Welke bocht kent de meeste risico's? Bocht naar rechts.
Een positieve wegverkanting zorgt ervoor dat je harder door bochten kan omdat de buitenbocht hoger ligt als de binnenbocht. Dit zorgt voor minder wrijving op de banden en dus kan je er harder doorheen. Negatieve wegverkanting doet het tegenovergestelde.
Haarspeldbochten zijn zeer scherpe bochten van meer dan 90 graden, soms tot 180 graden. Ze komen veel voor in bergwegen, waar ze het verkeer langs steile hellingen leiden. Ook in krappe ruimtes kunnen ze nodig zijn, bijvoorbeeld in dichtbebouwde steden.
Dat ligt per auto verschillend, maar de meeste auto's hebben een ideale snelheid van rond de 22-25 kilometer per uur in een (haakse) bocht naar rechts of links. Een grotere bocht naar links op een kruispunt met verkeerslichten neem je vaak met een hogere snelheid. Daar ligt je snelheid dan rond de 30 kilometer per uur.
Als je gaat remmen op het moment dat je de bocht ingaat, kun je de controle verliezen, omdat de banden geen grip houden op de weg.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Kijk in een bocht waar je naar toe moet rijden en niet naar tegenliggers, stoepranden, bomen, of dergelijke. Half tot driekwart in de bocht het gas weer beginnen op te voeren. Je trekt zo als het ware de auto door de bocht. Zorg hierbij wel dat de auto op je eigen weghelft blijft.
Bochten nemen in de derde versnelling. De auto gaat dan soepeler door de bocht en de motor hoeft minder hard te werken.
Afslaande bestuurders die een korte bocht naar rechts maken, hebben voorrang op afslaande bestuurders die een lange bocht naar links maken, behalve als dit een bestuurder van een voorrangsvoertuig of een tram is. Bestuurders op een verharde weg hebben voorrang op bestuurders die zich een onverharde weg bevinden.
Positioneer je zoveel mogelijk aan de linkerkant binnen je rijstrook voor je een bocht naar rechts neemt (voor een bocht naar links, doe je het omgekeerde). Zo kan je langer in rechte lijn blijven rijden en hou je een beter overzicht over de bocht.
Om een bocht te nemen en dus een stuk cirkelbaan af te leggen moet op de fietser een naar het middelpunt gerichte (middelpuntzoekende) kracht werken. Die kracht wordt geleverd door de zijwaartse wrijvingskracht tussen de wielen en de weg. Zonder die wrijvingskracht is het nemen van de bocht onmogelijk.
Het links inhalen van een fietser is verboden bij het naderen van de top van een helling en in bochten, wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is, behalve indien kan ingehaald worden zonder de doorlopende witte streep te overschrijden die het voor de tegenliggers bestemde deel van de rijbaan aflijnt.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders verlenen voorrang aan van rechts komende bestuurders. Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg.
Het gele bord dat je hier ziet, geeft aan dat je op een voorrangsweg rijdt en voorrang hebt op de volgende kruispunten. (Uiteraard moet je steeds rekening houden met de verkeerslichten en de bevelen van een bevoegd persoon.)
Met de soepele benzinemotoren van tegenwoordig kun je gemakkelijk van 3 naar 5.Maar doe dat vooral niet, want het kan je duur komen te staan. Steeds minder nieuwe auto's hebben een handgeschakelde versnellingsbak. Een automaat is wel zo comfortabel, zeker in druk verkeer of in de file.
Voordat je gaat terugschakelen begin je altijd eerst met snelheid aanpassen, dus gas los laten (de auto gaat afremmen op de motor), daarna remmen met het rempedaal (remsysteem) en als laatste moet je het koppelingspedaal intrappen om te kunnen terugschakelen naar een lagere versnelling.
In 50 km/h-zone max in 3e versnelling
Welke versnelling het meest geschikt is als je 50 km/h rijdt hangt af van de grootte van je motor, maar in veel auto's is het mogelijk om 50 km/h in de derde versnelling te rijden zonder te veel toeren te maken.
Omkeren op de rijbaan d.m.v. 3 keer steken
Bij deze manoeuvre begin je aan de rechterkant van de weg om vanuit daar de eerste steek naar links te maken. Vervolgens steek je eenmaal achteruit, om daarna nogmaals naar links te steken om dan weg te rijden. Tijdens deze bijzondere verrichting mag je de stoep wél raken.
Bestuurders die linksaf slaan moeten tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt naar rechts afslaan voor laten gaan. We spreken dan ook wel van: 'korte bocht gaat voor lange bocht'.
Laat je voet nooit te lang op de koppeling rusten na het schakelen. Dit kan ervoor zorgen dat de verbinding tussen de motor en de versnellingsbak niet helemaal tot stand komt, wat weer zorgt voor extra slijtage aan de koppeling. Na het schakelen kun je het beste de voet direct van de koppeling afhalen.
Geen voet op koppeling
Helaas is dit gedrag erg slecht voor de koppeling. Het is raadzaam om het pedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot grotere slijtage en een kortere levensduur.
Ga je remmen om te stoppen dan moet je wanneer de snelheid klein is (zo'n 25/40 km p/u ) ook het koppelingspedaal intrappen anders slaat de motor af. Als je met zeer geringe snelheid rijdt zo ongeveer 20/25 km p/u moet je bij het remmen direct het koppelingspedaal intrappen. Het gas geven.
Voorrangsregels op een kruising
De basisvoorrangsregel voor alle kruispunten is: verkeer van rechts heeft voorrang. Op een T-splitsing, viertakskruising, verkeersplein, rotonde: overal. Ténzij voorrangsborden en -tekens een andere situatie schetsen.