Zeezoogdieren zoals zeehonden, dolfijnen en walvissen, zien nóg minder kleuren. Die arme stakkers hebben doorheen de evolutie slechts één kegeltje overgehouden. Ze kunnen geen enkele kleur onderscheiden en zien alles in vijftig tinten grijs.
Ónze ogen zijn gevoelig voor rood, groen en blauw. Maar met rood, groen en blauw kun je geen UV mengen. De meeste vogels hebben vier soorten kegeltjes: rood, groen, blauw én UV! Zij kunnen dus meer kleuren zien dan wij!
Vogels, reptielen, amfibieën en vissen zien mogelijk kleuren waar wij ons geen voorstelling bij kunnen maken. Dat zeggen onderzoekers die experimenten hebben gedaan met wilde kolibries waaruit blijkt dat zij vijf zogeheten 'niet-spectrale kleuren' kunnen zien.
Het knipvlies houdt het oog schoon en vochtig. Net als bij mensen bestaat het netvlies van vogels uit staafjes en kegeltjes. Met de staafjes zien vogels licht en donker. Kegeltjes zorgen ervoor dat vogels kleuren waarnemen en een scherp beeld hebben.
Minder kleurrijk
Honden hebben slechts twee soorten kegeltjes (mensen drie). Het kleurenspectrum bestaat hierdoor alleen uit blauw, violet en geel. Rood lijkt voor honden geelachtig, groen kunnen ze helemaal niet waarnemen en purper ziet er simpelweg grijs uit.
Nee, honden kunnen niet huilen. Honden en ook andere dieren hebben wel traanproductie en emoties, maar er is niet vastgesteld dat dit ook aan elkaar gekoppeld is. Oftewel: honden huilen niet zoals mensen. Mensen zijn voor zover bekend de enige wezens die huilen als gevolg van emoties.
Het is onmogelijk om echt te bewijzen of geesten bestaan en of honden ze kunnen zien als ze dat doen. Wat waar is, is dat honden dingen kunnen zien, ruiken en voelen die mensen niet kunnen.
In plaats van de drie 'kleursensoren' of kegeltjes die mensen hebben, hebben ze er vaak slechts twee: eentje voor blauw en eentje voor geel. Rood, oranje en alle varianten tussenin zien ze helemaal niet. En dat is zo voor de meeste zoogdieren in onze natuur: ook muizen, ratten, konijnen, vossen, everzwijnen, herten, …
Zo zijn er bijvoorbeeld een paar roofvogels die nóg scherper zicht hebben dan wij. Dat is logisch; zij moeten vanaf grote hoogte kleine prooien kunnen spotten. Chimpansees en andere primaten zien ongeveer net zo scherp als wij doen. Een dier dat net niet aan ons zicht kan tippen, is de kat.
De fovea is een kleine verlaging in het netvlies, die voor honderd procent bestaat uit kegeltjes. Met dit gedeelte zie je het meest helder en scherp. Honden zien details dus minder goed, wel tot zes keer minder dan mensen. Bewegende voorwerpen merken ze wel meteen op, tot op een afstand van 800 tot 1000 meter.
Gedragsonderzoek uit 1970 wijst uit dat konijnen een beperkt aantal kleuren zien. Ze zien in de kleuren blauw en groen. Ze zien deze kleuren misschien niet zoals wij ze onderscheiden, maar ze kunnen wel onderscheid maken tussen deze twee kleuren. Konijnen kunnen wel veel beter in schemer zien dan mensen kunnen.
Toch zijn hun zintuigen niet helemaal perfect: ze zijn kleurenblind voor rood en groen en zien deze kleuren als tinten zwart en grijs. Koeien zijn herbivoren. Het zijn natuurlijke grazers die rondlopen om grassen en andere lekkere planten te vinden.
Koeien zien maar zo'n 30 procent van wat de meeste mensen zien. Ze hebben wel een blikveld van 330 graden. Het verschil tussen licht en donker nemen de herkauwers extremer waar. Hun ogen hebben meer tijd nodig om te wennen aan andere lichtverhoudingen.
Kippen kunnen slecht zien in het donker
In het donker zien is zeker niet hun sterkste eigenschap. Omdat kippen afstammen van dinosauriërs en aanvankelijk geen prooidieren waren, hoefden ze zich niet in het donker te verstoppen. Dit is echter ook de reden waarom kippen tegenwoordig 's nachts bescherming nodig hebben.
Het gezichtsvermogen van postduiven is totaal anders dan dat van mensen. Het is een wetenschappelijk bewezen dat postduiven gepolariseerd licht ofwel Ultra Violette(UV) straling waar kunnen nemen. En ze zien een heel panorama van bijna 360 graden in een oogopslag.
De gemiddelde duif heeft een slecht ontwikkeld nachtzicht. Ze heeft wel een uitzonderlijk goed ontwikkeld kleurenzicht. En dat dankt ze vooral aan een grote variatie aan kegeltjes.
Daag een vreemde hond nooit uit
Kijk een vreemde hond nooit recht in de ogen, want daarmee daag je hem uit. Het niet recht aankijken, is een effectieve non-verbale vorm van communicatie om een toch al gestreste, angstige of agressieve hond niet verder over de rooie te jagen.
Honden kunnen alleen geel en blauw tot ultraviolet licht oppikken. Hierdoor kunnen ze geen onderscheid maken tussen de meeste kleuren. Dankzij de ogen aan de zijkant van hun kop, hebben honden een gezichtsveld van 240 graden vergeleken met het menselijke veld van 200 graden. Ook kunnen honden 's nachts heel goed zien.
Kattenogen bevatten daarentegen juist veel minder kegeltjes dan die van mensen. En de kegeltjes zorgen voor het zien van kleuren. Mensen kunnen de 3 primaire kleuren zien: rood, geel en blauw. Katten kunnen maar 2 primaire kleuren zien: geel en blauw (en natuurlijk de combinatie tussen deze twee, namelijk groen).
Paarden kunnen dus kleuren onderscheiden, maar minder goed als mensen (die wel alle kegeltjes hebben). Je kunt dit vergelijken met een persoon die kleurenblind is. Een paard kan blauw, geel, wit en grijstinten goed van elkaar onderscheiden, maar rood en groen bijna niet.
Door de opstelling van hun ogen kunnen ze hun ogen onafhankelijk van elkaar bewegen. Ze hebben daarom een breed gezichtsveld en kunnen kleine kleurveranderingen vrijwel onmiddellijk oppikken. & 5. Schapen en geiten - grazende dieren had je waarschijnlijk niet verwacht in deze top 5.
Zij hebben ook kegeltjes op hun netvlies, maar zoveel, dat zij er vier of mogelijk zelfs vijf basiskleuren mee zien. Dus hun wereld bestaat uit mengelingen van vier tot vijf basiskleuren, zóveel kleur dat een mens het zich eigenlijk niet eens kan voorstellen.
Mensen krijgen tranen als ze boos zijn, verdrietig of juist heel blij. Dieren niet. Een hond gaat bijvoorbeeld kwispelen, een kat gaan miauwen. Er zijn dus wel emoties maar er komen geen tranen bij.
Het gehoor en het richtinghoren van katten is veel beter dan bij mensen. Waar de bovenste hoorgrens voor volwassen dieren bij ongeveer 50.000 hertz ligt, kunnen jonge katten zelfs nog tonen tot horen 100.000 Hz. Wij mensen hebben al geluk als we een geluid van 20.000 Hz kunnen horen. Bij ouderen neemt dit snel af.
Net als mensen dromen huisdieren over dingen die ze overdag meemaken om hun dag te verwerken. Het is ook heel aannemelijk dat jouw hond of kat over jou droomt, over je gezicht en geur. Maar bijvoorbeeld ook hoe ze je kunnen irriteren of blij maken.