut probleem', 'niet zelfredzaam', 'beperkt zelfredzaam', 'voldoende zelfredzaam', en 'volledig zelfredzaam'.
Het gaat om de praktische handelingen, de zelfregie, en om het vermogen van mensen om zich zoveel mogelijk te redden met medewerking van kennissen, vrienden, familie, vrijwilligers en buren. Dit noemen we ook wel 'samenredzaamheid'.
Zelfredzaamheid vergroten
Dat begint ermee door kinderen meer te stimuleren om dingen zelf te doen, zelf oplossingen te bedenken, uit te proberen en zelf keuzes te maken. Men noemt het ook wel autonomie ondersteunend onderwijs/opvang.
Er zijn twee nieuwe meetinstrumenten die de zelfredzaamheid van kwetsbare personen in kaart brengen. De Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) Jongeren meet de zelfredzaamheid van personen vanaf 12 jaar.Het instrument ZRM-Huishoudens meet de zelfredzaamheid van een meerpersoonshuishouden.
Pubers moeten de kans krijgen om zelf beslissingen te nemen. Als ouder kun je je kind geleidelijk meer verantwoordelijkheid geven, eerst bij minder belangrijke zaken, later bij grotere dingen. Geef je puber vanaf de brugklas de verantwoordelijkheid voor school en het huiswerk.
Eigen regie gaat over het vermogen om zelf te kunnen bepalen wat je wilt doen en hoe je dat wilt organiseren. Begrippen die vaak in dit verband worden genoemd zijn zelfredzaamheid (zelfstandig mee kunnen doen), eigen kracht (zelf kunnen) en eigen verantwoordelijkheid (zelf moeten of mogen).
Deze 4 domeinen bestaan uit de woon-en leefomstandigheden, participatie (het sociale leven van de cliënt), mentaal welbevinden en autonomie, en het lichamelijk welbevinden en gezondheid. Met behulp van de vier domeinen wordt uw levenskwaliteit gewaarborgd.
Stap 4 en 5 Nadat de doelen zijn opgesteld in de vier domeinen beschrijf je welke concrete zorgactiviteiten er bij dit doel horen (stap 4) en ga je deze activiteiten uitvoeren (stap 5). Stap 6 Stap 6 is een belangrijke stap; je bekijkt of datgene wat je doet goed is.
Zelfredzaamheid heeft invloed op verschillende levensgebieden. In de woonsituatie, maar ook op het gebied van mobiliteit of sociale redzaamheid. Door zelfredzaamheid te stimuleren kan zorg of intensivering van zorg worden uitgesteld of zelfs voorkomen.
Het is belangrijk dat je kind zelfredzaam wordt. Niet alleen omdat het voor jou als ouder fijn is dat je kind steeds zelfstandiger wordt en zich prima redt zonder jou.Het is ook goed voor het zelfvertrouwen en het zelfbeeld van je kind.
Tussen de 16 en 27 jaar doorlopen jongeren een fase waarin we steeds meer zelfstandigheid en zelfredzaamheid van hen verwachten. Ze gaan zelfstandig wonen, hun eigen geld verdienen en moeten steeds meer beslissingen zelf nemen. Bij ongeveer 85% van de jongeren lukt dat wel, met de hulp van ouders en vrienden.
Maar zelfredzaamheid, is niet alleen jezelf kunnen helpen op lichamelijk gebied. Dat andere deel, zelf beslissingen nemen, zelf de regie over je eigen leven nemen, je autonomie hernemen, dat is niet afhankelijk van wat je lichamelijk kan.
U kunt hulp krijgen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) als u problemen heeft met zelfredzaamheid. Volgens de wet bent u zelfredzaam als u de dagelijkse dingen zelf kunt doen. Bijvoorbeeld: douchen en uzelf aankleden.
Zelfredzaamheid = het individuele vermogen om handelingen die mensen in het gewone leven verrichten, zelfstandig te kunnen doen. Samenredzaamheid =het collectieve vermogen om handelingen te kunnen doen, die mensen in het gewone leven zonder professionele inmenging verrichten.
Zelfredzaamheid legt de nadruk op zelfstandig functioneren en zelf doen.Zelfmanagement legt de nadruk op zelf bepalen en kwaliteit van leven.
Zelfredzaamheid is: Het vermogen van mensen om zichzelf te redden op alle levensterreinen met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg. Dit is samenredzaamheid Samenredzaamheid is de zelfredzaamheid van mensen met behulp van hun sociale netwerk.
Zelfregie betekent ondersteund worden in eigen keuzes om te werken aan eigen kracht. Iedereen heeft kracht in zich. Door mensen deze kracht te laten ervaren, groeien mogelijkheden en optimisme. Dit kan onder meer door aandacht te geven aan successen.