Een alinea is een stuk tekst van meerdere zinnen. Alinea's beginnen altijd op een nieuwe regel. In de basis heeft elke alinea één kerngedachte. Dit is de belangrijkste informatie in de alinea: een soort hoofdonderwerp.
De alinea is volgens schrijfadviseur Jan Renkema de belangrijkste bouwsteen van een tekst. Incidenteel kan een alinea ook uit een enkele zin of zelfs uit een woord bestaan, maar alleen ter afwisseling met langere alinea's, bijvoorbeeld om het aanzien van een tekst gevarieerder te maken.
Gemiddeld bestaat een alinea uit zo'n vijf zinnen. Dat komt neer op vijf tot tien regels tekst. Een alinea van maar één zin is uitzonderlijk, net als een alinea van een halve pagina lang.
Kernzin aan het begin van de alinea
De kernzin van de alinea staat meestal aan het begin: het is de eerste of tweede zin. Zo ziet de lezer meteen waar de alinea over gaat. De rest van de alinea werkt de hoofdgedachte uit de kernzin verder uit.
Een alinea of paragraaf is een onderdeel van een tekst, bestaande uit één of meerdere zinnen, en is te herkennen aan het feit dat deze begint en eindigt op een eigen regel. Het verdelen van een tekst in alinea's helpt om de tekst beter leesbaar te maken.
Per alinea ga je in op één kerngedachte en schrijf je een of twee kernzinnen op. Een alinea begint op de volgende regel en springt soms in. Alinea's bestaan altijd uit meer dan een zin en komen in iedere tekst voor.
Een alinea bestaat uit meer dan één zin. Tegelijkertijd moeten alinea's niet te lang zijn: alinea's van een halve pagina zijn niet overzichtelijk. In online teksten is het beter om alinea's relatief kort te houden.
Alinea's worden gescheiden door een witregel. Als je een tekst indeelt in alinea's, leest een tekst veel prettiger. Vaak verdeel je een tekst in drie alinea's. De gebruikelijke indeling is dan: inleiding, kern, slot.
Klik op het tabblad Start, klik met de rechtermuisknop op de stijl Normaal en kies Wijzigen. Selecteer Opmaaken kies vervolgens Alinea. Selecteer op het tabblad Inspringingen en afstand, onder Inspringing, de optie Eerste regel. Selecteer OK.
De kernzin van een alinea is de zin die de hoofdgedachte van de alinea bevat. Vaak is de eerste zin van de alinea de kernzin, maar ook de tweede zin of de laatste zin van de alinea kan kernzin zijn. Een enkele keer staat de kernzin in het midden van de alinea.
Antwoord. Een alinea mag nooit langer zijn dan een pagina. De gewenste gemiddelde lengte is ongeveer zes à zeven zinnen.
Een paragraaf kan worden aangegeven met een paragraafsymbool: §. Een lange tekst zoals een boek is vaak ingedeeld in hoofdstukken, die op hun beurt uit paragrafen bestaan.
Tussen alinea's geen witregels, tenzij er (om inhoudelijke redenen) een heel duidelijke scheiding aangebracht moet worden tussen twee stukken tekst. Op- volgende alinea's inspringen met 0,5 cm. De laatste regel van een alinea mag niet boven aan een nieuwe pagina staan.
Tekstindeling. Een zakelijke tekst (artikel, brief, beschouwing, enzovoort) heeft vaak een vaste indeling: inleiding, middenstuk en slot. Elk deel heeft een specifieke functie en kan uit meer dan één alinea bestaan. Het middenstuk bestaat meestal uit verschillende alinea's, inleiding en slot vaak uit één.
De kernzin is de zin waarin de belangrijkste informatie staat, de kern van de boodschap en daarna komt de rest.
Een paragraaf begint op een nieuwe regel met een inspringing van 1,25 cm. Elke paragraaf hoort met een dergelijke inspringing te beginnen, maar het is ook gebruikelijk om een witregel tussen paragrafen te zetten. Een nieuwe paragraaf signaleert een nieuwe stap in het schrijven.
Klik met de rechtermuisknop op de alinea of subkop die u bij de inhoud wilt houden die erop volgt. Selecteer Alinea in het vak dat wordt geopend. Klik in het dialoogvenster Alinea op het tabblad Regel- en pagina-einden. Schakel in de sectie Paginering het selectievakje Regels bijeenhouden in en klik op OK.
De woorden alinea en paragraaf hebben een verschillende betekenis. Een alinea is een tekstblok van bij elkaar horende zinnen. Een paragraaf is een groter tekstblok van bij elkaar horende alinea's. De alinea's worden in een brief door een witregel gescheiden.
Inspring gebruik je om je lezer te helpen om je manuscript op de juiste manier te lezen. Die witruimte geeft je lezer een 'adempauze'. En op die adempauze kunnen twee tekstsoorten volgen: een dialoog of een 'rust' in het verhaal (waarvoor een witregel net iets te veel van het goede is).
Antwoord. Voor de nummering bestaan er twee basissystemen: 1. De hoofdstukken krijgen de cijfers 1 tot en met n; de paragrafen en eventuele subparagrafen krijgen diezelfde cijfers, gevolgd door een punt en een tweede of (bij een subparagraaf) derde cijfer enzovoort.
Er zijn vier manieren waarop het verband tussen alinea's kan worden aangegeven: door het gebruik van een signaalwoord; door herhaling; door overgangszinnen met een verwijzing; door aankondigende zinnen.
paragraaf: paragrafen / paragraven*
Het meervoud van paragraaf is paragrafen.
De functie van een alinea kan het geven van een tegenstelling zijn. In die alinea vind je dan meestal ook een tegenstellend signaalwoord. Hieronder volgt een lijst met twaalf zins- of alineaverbanden en de signaalwoorden die die verbanden aangeven. Dit zijn de meest gebruikte.
Een goede kernzin zegt precies wát je over het onderwerp wilt zeggen. Dat betekent dat je hierin bijvoorbeeld ook duidelijk maakt of je vóór of tegen iets bent, of iets een voorbeeld of een tegenstelling is, of het over Jantje of over Pietje gaat, enz. Hij moet zo concreet mogelijk zijn.
Signaalwoorden: en, ook, verder, ten eerste/ten tweede, in de eerste plaats/in de tweede plaats, daarnaast, bovendien, vervolgens, ten slotte, als laatste. Voorbeeld: daarnaast houd ik ook veel van boerenkool en vissticks.