Er wordt door de reumatoloog onderzocht of de hypermobiliteit veroorzaakt wordt door een genetische bindweefsel ziekte zoals bijvoorbeeld Ehlers-Danlos of Marfan.
Wat de beste behandeling is bij hypermobiliteit hangt af van de klachten die je hebt. Sommige spieren kunnen een deel van het werk van je gewrichtsbanden opvangen. Een fysio- oef oefentherapeut adviseert en helpt je met oefeningen om de spieren rondom je gewricht extra te versterken.
Bij vermoeden van HMS zal uw huisarts u meestal doorverwijzen naar een reumatoloog. Met een scan of een röntgenfoto kan deze lichamelijke afwijking niet aangetoond worden. De specialist zal dus een diagnose moeten stellen op basis van een uitgebreid lichamelijk onderzoek.
Dan kan het zijn dat je hypermobiel bent. Je hebt dan heel soepel bindweefsel en bent overmatig beweeglijk. De pezen, gewrichtsbanden, kraakbeen, bot en tussenwervelschijven zijn zwakker en rekbaarder. Doordat de banden om de gewrichten langer zijn dan “normaal” is de bewegingsuitslag van de gewrichten extra groot.
Hypermobiliteit kan, zoals eerder genoemd, in sommige sporten een voordeel geven. Naast sporten waarbij deze lenigheid duidelijk zichtbaar is (turnen, ballet), zijn er bijvoorbeeld ook voordelen voor zwemmers bij de vlinderslag en een werper bij honkbal.
Pijn negeren en door blijven gaan is echter ook niet goed. De spieren blijven overbelast en zullen daardoor ook pijn blijven doen. Ook zullen de spieren zo overbelast zijn dat ze de bewegingen niet goed kunnen coördineren en je gewrichtspijn erger kan worden.
Omdat hypermobiliteit een aangeboren aandoening is kan het niet worden genezen. Wel zijn er behandelingen mogelijk om klachten te beperkten en te leren hoe het beste met de klachten om te gaan.
Hypermobiliteit wordt ook wel hyperlaxiteit of overbeweeglijkheid genoemd. Het is geen ziekte, maar een erfelijke aanleg waardoor de banden en kapsels rond de gewrichten elastischer zijn dan gemiddeld en daardoor verder kunnen oprekken.
Doordat het hypermobiliteitssyndroom nog een vrij onbekende chronische aandoening is, zijn geen gegevens bekend over het aantal personen dat hier last van heeft. Wel is bekend dat het HMS vaker bij vrouwen voorkomt dan bij mannen en bij Aziaten en Afrikanen meer voorkomt dan bij mensen van Europese afkomst.
Kinderen zijn over het algemeen vrij flexibel, maar als ze hun knieën of ellebogen ver kunnen overstrekken, met gestrekte benen hun handen plat op de grond kunnen leggen, hun duim tegen hun pols aan kunnen leggen of vingers meer dan negentig graden kunnen doorstrekken, dan is er mogelijk sprake van hypermobiliteit.
De pijn komt vooral voor in de spieren, het bindweefsel en in en rondom de gewrichten. U voelt de pijn voornamelijk in nek, schouders, handen, bekken, benen, voeten en rug. Deze pijn is een vorm van spierpijn die u ook voelt bij zware griep, maar u hebt deze bij fibromyalgie elke dag.
Zelf kunt u niet veel doen tegen hypermobiliteit. Mocht u klachten ervaren, dan kunt u uw spieren gaan versterken, zodat deze de functie van de gewrichtsbanden deels gaan overnemen. Hierdoor wordt het gewricht stabieler. Dit kan bijvoorbeeld door te gaan fitnessen.
Meestal stelt een kinderarts de diagnose EDS op basis van de combinatie van de typische kenmerken, waaronder in ieder geval gewrichtshypermobiliteit en zachte, kwetsbare en overrekbare huid. Deze kenmerken zijn altijd aanwezig, maar er is grote variatie in aanwezigheid van andere symptomen per kind en type EDS.
Hoe wordt Ehlers-Danlos syndroom vastgesteld? De diagnose syndroom van Ehlers-Danlos wordt over het algemeen met het blote oog gesteld. Uw arts onderzoekt onder andere uw huid en uw gewrichten op bovenstaande kenmerken, waarbij soms gebruik wordt gemaakt van een speciaal ontwikkeld scoreformulier.
Symptomen EDS
De meest voorkomende symptomen zijn: hypermobiliteit (hierdoor kunnen gewrichten een grotere bewegingsuitslag maken dan gewenst), zwakte van het bindweefsel, rekbare zachte huid, vertraagde wondgenezing en het snel krijgen van blauwe plekken.
Hypermobiliteit is een erfelijke aanleg; ongeveer 10% van de mensen is hypermobiel, vrouwen vaker dan mannen. Hypermobiele mensen kunnen vaak bijzondere trucs met ledenmaten, tenen of vingers die de meeste mensen in hun omgeving niet na kunnen doen.
Ehlers-Danlos Syndromen (EDS) is de verzamelnaam voor een zeldzame, klinisch en genetisch heterogene groep erfelijke bindweefselafwijkingen. De belangrijkste kenmerken zijn: hypermobiliteit, rekbare zachte huid, bindweefselzwakte, hematomen en vertraagde wondgenezing.
Wat is de oorzaak van verstijfd of verkleefd bindweefsel? Het bindweefsel kan door verschillende oorzaken verstijfd en/of verkleefd raken, bijvoorbeeld door te weinig beweging, maar ook door te veel beweging, herhaalde bewegingen, trauma, verkeerde houding, pijnklachten, etc.
Ehlers-danlossyndroom (EDS) is een aangeboren en erfelijke aandoening waarbij het bindweefsel niet goed is aangelegd. Bindweefsel zit overal in ons lichaam waar steun gegeven moet worden. Dit betekent dat het een belangrijk bestanddeel is van bijvoorbeeld botten en van de banden die gewrichten op hun plaats houden.
Wat is Hyperlaxiteit? Hyperlaxiteit of hypermobiliteit is een (erfelijke) aanleg. Door veranderingen in het bindweefsel krijgen de gewrichtsbanden en het kapsel meer elastische eigenschappen. De banden zullen bij belasting niet strak opgespannen maar juist wat meerekken.
Er zijn minsten 3400 mensen met een vorm van EDS in Nederland, waarvan minstens 2700-3000 mensen met hEDS. Echter op basis van wetenschappelijke onderzoeken en onze klinische bevindingen is het waarschijnlijk dat het aantal mensen met EDS en hEDS (veel) hoger is. Hypermobiliteit, instabiliteit, dislocatie.
Gewrichten worden minder stijf wanneer u in beweging blijft. Wanneer u langere tijd stilzit in huis of op uw werk, is het van belang om korte pauzes te nemen en even te bewegen. Daarnaast is het goed om te doen aan bewegingsvormen waarin veelzijdig wordt bewogen met lage intensiteit zoals wandelen, fietsen of zwemmen.
Maar wat is nu hypomobiliteit? Hypomobiliteit is in feite het tegenovergestelde van hypermobiliteit. Wanneer iemand hypomobiel is zijn gewrichten zo stijf dat degene geen 'normale' Range of Motion (ROM) heeft.
Bij artrose verandert het kraakbeen in een gewricht. Klachten zijn pijn en stijfheid in het gewricht, vooral bij het opstaan. Artrose ontstaat meestal in de heup, knie of duim.