Een verhoogde CEA-waarde alleen is nooit voldoende om vast te stellen of u kanker heeft. U krijgt dit bloedonderzoek daarom altijd in combinatie met andere onderzoeken. De CEA-waarde in het bloed kan verhoogd zijn bij de volgende kankersoorten: alvleesklierkanker.
De artsen kunnen in je bloed onder andere tumormarkers of tumormerkers meten. Dat zijn stoffen, meestal eiwitten, die je lichaam maakt als reactie op kanker of die door de kanker zelf gemaakt worden. Voorbeelden zijn CEA (bij dikkedarmkanker, maagkanker en pancreaskanker) en PSA (bij prostaatkanker).
Hij zal een lichamelijk onderzoek en een bloedanalyse uitvoeren. Als uw huisarts pancreaskanker vermoedt, verwijst hij u door naar een specialist. De specialist zal uitgebreid onderzoek doen om de diagnose te stellen en de tumor in kaart te brengen.
bloedonderzoek om vast te stellen of iemand een alvleesklierontsteking (pancreatitis) heeft of een andere aandoening van de alvleesklier. Voor deze test is een bloedafname vanuit een ader nodig. Afname gebeurt via een prikpost bij jou in de buurt.
Bij het beoordelen van de klachten is er een aantal mogelijkheden om acute alvleesklierontsteking aan te tonen. Door de ontsteking van de alvleesklier kan onder andere het gehalte van de spijsverteringsenzymen amylase en lipase in het bloed en de urine verhoogd zijn.
een opgeblazen gevoel en veel moeten boeren. minder zin om te eten. een moe en lusteloos gevoel. een zeurende pijn boven of midden in je buik of in je rug.
Specifieke kanker
In 96% van de gevallen werd met de bloedtest bevestigd dat er kanker was. Maar de test kon ook in 70% van de gevallen aangeven in welk orgaan de kanker is ontstaan. Je kunt dan gericht gaan zoeken naar de specifieke plek. Je blijft dus wel onderzoeken nodig hebben maar waarschijnlijk minder veel.
De CRP-waarden is vaak het hoogst (> 100 mg/L) bij bacteriële infecties, pancreatitis, appendicitis, trauma, kanker en reuma. Matig verhoogde CRP-waarden (< 100 mg/L) passen meer bij virale infecties, tuberculose en chronische ontstekingen.
Pijn boven in de buik is de meest voorkomende klacht bij chronische alvleesklierontsteking. De pijn kan uitstralen naar de rug, de zij en de schouders. De pijn kan continu aanwezig zijn. Mensen kunnen ook pijnaanvallen hebben en tussen die aanvallen door minder of geen pijn hebben.
CRP heeft waarschijnlijk geen causale relatie met kanker, maar van laag-gradige inflammatie wordt gehypothetiseerd dat het mechanistisch gelinkt is aan kankerontwikkeling door stimulatie van tumorceloverleving en – deling, en stimulatie van metastatische verspreiding [7,8].
Rugpijn en nekpijn bij werveluitzaaiingen
Als kanker is uitgezaaid naar de wervels, is de eerste klacht meestal pijn in de rug of de nek. De pijn voelt vaak 'zeurend' aan. Dat betekent dat de pijn niet heel heftig is, maar wel aanhoudt.
Een jaar na de diagnose alvleesklierkanker zijn ruim 6 van de 10 (60%) patiënten nog in leven als zij stadium I alvleesklierkanker hebben. Van de mensen die bij de diagnose stadium IV alvleesklierkanker hebben, is slechts 1 van de 10 (10%) patiënten na 1 jaar nog in leven en slechts 5% is nog in leven na 3 jaar.
Nadat het bloed is afgenomen, worden de buisjes met bloed in een laboratorium onderzocht en vergeleken met een aantal standaard bloedwaarden. Dit houdt in dat er gekeken wordt of bestanddelen in je bloed binnen vastgestelde grenzen vallen. Als dit niet zo is, dan spreek je van afwijkende bloedwaarden.
De uitslag geeft aan hoeveel CRP er in uw bloed aanwezig is. Normaal is deze waarde kleiner dan 10. Een verhoging wijst op een ontsteking in uw lichaam. Als er een verdenking bestaat op een longontsteking dan wordt er bij waarden van 100 of groter meestal overgegaan tot het voorschrijven van een antibioticum.
Bij een verhoogde waarde van meer dan 3 mg/l is bestaat er een verhoogd risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Een waarde boven de 10 mg/l duidt op een acute ontsteking. De uitslag van een CRP bloedtest zegt niets over waar een mogelijke ontsteking in het lichaam aanwezig is.
Acute en hevige buikpijn waardoor patiënten de neiging hebben om voorovergebogen te zitten met de knieën op de borst.Uitstralende pijn naar de rug, linkerzij en linkerschouder. Bijkomende klachten als misselijkheid, braken, koorts en een versnelde ademhaling. Na een maaltijd nemen de klachten toe.
Lipase is een enzym dat nodig is bij de vertering van vetten. Het voordeel van een lipasemeting is dat bijna alle lipase uit de alvleesklier komt. Daarom is een verhoogde lipasespiegel een betrouwbare maat voor schade aan de alvleesklier of een verstopping van de afvoergang van de alvleesklier.
Een tumormarker is een stof die in het lichaam voorkomt bij kanker. Een tumormaker kan voorkomen in bloed, urine, hersenvocht en ander weefsel. Tumormarkers zijn vaak eiwitten. Het lichaam maakt deze stoffen aan als reactie op de kanker.
Tumormarkers worden vooral gebruikt in de nazorg en opvolging van kanker. Ze kunnen iets vertellen over het verloop van een ziekte: of je behandeling aanslaat en of de kanker na de behandeling wegblijft of terugkeert. De tumormarker zal na een succesvolle behandeling een lagere waarde hebben.
Door late diagnose en uitzaaiingen is een behandeling vaak al te belastend voor zieke en verzwakte patiënten. Meer dan de helft van alle patiënten is slechts 4 maanden na diagnose al overleden. Bijna alle patiënten die deze diagnose krijgen, zullen er ook aan overlijden.
Als alvleesklierkanker uitzaait, is dat meestal eerst naar de lymfeklieren die in de buurt van de alvleesklier liggen.Ook zaait alvleesklierkanker vaak uit naar de lever, de longen of naar de buikholte.
Veel mensen met alvleesklierkanker hebben last van pijn. Bespreek het altijd met je arts of verpleegkundige als je pijn hebt. Vaak is er iets aan de pijn te doen. Er zijn verschillende behandelingen tegen pijn.