Zoogdieren: omnivoren zijn bijvoorbeeld de bruine beer, wasbeer, bruine rat, veel marterachtigen en varkens. De chimpansees hebben een voedingspatroon dat behalve uit fruit en bladeren ook uit allerlei dieren, inclusief zoogdieren zoals andere apen bestaat.
Carnivoor is een Latijns woord, waar 'carnis' staat voor vlees en 'vorus' voor eter. Er zijn verschillende soorten carnivoren. Daarnaast zijn er ook alleseters, ook wel omnivoren genoemd.
Vissen: voorbeelden van carnivoren zijn snoek, kabeljauw, tonijn, piranha, zwaardvis, haai. Ze worden ook wel roofvissen genoemd. Reptielen: onder reptielen zijn de krokodillen en slangen bekende carnivoren. Een specialist is de eieretende slang, die alleen eieren van vogels eet (ovivoor).
Vleeseters zijn dieren die alleen vlees eten. Vleeseters zijn meestal roofdieren. Ze gaan op jacht om hun eten te bemachtigen.
Alleseters moeten met hun gebit dus planten kunnen snijden en malen, maar ook vlees kunnen vastpakken en scheuren. Ze hebben daarom snijtanden, hoektanden en kiezen van ongeveer gelijke grootte en de kiezen zijn knobbelkiezen. Knobbelkiezen zijn niet zo plat als de plooikiezen en niet zo puntig als de knipkiezen.
"Mensen moeten eten om te overleven. Voedsel levert energie en bouwstenen die we nodig hebben en ons lichaam zelf niet kan aanmaken. Vlees is een makkelijke bron om voedingsstoffen binnen te krijgen. Het bevat vitamine B, een aantal mineralen en eiwitten en vetten".
De huidige mens voedt zich met vlees (carnivoor), groenten (herbivoor), granen (granivoor) en vruchten (fructivoor) en daarnaast met melk en melkproducten en allerlei chemische toevoegingen en geraffineerde suikers.
Vlees is het spierweefsel van gewervelde dieren en hier vallen vissen in principe niet onder. Echter kan vis wel gegeten worden en is het ook een dierlijk product. In dit opzicht kan vis dus gezien worden als het vlees van een vis.
Honden en katten zijn carnivoren.
Biologisch gezien zijn mensen inderdaad omnivoren: wij kunnen zowel plantaardige als dierlijke voeding eten om te overleven. We zijn echter niet gebonden aan een omnivoor eetpatroon: het is niet zo dat we de combinatie van plantaardige en dierlijke producten moeten eten. We kunnen leven van planten alleen.
De gedachte was voorheen dat het geslacht Homo altijd omnivoor was, maar dit gebeurde pas 1,65 miljoen jaar geleden. Het was de Homo erectus, de voorouder van de Homo sapiens, die vlees en andere dierlijke eiwitten ging eten. Maar dit was wel direct een van belangrijkste factoren in de evolutie van de moderne mens.
De nummer één en twee zijn niet verrassend, daar staan volgens de FOA (Food and Agricultuur Organization) inderdaad respectievelijk varkensvlees en kip. Op de derde plaats zou je dan misschien rundvlees verwachten, maar die staat pas op de vijfde plek. Daarboven komen eerst nog paarden en kamelen.
Omnivoor = Een omnivoor (Latijn: omnis, `elk, ieder`; -vorus, `etend, eter`) of alleseter is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.
vleeseter of vleesetend; benaming voor organisme dat alleen dierlijk voedsel eet (niet per se vlees). Bijvoorbeeld: kat, wolf, mol, egel, haai, spin. Ook vleesetende planten worden carnivoor genoemd.
De oudste dinosauriërs, die zo'n 230 miljoen jaar geleden leefden, waren allemaal carnivoor. De soorten die later leefden waren planteneters. De Heterondontosaurus leefde waarschijnlijk in de tijd die daar tussen zat als de eerste planteneter. Deze volwassen dinosaurus was ongeveer zo groot als een kalkoen.
Carnivoor. In tegenstelling tot honden en sommige andere vleeseters, is de kat een strikte carnivoor. Dit stelt speciale eisen aan zijn dieet. Een echte carnivoor kan niet zonder dierlijk weefsel en heeft een hogere eiwitbehoefte dan andere zoogdieren.
Katten zijn strikte carnivoren of vleeseters, mensen zijn omnivoor (of alleseters) en honden zijn semi-carnivoor. Dit betekent dat katten nood hebben aan voldoende dierlijke eiwitten in hun voeding.
Planteneters noem je ook wel herbivoren. Herbivoor is een Latijns woord, waar 'herbe' staat voor gras, kruid of plant en 'vorus' voor eter. Er zijn verschillende soorten herbivoren. Ze zijn ingedeeld naar het deel van de plant dat ze eten: gras, bladeren, zaden of fruit.
Kaas levert niet dezelfde voedingsstoffen als vlees. Kaas levert weliswaar evenveel eiwit als vlees en vitamine B12, maar bevat maar heel weinig ijzer, zo'n 0,1 milligram per 100 gram. Bovendien bevat kaas vaak veel verzadigd vet, zeker de vette (48+) varianten en veel zout.
Kip en gevogelte is wit vlees. Er bestaat ook rood vlees. Dit komt van zoogdieren, zoals koeien, geiten, schapen en varkens. Het verschil tussen bewerkt en onbewerkt vlees vind je op de pagina over vlees.
Van de verschillende soorten gangbaar vlees, is kip een van de gezondste. Rundvlees of varkensvlees bevat meer calorieën, meer vet en zorgt daarnaast voor ongezonde cholesterol. Kip is echter niet alleen magerder dan andere vleessoorten, maar bevat ook een aantal goede voedingsstoffen, zoals mineralen en vitaminen.
Als omnivoren zijn mensen in staat zowel vlees als planten te eten en te verteren, dus de lengte van onze darmen zit daar ergens tussenin (9, 10). Kortom: Biologisch gezien is de mens in staat zowel vlees als planten te eten en te verteren, hoewel ons lichaam bepaalde plantendelen niet kan verteren.
Kannibalisme is niet alleen taboe
Dawkins noemt kannibalisme een taboe, maar het eten van mensenvlees is niet alleen een ethische kwestie. Ons vlees bevat namelijk infecterende proteïnes en deze kunnen ziekten veroorzaken en zelfs dood als gevolg hebben. Hiernaast is er ook een reële kans op bloedoverdraagbare ziekten.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.