Meer dan 70.000 jaar geleden, in de beginperiode van de laatste ijstijd, jaagden op de toendravlakte neanderthalers op rendieren, muskusossen en zelfs op mammoeten. Uit het Ketelmeer bij Dronten kwam een vuistbijl van hen tevoorschijn.
In Nederland leefden verschillende dieren tijdens de ijstijd. Paarden, herten, wolven, vogels, vissen, hyena's, marmotten, sneeuwuilen en poolvossen.Maar ook mammoeten, wolharige neushoorns en sabeltandtijgers.
Neanderthalers en mammoeten
Delen van Nederland waren bedekt met een dikke laag ijs. Er leefden wel mensen, de neanderthalers. Dit volk leefde van dieren waarop ze jaagden met pijl en boog en puntige priemen van steen. Ze jaagden vooral op de mammoet.
Wat aten de mensen in de ijstijd? Mammoet, vissen, bessen met soep, neushoorns, herten, bizons enz.
Recent gepubliceerde studies op basis van pollenonderzoek in permafrost-gebieden tonen dat kruidachtige planten tijdens de laatste ijstijd tot 63% van de flora innamen met daaronder soorten als weegbree en chrysanthemum. Ongeveer 27% van de vegetatie bestond uit grassen.
Gemiddeld lag de temperatuur in de Kleine IJstijd in ons land zo'n 1 tot 2 graden onder de temperaturen van tegenwoordig. In de Grote IJstijden lag de jaargemiddelde temperatuur in West-Europa zo'n 10 graden lager dan nu.
Tijdens deze ijstijd bereikte het landijs Nederland: het ijs reikte tot de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen. Langs deze lijn en ook ten noorden vinden we uitgesproken vormen in het landschap die in die periode gevormd zijn. Vormen die door het landijs in het Saalien zijn ontstaan.
Onderzoek laat zien dat de oermens een alleseter was en in die tijd moest eten wat voorhanden was; fruit, vis, vlees en noten. Maar het voedsel waarop al onze voorouders konden terugvallen waren knollen en wortels, die net als granen, veel zetmeel bevatten en daarmee energie leveren.
IJstijden duren ruwweg 90.000 jaar en worden afgewisseld met kortere warme perioden. De warme perioden duren tussen enkele duizenden jaren tot meer dan tienduizend jaar bij de huidige piek. Maar er komt onherroepelijk een einde aan.
Tijdens het maximum lag er boven het noorden van Nederland dus een laag ijs. In de rest van het land, en ook in Noord-Nederland voor en na het maximum, was sprake van een toendraklimaat. Er groeiden geen bomen en grote struiken, maar alleen kleine struikjes, grassen en mossen.
De laatste ijstijd begon ongeveer 115.000 jaar geleden en eindigde ruim 10.000 jaar geleden. Tussen 115.000 en 130.000 jaar geleden was het klimaat warm. Die periode is vergelijkbaar met nu qua temperatuur.
Rond 10.000 jaar geleden was de aarde al een stuk warmer, ook al was de ijstijd toen 'pas' zo'n 1700 jaar voorbij. De permafrost smolt langzaam maar zeker, waardoor deze alleen in noordelijke gebieden aanwezig bleef.
Dodo: uitgestorven door de mens
Een van de dieren die we nooit meer gaan zien is de dodo; deze grote lopende vogel werd aan het einde van de 17e eeuw voor het laatst gezien.
Uitgestorven dieren in de afgelopen tien jaar
Helaas zijn er tegenwoordig nog steeds dieren die van de aardbodem verdwijnen. Recent uitgestorven dieren zijn onder andere: de Tasmaanse tijger, de Berberleeuw, de Gouden pad, de Caribische Monniksrob en de Balinese tijger.
Je vindt hier pinguïns, walvissen, zeehonden, albatrossen, zeevogels en ongewervelde dieren zoals krill die de basis vormen van het Antarctische voedsel voor de overige dieren. In de wateren rond Antarctica leven maar liefst vier soorten zeehonden; de luipaard, crabeater, Weddell zeehond en de zeeolifant.
De ijstijden duurden gemiddeld ongeveer 80.000 jaar glaciaal en interglacialen ongeveer 20.000 jaar.
De draai die de aarde rond de zon maakt, en waar die een jaar over doet, noemen we de omwenteling van de aarde. Die baan van de aarde rond de zon wordt steeds langer of steeds korter, en dat wisselt ieder 100.000 jaar. Als de baan om de aarde langer wordt, zitten we in een ijstijd.
Hoe zag Nederland eruit tijdens de ijstijd? Zo was het landschap kaal en lag bijvoorbeeld de Noordzee droog. Het was een grote steppe, waar prehistorische dieren als mammoeten en wolharige neushoorns liepen. Ook lag er in het noorden van Nederland veel sneeuw en een dikke laag ijs.
De gemiddelde levensverwachting in de steentijd was rond dertig jaar, om maar wat te noemen. En zelfs nu staat China met een gemiddelde van 73 jaar nog steeds slechts op de tachtigste plaats in de lijst van landen waar mensen het oudst worden – net boven Nicaragua en Colombia.
Als ontbijt aten ze pap, pannenkoek, aardappel of brood met reuzel, stroop en af en toe jam. Als hoofdmaaltijd aten ze meestal een stamppot met veel aardappelen of een gerecht van peulvruchten, zoals bruine bonen en erwtensoep. Rijke mensen konden vaker vlees, vis en zuivel kopen.
Uit grootschalig (archeologisch) skeletonderzoek van de Universiteit van Cambridge, blijkt dat gezondheid van de mensen in West-Europa - en dus ook Nederland en Utrecht - door de tijd heen fluctueert. Zo waren mensen tussen het jaar 800 en 1000 veel gezonder dan omstreeks 1800.
Nederland lag in een tropische klimaatszone, wat blijkt uit het voorkomen van fossielen van onder meer mangroves, koralen en palmen in onze ondergrond of in de ons omringende landen. Vermoedelijk is het ook vrij vochtig geweest. In het Laat-Eoceen koelde het enigszins af.
Ongeveer 200 miljoen jaar geleden zag Nederland er heel anders uit. Het gebied was toen bedekt door zee. Geen open zee, maar een ondiepe randzee gevuld met zout water. Het was hier erg warm en droog.
Het Weichselien was de laatste van de duidelijk koudere perioden (de glacialen) die in het Pleistoceen optraden. Tijdens het Weichselien waren België en Nederland niet door landijs bedekt.