De Mont Ventoux en de Stelvio zijn trotse bezitters van de bestempeling "Buitecategorie". De buitencategorie werd in de Tour de France pas in 1979 geïntroduceerd. Een bestempeling die menig wielrenner tot de verbeelding spreekt.
1ste categorie: beklimmingen van 12 tot 20 km lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 6 procent. Buitencategorie: deze beklimming gaan minimaal 1000 meter de lucht in tegen een gemiddeld stijgingspercentage van 7 procent of meer.
De beklimming van de Mont Ventoux
De Mont Ventoux kan met de auto beklommen worden, alsook lopend, maar de meesten die de berg willen beklimmen doen dit op de fiets. Er zijn meerdere routes langs waar je de berg kunt beklimmen: vanuit Bédoin in het Zuiden, Malaucène in het Noorden of Sault in het Oosten.
Windsnelheden tot 300 kilometer per uur (!) zijn gemeten. Als die wind het enige was wat de klim zwaar maakt dan 'viel het nog wel mee'. Maar de Mont Ventoux heeft een enorm stijgingspercentage en dat voor 20 kilometer, misschien niet continu maar wel meer dan genoeg om het elke wielrenner flink zwaar te maken.
Het zou mooi zijn als je in de laatste 2-3 maanden voorafgaand je trip naar de Mont Ventoux een aantal (toer)tochten te fietsen waarbij je flink wat hoogtemeters pakt, zodat je beenspieren meer wennen aan het klimmen. Bij het klimmen gebruik je andere spieren dan tijdens het rijden op het vlakke.
Met een gemiddeld stijgingspercentage over zo'n 20 kilometer van 8 tot 9 procent. Net iets minder dan de Mont Ventoux. Maar het grote verschil tussen beide cols is de lucht, die in de laatste kilometers van de Stelvio vanaf zo'n 2 kilometer hoogte ijler en ijler wordt.
Elke beklimming op climbfinder heeft klimpunten. Met dit getal wordt aangegeven hoeveel kracht het kost om boven te komen. Zo zijn beklimmingen onderling makkelijk te vergelijken en op waarde te schatten.
Volgens de Franse definitie is een col namelijk een bergpas. Oftewel het hoogste deel van de weg, tussen twee hoger gelegen bergen. De term col bestaat al sinds de twaalfde eeuw, en het woord schijnt af te stammen van cou, wat nek of hals betekent in het Frans.
Iedereen die de Mont Ventoux beklimt verdient respect. Dan weten jullie dat vast. Maar dit is wel de makkelijkste beklimming van de Mont Ventoux. Sault ligt al op 765 meter hoogte en over 26 kilometer neemt de route de tijd om boven te komen.
Meet jezelf niet met de versnellingen die de profs gebruiken. Profs rijden al gauw tweemaal zo hard en hebben dus grote versnellingen nodig. Bovendien hebben profs een aeroob vermogen van 400 watt (mannen, vrouwen circa 12,5% lager). Beter gezegd: 5,8 resp 5,1 Watt/kg, want daar gaat het om.
Wie als eerste bovenkomt op een col van de 4e categorie krijgt 1 punt voor het bergklassement. Een colletje van de 3e categorie levert 2 punten op voor de eerste renner die bovenkomt en 1 punt voor de nummer twee.
2. l'Alpe d'Huez. De Nederlandse berg, met de beroemde bocht 7 en de legendarische overwinningen van bijna alle wielerlegendes die er zijn. Door zijn 21 haarspeldbochten een waar spektakel voor de televisie en dankzij het stijgingspercentage van ruim 9% is dit een echte kuitenbijter.
Hoe kan ik op het vlakke trainen voor een hele lange klim zoals de Stelvio? Houd continu hoog D2, laag D3 vast, afhankelijk van de snelheid waarmee je straks omhoog wilt gaan. De één wil zo snel mogelijk boven komen, de ander vindt het al lang prima áls ze boven komt.
Een Flandrien is een renner die houdt van kasseien en korte, nijdige hellingen (zoals we ze vooral in Vlaanderen terugvinden). Een Flandrien herken je aan zijn gespierde dijen. Daarmee pijnigt hij de pedalen op de stenen, beukt hij de tegenstand kapot met de grote versnelling.
Het College van procureurs-generaal vaardigt omzendbrieven uit die richtlijnen bevatten die verband houden met het strafrechtelijk beleid.
Volgens de officiële Franse definitie is een Col (een bergpas) het hoogste punt van de weg, gelegen tussen twee hoger gelegen bergtoppen. Volgens die definitie moet je aan beide zijden van de col naar beneden kunnen rijden, en van de weg af aan twee zijden naar boven kunnen lopen.
De Mauna Kea in Hawaii is 's werelds zwaarste beklimming. Welke methodiek je ook gebruikt. De combinatie van afstand, stijgingspercentage en hoogteverschillen maken deze vulkaan een klim voor alleen échte berggeiten.
Keutenberg. 22%. De steilste helling van ons land en het grote broertje van de eerder genoemde Dodeman. Vanuit Schin op Geul rijd je naar Engwegen waar het asfalt direct omhoog begint te lopen.
Op nummer 1: Col du Galibier! Deze loeizware beklimming in Frankrijk beklim je vanuit Saint-Michel-de-Maurienne voor het meest slopende resultaat. De verschrikking zit hem niet in het gemiddelde stijgingspercentage van 'slechts' 6%. Bij de Galibier zit het in de lengte van maar liefst 31,5 kilometer.
Zo doe je het: Zoek een korte klim die ongeveer 2 minuten duurt om te beklimmen. Zorg dat je al voordat de klim begint aan een RPE van 7/8 rijdt. Klim 90 seconden door met dezelfde inspanning en rij de laatste 30 seconden zo snel als je kunt naar de top. Herhaal vier tot zes keer.
Met de 180 Watt Vermogen, gewicht fietser 89kg en een 8 kg fiets, kan op die helling van 12% met 5,7km/uur gereden worden en de 40/26 levert dan een cadanz van 39 toeren per minuut.
Sinds 1953 zijn er minimaal twee truien in omloop, en toen begon dus de mogelijkheid dat een renner twee klassementen aanvoerde. Sinds 1970 was de doorgeefregel in werking; als een renner twee klassementen aanvoerde schoof de minst prestigeuze door naar de volgende in dat klassement die nog geen trui droeg.