Wanneer iemand een fysieke (of motorische) beperking heeft, is zijn bewegingsmogelijkheid verstoord. Onder deze diverse groep beperkingen vallen onder meer mensen met onvrijwillige bewegingen (spasmen of tremors), coördinatieproblemen, verlamming, artritis en mensen met ontbrekende ledematen.
Wat zijn de oorzaken van een verstandelijke beperking? Verstandelijke beperkingen kunnen tal van oorzaken hebben, zoals genetische factoren, prenatale problemen, complicaties rondom de geboorte, oplopen van een infectie en blootstelling aan bepaalde stoffen. Ook zijn er mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH).
Lichte verstandelijke beperking: IQ 50/55-70. Matige verstandelijke beperking: IQ 35/40-50/55. Ernstige verstandelijke beperking: IQ 20/25-35/40. Diepe verstandelijke beperking: IQ lager dan 20/25.
Algemene kenmerken die bij een verstandelijke beperking kunnen horen zijn: Een IQ onder de 75. (Blijvende) achterstand in de ontwikkeling, zowel verstandelijk als lichamelijk zoals moeite met leren of bewegen. Psychische problemen zoals moeite met communicatie en aangaan van (vriendschaps)relaties.
Gedragsproblemen. De gedragsproblemen die zwakbegaafde kinderen over het algemeen meer laten zien dan gemiddeld begaafde kinderen hebben vaak te maken met overbeweeglijkheid, concentratie, impulsiviteit, koppigheid en agressie. Het kan zo zijn dat door de lagere intelligentie het normbesef van het kind zwak is.
De functiebeperking of beperking is wat het individu zelf ervaart aan beperkte bewegingsvrijheid of pijn. De handicap zelf is vooral een onaangepastheid van de samenleving en heeft minder te maken met de personen met een beperking.
Termen als 'invalide' en 'mindervalide' zijn ernstig verouderd en worden als kwetsend ervaren. Gangbaarder is om te spreken over 'mensen met een beperking'. En specifieker: 'mensen met een fysieke beperking', 'mensen met een verstandelijke beperking' en 'mensen met een psychische kwetsbaarheid'.
Zwakbegaafdheid: Een IQ tussen de 70 en 85. Problemen met leren of het uitvoeren van dagelijkse handelingen. Achterblijven in de ontwikkeling.
In Nederland hebben ongeveer 2 miljoen mensen een beperking. Ze zijn bijvoorbeeld slechtziend, doof, hebben een lichamelijke of verstandelijke beperking of gedragsproblemen. Hun behoefte aan zorg en ondersteuning is verschillend. Net als wat hun naasten nodig hebben.
ernstige verstandelijke beperking (IQ 20-34 / ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 5 jaar); matige verstandelijke beperking (IQ 35-49 / ontwikkelingsleeftijd 6-9 jaar; milde verstandelijke beperking (IQ 50-70 / ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar).
Functionele neurologische stoornissen (FNS) is een aandoening waarbij mensen problemen ervaren met dingen zoals bewegen, praten, zien of horen. Deze problemen ontstaan doordat de communicatie tussen de hersenen en het lichaam verstoord raakt, maar gelukkig is er geen schade aan de hersenen of het zenuwstelsel zelf.
Niet iedereen kan even slim zijn. Naast heel slimme mensen bestaan er ook mensen die laag scoren op een IQ-test.
Zelfs als je een laag IQ hebt, kun je op veel andere manieren slim zijn en veel andere talenten en vaardigheden hebben die niet op één enkele test worden weerspiegeld. Andere factoren zoals hard werken, veerkracht, doorzettingsvermogen en algemene houding zijn belangrijke puzzelstukjes.
Grove schatting: ruim 700.000 mensen met IQ tussen 70 en 85 en sociale redzaamheidsproblemen. Ongeveer 2,3 miljoen mensen in Nederland hebben een IQ tussen 70 en 85. Een deel van hen heeft zodanige sociale redzaamheidsproblemen dat ook zij toegang hebben tot de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen.
Het meest gerapporteerd worden beperkingen in bewegen, gevolgd door beperkingen in horen en zien.
Iemand met zwakbegaafdheid heeft een IQ tussen de 70 en 85. Iemand met een lichte verstandelijke beperking heeft een IQ tussen 50-70 en beperkingen in het aanpassingsvermogen die zijn ontstaan gedurende de ontwikkelingsperiode.
Een IQ tussen de 20 en 35 duidt op een ernstige verstandelijke beperking. Mensen met een ernstige verstandelijke beperking hebben een ontwikkelingsleeftijd tussen de twee en vier jaar. Een ernstige verstandelijke beperking wordt vaak al duidelijk tijdens de eerste levensjaren.
Gedrag waar je op kan letten zijn: nieuwe/toegenomen concentratieproblemen, slaapproblemen, gejaagdheid of onrust, opvliegendheid, maar ook problemen met voeding of gebruik van alcohol of drugs. Reacties en emoties. Wanneer we (even) niet lekker in ons vel zitten, merk je dat aan de manier waarop we ons uiten.