Coöperatieve werkvormen in het onderwijs
Door samen te werken, kunnen leerlingen van elkaar leren en hun vaardigheden en kennis delen. Dit leidt tot een meer inclusieve en rechtvaardige leeromgeving. Samenwerkend leren is een leerstrategie waarbij leerlingen samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
Werkvormen gaan dus niet over wat je wilt behandelen, maar hoe je dat gaat doen. Het kan gaan om een les, een overleg of een andere bijeenkomst. Voorbeelden van didactische werkvormen zijn: de vertelling, een interview, rollenspel of een brainstorm.
Placemat
De leerkracht geeft een opdracht en elke leerling schrijft in zijn eigen vak zijn ideeën en antwoorden op. Daarna gaan de leerlingen overleggen en formuleren ze een gemeenschappelijk antwoord. Dat schrijven ze op in de gemeenschappelijke rechthoek. Daarop volgt de klassikale uitwisseling.
Met coöperatief leren laat je leerlingen op een gestructureerde manier samenwerken terwijl ze in kleine, meestal heterogeen samengestelde groepen zitten. Zo leren de leerlingen niet alleen van de interactie met de leraar, maar ook van de interactie met elkaar.
De vijf basiselementen die nodig zijn in elke les over coöperatief leren zijn: positieve onderlinge afhankelijkheid, individuele verantwoordelijkheid, stimulerende interactie, sociale vaardigheden en groepsverwerking .
Coöperatief leren is een onderwijsmethode waarbij leerlingen in kleine groepen samenwerken om een gemeenschappelijk leerdoel te bereiken onder begeleiding van de docent .
HOE KUN JE DEZE WERKVORM UITVOEREN (algemeen)?
Elk stellen ze om de beurt hun vraag aan de ander, beantwoorden deze en ruilen daarna van kaartje. Daarna lopen ze weer verder en zoeken ze de volgende beschikbare medestudent om dit te herhalen.
Place Mat is een vorm van collaboratief leren die schrijven en dialoog combineert om verantwoording en deelname van alle studenten te garanderen. Het omvat groepen studenten die zowel alleen als samen rond een enkel stuk papier werken om tegelijkertijd een specifieke taak uit te voeren .
Welkom in de dynamische wereld van interactieve werkvormen! Eenvoudig gesteld: dit zijn lesmethoden die de interactie en actieve inbreng van jouw kind bevorderen. Denk aan discussies voeren, samenwerken in groepjes, of zelfs in de huid kruipen van historische figuren via rollenspellen.
Volgens Downes verschillen samenwerking en coöperatie op vier dimensies van elkaar: Autonomie (bij samenwerking is sprake van wederzijdse afhankelijkheid, bij coöperatie niet). Diversiteit (bij samenwerking is men gericht op hetzelfde doel, bij coöperatie verwacht men geen gemeenschappelijkheid).
Bij Tweetal-coach vormen de leerlingen tweetallen waarbij ze om de beurt de rol aannemen van Coach of Oplosser. De leerkracht geeft een opdracht waarbij een vaardigheid wordt geoefend, bijvoorbeeld rekensommen of regelwoorden (spelling).
Denken, delen, uitwisselen is een krachtige activerende werkvorm die leerlingen actief betrekt bij het leerproces. Het is meer dan een eenvoudige instructiemethode; het stimuleert leerlingen om na te denken, samen te werken en kritisch naar de leerstof te kijken.
Algemeen. De coöperatieve werkvorm Mix en Koppel is een interactieve werkvorm waarbij de leerlingen in beweging zijn. Deze bordles is gericht op de tafels t/m 12. Print voordat je deze werkvorm gebruikt de kaartjes uit die je in de bordles vindt.
Elke groep krijgt een paperclip (of iets anders kleins) en heeft twee uur de tijd om die in de buurt te ruilen voor iets dat mooier, groter of waardevoller is. Het verkregen nieuwe voorwerp kan op zijn beurt ook weer worden geruild voor iets dat nog groter, beter of waardevoller is.
Een didactisch model zorgt voor structuur bij het ontwerpen van leerplannen en lessenreeksen voor zowel de ervaren professional en de startbekwame professional, als de student bij een lerarenopleiding.
Een leeractiviteit is een bezigheid die een leerproces in gang zet. Dit wijst erop dat het primair het gedrag van de leerling betreft.
Groeperingsvormen zijn structuren die een eigen verhaal vertellen, ze hebben de macht om de dagelijkse praktijk van het onderwijs te beïnvloeden.
Door coöperatieve werkvormen kun je beelden en kennis die leerlingen al hebben, activeren. Dit kan al bij de start van een les, waarbij je voorkennis ophaalt. Leerlingen leren beter lezen door naar elkaar te luisteren, na te denken en te lezen. Sterke en zwakkere lezers kunnen veel van elkaar leren, zegt de leraar.
Samenwerking richt zich op situaties waarin mensen samenwerken aan een gedeeld doel, terwijl samenwerking inhoudt dat ze samenwerken met anderen om hen te helpen hun individuele doelen te bereiken . Hoewel deze twee concepten verschillend zijn, staan ze niet haaks op elkaar.
Studenten werken samen aan gemeenschappelijke taken of leeractiviteiten die het beste via groepswerk kunnen worden afgehandeld . Studenten werken samen in kleine groepen van twee tot vijf leden. Studenten gebruiken coöperatief, prosociaal gedrag om hun gemeenschappelijke taken of leeractiviteiten te volbrengen. Studenten zijn positief van elkaar afhankelijk.