Plato's ideale staat is een driestandenmaatschappij. Zij is gebaseerd op de driedeling van de ziel. De drie standen zijn: de werkers, de wachters en de bestuurders. Zij zijn het politieke equivalent van achtereenvolgens het begerende, het moedige en het redelijke deel van de ziel.
Bij Plato is de ziel het morele en intellectuele zelf, dit in onderscheid met de passies en lust c.q. plezier en allerlei zintuiglijke aspecten van het menselijk bestaan.
Volgens Plato is de mens in staat deze Ideeën te kennen. In de Meno geeft hij hiervoor als verklaring dat onze ziel in een eerder leven de Ideeën heeft aanschouwd, en zich deze weer herinnert (anamnese) als ze, in ons lichaam verblijvend, de flauwe afschaduwingen ervan in de voorwerpen om ons heen ziet.
Rechtvaardigheid is volgens Plato “iedereen geven wat men hem verschuldigd is”.
De Ideeënleer (ook wel Vormenleer) is een bekende theorie van Plato. Plato stelt dat de realiteit bestaat uit twee niveaus, namelijk de waarneembare, zintuiglijke wereld waarin alles veranderlijk is en de eeuwige, onveranderlijke wereld die alleen toegankelijk is voor het denken.
Rechtvaardigheid in de staat houdt voor Plato in dat iedereen doet waar hij het best voor geschikt is. Omdat hij ervan uitgaat dat mensen niet gelijk zijn, is zijn ideale staat dus geen democratie. Om dezelfde reden brengt hij een hiërarchie aan binnen de vijf mogelijke staatvormen.
Waarom is rechtvaardigheid belangrijk? Zonder rechtvaardigheid kunnen andere mensen geschaad worden. Er heerst onveiligheid en onschuldige mensen lijden.
Rechtvaardigheid is juist en eerlijk handelen naar de situatie. Dit begrip uit de ethiek, het recht en de politieke filosofie was bij de Grieken en in het katholicisme vooral een ethische deugd. Bij de Romeinen werd het ook de grondslag van het recht.
Van de Griekse Filosofie wordt vaak gezegd dat deze écht begint bij Socrates, Plato en Aristoteles. We bevinden ons dan in de vierde eeuw voor Christus, in het oude Athene. Aristoteles en Socrates zijn elkaar nooit zijn tegengekomen, want Aristoteles werd pas na de dood van Socrates geboren.
Hij schreef een aantal dialogen over zeer diverse onderwerpen en werd met zijn ideeënleer de aartsvader van het filosofisch idealisme. De Ideeënleer gaat ervan uit dat er eeuwige, slechts met het verstand waarneembare 'Ideeën' bestaan waar de zichtbare wereld om ons heen van is afgeleid.
De filosoof Plato doorzag als geen ander de doortrapte sofisten uit zijn tijd. In dit postuum interview: was de grote ontmaskering van Cambridge Analytica voor hem geen feest der herkenning?
Chr.), een leerling van Plato, stelde een klassieke definitie van waarheid op: Waar is, van iets dat zo is, te zeggen dat het zo is, en van iets dat niet zo is, te zeggen dat het niet zo is. Dit is een eerste formulering van de correspondentietheorie, die doorheen de geschiedenis van de filosofie heel dominant bleef.
Volgens de Islam heeft elke mens een ziel. Een ziel die zondeloos en onbedorven is omdat in in de Koran 32:9 staat :" Dan vormde Hij hem en ademde hem van Zijn geest in." Immers hoe kan in de Adem van God wat de mens leven verschaft, iets slechts in zitten? En waarom zijn alle mensen gelijk voor God?
Wellicht is het slecht tegen onrecht kunnen nog sterker dan het gevoel voor rechtvaardigheid te zijn. Rechtvaardigheidsgevoel heeft o.a. met jouw normen te maken. Een norm is wat je moet van jezelf of wat je niet mag. Maar ook wat je vindt dat anderen zouden moeten of wat je vindt dat ze niet zouden mogen.
Bij rechtvaardigheid denken we aan de woorden eerlijk en betrouwbaar. Als je rechtvaardig bent, ben je recht door zee en redelijk. Je zal niet partijdig zijn, maar in alle eerlijkheid jouw standpunt aannemen. Rechtvaardigheidsgevoel is dan – zoals het woord al zegt – meer een gevoel.
Aristoteles' leermeester Plato had daar echter een andere opvatting over. Hij vond ambachtslieden die gebruiksvoorwerpen maakten veel nuttiger, zij hadden immers de vormen bedacht en kunstenaars deden niets anders dan de voorwerpen namaken. De inspiratie en het creatieve proces begint dus bij het ambacht.
Chr.) of Sokrates (Oudgrieks: Σωκράτης) was een klassiek Grieks Atheense filosoof. Hij wordt beschouwd als een van de stichters van de westerse filosofie, al liet hij zelf geen geschriften na.
Hij ging o.a. naar Egypte waar hij geometrie en astronomie leerde en naar Kyrene waar hij wiskunde leerde. Ook reisde naar Zuid-Italië en Sicilië (deze plaatsen hoorden toen tot Groot Griekenland) en leerde hoe filosofie te combineren was met politieke macht.
Plato symboliseert de speculatieve filosofie doordat hij naar boven wijst, naar het spirituele, het bovennatuurlijke. Aristoteles wijst juist naar de aarde, als bron voor alle wetenschappelijke kennis. De boeken die ze in handen hebben verwijzen hier ook naar.
Platonische liefde (amor platonicus) of een platonische relatie staat voor een liefdesrelatie zonder seks. Een innige vriendschap wordt wel omschreven als een platonische liefde. Een platonische verhouding of liefde is niet hetzelfde als een verstandshuwelijk.
Plato's grot
Plato geloofde dat belangrijke ethische waarden bestaan in de vorm van Ideeën. De Idee is een perfect voorbeeld van hoe iets zou moeten zijn. Deze Ideeën bestaan los van de aarde en blijven voor altijd hetzelfde. Wij vinden bijvoorbeeld dat sommige dingen rechtvaardiger zijn dan andere.