Bloed is een vloeibaar weefsel dat via de bloedvaten door ons lichaam stroomt. Het bestaat uit rode bloedlichaampjes, witte bloedlichaampjes en bloedplaatjes die in een vloeistof drijven. Die vloeistof heet het bloedplasma.
Bloed bestaat uit plasma (circa 55 procent) en bloedcellen (circa 45 procent) (dia 8). Plasma bestaat grotendeels uit water en voor 7 procent uit opgeloste stoffen zoals eiwitten, suikers, vetten, zouten, hormonen en vitaminen. Bloed afgenomen zonder voorzorgsmaatregelen zal gaan stollen.
Samenstelling van bloed
Je bloed bestaat voor ongeveer de helft uit plasma. Bloedplasma bestaat voornamelijk uit vocht en eiwitten. De andere helft van je bloed bestaat uit bloedcellen, namelijk: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
Ons lichaam telt 10 biljoen cellen en geen twee zijn er precies hetzelfde.
Wat is de functie van rode bloedcellen? Rode bloedcellen bevatten veel hemoglobine, het eiwit dat zuurstof en koolstofdioxide vervoert. Hierdoor zijn rode bloedcellen in staat om zuurstof van de longen naar het weefsel te brengen en koolstofdioxide af te voeren naar de longen waarna we het uitademen.
De kleur van het bloed kan van helderrood tot teerachtig zwart zijn. Als het helderrood is, is er sprake van een plotse hevige bloeding. Als het teerachtig zwart is, is er sprake van een langzame bloeding.
het regelen van de lichaamstemperatuur; het handhaven van het evenwicht van uiteenlopende essentiële mineralen en vloeistoffen (elektrolytenbalans); de aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen (zoals glucose, vitaminen, mineralen, vetten en eiwitten); de afvoer van kooldioxide, toxinen en afvalproducten (zoals ureum);
In het beenmerg leven de stamcellen. Door deling en rijping ontstaan uit deze stamcellen de rode en witte bloedcellen en de bloedplaatjes. Per dag worden vele miljoenen cellen aangemaakt om het aantal bloedcellen op peil te houden. Rijpe bloedcellen verlaten het beenmerg en komen in de bloedbaan terecht.
Waar worden bloedcellen gemaakt? Bloedcellen worden aangemaakt in het beenmerg (het binnenste van je botten). Als de cellen rijp zijn, zwermen ze uit naar de bloedbaan waar ze door het plasma vervoerd worden door het lichaam. Eenmaal in de bloedbaan hebben bloedcellen een beperkte levensduur.
Deze cel is in staat om, in het juiste milieu, uit te groeien tot een compleet individu: alle meer dan 220 verschillende soorten cellen die samen de verschillende weefsels vormen, inclusief het extra-embryonaal weefsel, zoals de placenta.
Ieder mens heeft DNA. DNA is een ingewikkelde code die bij iedereen anders is. Die code zit overal in je lichaam, dus bijvoorbeeld in je haren, je bloed, je speeksel en in je huid. Forensisch onderzoekers kunnen die code lezen met behulp van computers en machines.
Ongeveer 41% van het totale bloedvolume bestaat uit rode bloedcellen. De overige 4% bestaat uit witte bloedcellen en bloedplaatjes. Plasma bestaat voor het grootste deel uit water en voor 7% uit eiwitten (zoals albumine, antistoffen, stollingseiwitten), suikers, zouten, vetten, vitaminen en hormonen.
Monocyten worden in het beenmerg aangemaakt. Het zijn grote, mononucleaire (éénkernige) witte bloedcellen met een ronde, niervormige kern, een granulaire (korrelige) structuur en een cytoplasma, dat verkleurt. Ze zitten overal in het lichaam, maar zijn vooral aanwezig in de milt.
De rode bloedcel (RBC), ook wel erytrocyt genoemd, is de enige cel van het lichaam, die geen kern heeft.
Hoeveel cellen telt ons lichaam? Het menselijk leven begint met één bevruchte eicel, maar daarna gaat het aantal cellen razendsnel omhoog. We tellen er tegen dat we volwassen zijn zo'n 30 tot 37,2 biljoen — of dus meer dan 30.000 miljard. Ter vergelijking: onze melkweg telt 'maar' 100 miljard sterren.
De longader vervoert zuurstofrijk bloed vanuit je longen naar je hart. Dit is de enige ader in het lichaam die zuurstofrijk bloed vervoert. Het hart pompt je bloed via de grote lichaamsslagader (de aorta) door je hele lichaam.
De toegenomen bloeddikte maakt dat je een hoger risico loopt op klontervorming in de slagaders of aders, met als mogelijk gevolg een hartinfarct of beroerte. Andere verwikkelingen kunnen zijn: bloedingen, vermoeidheid, jeuk en misselijkheid.
De kleur van ons bloed wordt bepaald door de binding van rode bloedcellen aan het eiwit hemoglobine. Als zuurstof zich aan hemoglobine bindt, wordt dit stofje rood en dat geeft de rode kleur. Zuurstofrijk bloed is helderrood en zuurstofarm bloed is donkerrood. De kleur verschilt daarom per persoon.
Bij bloedbraken door slokdarmspataders is het gebraakte bloed helderrood. Deze bloedingen stoppen vaak snel, maar beginnen weer gemakkelijk. Ze kunnen levensbedreigend zijn. Bij een Mallory-Weiss-scheur is er eerst krachtig uitbraken van de maaginhoud, met nadien braken van een meestal grote hoeveelheid helder bloed.
Als je al 1 jaar of langer niet meer ongesteld wordt, kan er weer bloed of roze of bruin slijm uit je vagina komen. Maak dan een afspraak bij je huisarts. Er is een uitstrijkje nodig en een echo via de vagina. Dit is om te weten of het bloedverlies door kanker komt of niet.
Beschadigde rode bloedcellen worden sneller door de lever en milt uit het lichaam verwijderd dan het beenmerg nieuwe bloedcellen kan aanmaken. De versnelde afbraak van rode bloedcellen wordt hemolytische anemie genoemd. Hemolytisch is de medische term voor het kapot gaan van rode bloedcellen.
Plasma. Het plasma in ons bloed bestaat voornamelijk uit water met daarin opgelost voedingsstoffen, vitamines, hormonen, mineralen en eiwitten. Het plasma zorgt voor het transport van de bloedcellen, bloedplaatjes en stoffen. De kleur van plasma is geel.
Het kan zijn dat iemand te weinig ijzer binnenkrijgt, maar het kan ook zijn dat ijzer minder goed door het lichaam wordt opgenomen (bijvoorbeeld door een darmaandoening) of dat er sprake is van een bloeding/bloedverlies. Je lever is het orgaan dat ijzer afbreekt.