De uitslag geeft aan hoeveel CRP er in uw bloed aanwezig is. Normaal is deze waarde kleiner dan 10. Een verhoging wijst op een ontsteking in uw lichaam. Als er een verdenking bestaat op een longontsteking dan wordt er bij waarden van 100 of groter meestal overgegaan tot het voorschrijven van een antibioticum.
Uw huisarts kan zo bepalen of de 'CRP-waarde' (een eiwit) in uw bloed verhoogd is, wat kan wijzen op een ontsteking. Bij gezonde mensen (zonder ontstekingen) is de CRP-waarde in het bloed meestal lager dan 5 mg/l.
Het gehalte CRP geeft een aanwijzing over de aanwezigheid van een ontstekingsproces of infectie in het lichaam. De CRP test is een algemene bepaling, deze test toont niet specifiek een ziekte of aandoening aan. CRP is een eiwit dat bij infecties door de lever wordt aangemaakt (acuut fase eiwit).
CRP is een eiwit dat in het serum snel stijgt bij inflammatie, weefselschade (o.a. postoperatief), recente infecties: meestal bij bacteriële, minder bij virale.
Bij een sepsis reageert uw lichaam heel heftig op een bacterie, virus, schimmel of parasiet. Ook sommige gifstoffen kunnen de oorzaak zijn van een sepsis. Soms is niet duidelijk waar de sepsis door komt. U kunt bijvoorbeeld een sepsis hebben door een blaasontsteking, zonder dat u klachten van de blaasontsteking heeft.
De uitslag geeft aan hoeveel CRP er in het bloed aanwezig is. Normaal is deze waarde kleiner dan 10. Als er een verdenking bestaat op een bedreigende infectie, dan wordt er bij waarden van 100 of meer meestal een antibioticum voorgeschreven. Soms zijn de CRP waardes matig verhoogd.
Er zijn vijf tekenen, of symptomen, die wijzen op een acute infectie: roodheid, warmte, zwelling, pijn en verminderd functioneren, zoals moeite hebben met het normaal bewegen van het gekwetste lichaamsdeel. Soms is een infectie klein, met slechts een klein gebied dat is gekwetst. Het lichaam geneest dan vanzelf.
Bloedsuikerwaarde - niet nuchter geprikt (zo'n anderhalf tot twee uur na een maaltijd, op het moment dat er het meeste bloedsuiker in het bloed zit): Onder de 7,8 mmol/l - geen diabetes. Tussen de 7,8 en 11 mmol/l - geen oordeel mogelijk. Boven de 11 mmol/l - diabetes.
Bij patiënten met een geregistreerde diagnose pneumonie is de uitslag van de CRP test in bijna een derde van de gevallen meer dan 100 mg/l. Voor alle aandoeningen geldt dat antibiotica het meest wordt voorgeschreven bij patiënten met een CRP van meer dan 100 mg/l.
Bij een gewrichtsontsteking kunnen de bezinkingssnelheid (BSE)- en de CRP-waardes in het bloed stijgen. Hoe ernstiger de ontsteking, hoe hoger de BSE- en CRP-waardes. Je arts gebruikt deze waardes vooral om het verloop van de reumatische ontstekingen te volgen en niet zozeer om de diagnose te stellen.
De normale bezinkingssnelheid is afhankelijk van de leeftijd. Ze neemt in de loop van de jaren geleidelijk toe, van 1 mm bij de geboorte tot maximaal 35 mm bij ouderen.
Belangrijke bloedwaarden bij reuma. In je bloed kunnen stoffen aanwezig zijn die mogelijk op een auto-immuunaandoening wijzen. Als een bloedonderzoek een 'positieve' uitslag heeft, betekent het dus dat je misschien een vorm van reuma hebt. De uitkomsten van alle onderzoeken bij elkaar vormen de uiteindelijke diagnose.
Een toename van het totaal aantal witte bloedcellen noemen we leukocytose. Er zijn veel verschillende types witte bloedcellen. Aan de hand van het type dat is toegenomen, kan de arts soms zien of je een virale of bacteriële infectie doormaakt.
Hoe herken ik infecties met bacteriën? Iedereen kan wel een infectie herkennen. Vaak zijn er algemene klachten als koorts, slap voelen en misselijkheid.
Het grootste verschil met een bacterie is dat een virus geen organisme is. Dat betekent dat een virus geen eigen cellen heeft. Het komt uw lichaam binnen via lichaamssappen zoals speeksel en bloed, en nestelt zich vervolgens in een bestaande lichaamscel.
U kunt een ontsteking aan de longvliezen herkennen aan de volgende symptomen: Pijn bij ademhalen en niezen. Vooral als u diep ademhaalt of hard niest, voelt u een scherpe pijn links en/of rechts op de borst of rug; Kortademig bij inspanning.
Bij een bacteriële oorzaak is iets vaker sprake van koorts en keelpijn en bij een virale verwekker frequenter van rinoroe en hoestklachten. Echter, bij een minderheid van de patiënten met koorts en keelpijn in afwezigheid van rinorroe en hoestklachten bleek de oorzaak bacterieel.
Bij bloedarmoede zit er te weinig hemoglobine in het bloed. Het bloed kan dan te weinig zuurstof naar de lichaamscellen brengen. Dit kan klachten geven, zoals moe zijn, duizeligheid, het gevoel hebben dat u flauwvalt of snel kortademig worden. Bloedarmoede komt bij vrouwen het vaakst door heftig ongesteld zijn.
Bij leukemie bijvoorbeeld geeft het bloedonderzoek een abnormale stijging van het aantal witte bloedlichaampjes weer, maar ook een daling van het aantal rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Het hemoglobinegehalte (Hb) van het bloed geeft aan of er voldoende aanmaak en vulling is van de rode bloedcellen. Hemoglobine is verantwoordelijk voor het zuurstoftransport in het bloed.
De symptomen van infecties zijn bij hen bovendien vaak atypisch. Dat betekent dat een longontsteking bijvoorbeeld zonder koorts en zelfs bijna zonder hoesten kan verlopen. Dikwijls treffen infecties ouderen met één of meerdere chronische ziekten (diabetes, chronische bronchitis en kanker).
Bij een bacteriële infectie, een blindedarmontsteking of reuma zijn de bloedwaarden van CRP sterk verhoogd, doorgaans meer dan 100 mg/liter. Maar bij een chronisch licht verhoogde waarde (tussen 1 en 3 mg/liter) is het risico op hart- en vaatziekten al wat verhoogd en boven de 3 mg/liter is dat risico sterk verhoogd.
Ontstekingen: stress kan het lichaam ertoe aanzetten om een overdaad aan eiwitten (cytokines) te produceren die tot zware ontstekingen kunnen leiden.
De eerste symptomen (verschijnselen) van acute leukemie zijn vooral vermoeidheid en bloedarmoede. Ook kunt u vaker infecties hebben, blauwe plekken en slijmvliesbloedingen in mond en neus. Daarnaast ontstaan soms klachten als botpijnen, gezwollen tandvlees en klachten als gevolg van vergrote lymfklieren en milt.