De gewone adder (Vipera berus) is de enige giftige slang die in België in de natuur voorkomt. Adderbeten zijn dan ook eerder zeldzaam in ons land. De gewone adder is zeldzaam in België. Hij komt alleen voor in het stroomgebied van de Boven-Maas en de Antwerpse Kempen.
Wereldwijd zijn er zo'n 200 soorten adders. Wat dichter bij huis vinden we er slechts één – de Europese adder, Vipera Berus. Dit is ook meteen de enige gifslang in Nederland en België.
In België kennen we drie inheemse slangensoorten; de gevlekte ringslang, de adder en de gladde slang. Van deze drie soorten is de gevlekte ringslang de meest voorkomende. Leer hier meer over de dieren.
De gevlekte ringslang is in België één van de drie inheemse soorten slangen, naast de giftige Adder (Vipera berus) en de niet-giftige gladde slang (Coronella austriaca). Van deze drie soorten is de gevlekte ringslang de meest voorkomende.
De adder (Vipera berus) is een giftige slang die behoort tot de familie adders (Viperidae). De slang komt voor in vrijwel geheel Europa en in delen van Azië. De adder is de enige giftige slang die ook voorkomt in België en Nederland.
De meeste slangen doden hun prooi met hun tanden. Die vlijmscherpe tanden zijn naar achteren gericht.
Naar de dierenarts na een adderbeet
Heeft je hond een beet van de adder te pakken? Bel de dierenarts! De dierenarts zal vragen wanneer de hond is gebeten en zal je vragen om zo snel mogelijk te komen.
Ook de bunzing, de fret, wezel en de muskusrat komen veel voor in de ardennen. Recent zijn er ook bevers uitgezet, wiens populatie een grote opmars maakt. er komen enorm veel vogels voor in de Ardense bossen. Fazanten en patrijzen zijn aan bijna elke bosrand te zien.
De adder komt voor op de hoge zandgronden van Nederland met uitzondering van de duinen. Er zijn momenteel nog twee grote min of meer aaneengesloten leefgebieden van de adder, gelegen in Friesland en Drenthe en op de Veluwe. Daarnaast is de soort nog aanwezig in Overijssel en Limburg (Meinweg).
Doorgaans eten ze kleinere dieren, bijvoorbeeld konijnen of vogels. Pythons van deze afmetingen kunnen in principe alles eten wat ze willen, maar mensen staan doorgaans niet op hun menu. Er zijn dan ook weinig gevallen bekend waarbij een mens door een python werd opgegeten.
Giftige slangen zijn te herkennen aan hun driehoekige kop. De klieren, gevuld met gif, bevinden zich namelijk aan de achterkant van de kop en geven het hoofd die bijzondere vorm. Onderzoekers hebben nu ontdekt dat het ook niet-giftige slangen moet zijn opgevallen dat gifslangen er anders uitzien.
De zwarte mamba staat bekend als 's werelds dodelijkste slang. Ze wonen in de savanne in het zuiden en oosten van Afrika, en ze zijn een van de snelste slangen ter wereld – ze kunnen snelheden van twintig kilometer per uur halen.
Edelhert-bokken kunnen tijdens de bronstperiode soms reageren op zowat alles wat beweegt, en kunnen dan ook wel eens agressief uitpakken naar een persoon. Verder reageren gekwetste evers of herten (aangereden of aangeschoten bv.) doorgaans agressief bij confrontatie met mensen.
Vlak na de geboorte zijn jonge adders bijzonder kwetsbaar en worden ze bedreigd door een groot aantal natuurlijke vijanden: zoogdieren (zoals egel, bunzing, vos, das en wild zwijn), vogels (zoals buizerd, reiger, bosuil, ekster en raaf), reptielen (zoals gladde slang) en zelfs amfibieën.
De zwarte adder is giftig maar beten zijn door het schuwe karakter zeldzaam. Bij verstoring zal de slang proberen weg te vluchten in plaats van aan te vallen.
Daarom nam het INBO, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, stalen af. Het vermoeden werd bevestigd: niet alleen in Limburg, Vlaams-Brabant en Antwerpen zijn er wolven (geweest), maar ook ten westen van de Schelde. Dat is voor het eerst in meer dan 150 jaar.
De Kodiakbeer is de grootste ondersoort van allemaal. En ook zeer gevaarlijk, want deze dieren zijn meestal niet bang voor mensen. Iets wat je snel genoeg zult merken. Je kunt deze imposante verschijning in delen van Alaska tegen komen.
Er ontstaat lokale zwelling en intense pijn ter hoogte van de beet. De huid krijgt een donkerpaarse kleur en er verschijnen kleine bloedstortingen rond de bijtplaats. Na 2 tot 3 dagen trekt dit langzaam weg. Daarnaast kunnen ook algemene symptomen voorkomen.
De symptomen treden meestal een half uur tot enkele uren na de beet op. De meest voorkomende zijn: (intense) pijn ter hoogte van de wonde, zwelling van het gebeten lichaamsdeel, misselijkheid, braken, buikpijn, verhoogde hartslag. Afhankelijk van de ernst van de beet zijn er ook andere symptomen mogelijk.
Een slangenbeet kenmerkt zich door pijn rond de beetplaats, waar vaak ook (twee) kleine wonden te zien zijn. Er treedt (forse) zwelling en roodheid op.
Jaarlijks overlijden wereldwijd naar schatting ruim 130.000 mensen aan de gevolgen van een slangenbeet: dat is elke vier minuten een dode. Daarmee is de slangenbeet één van de dodelijkste tropische 'ziektes' ter wereld. Slangen maken veel meer slachtoffers dan bijvoorbeeld ebola.
Leg geen tourniquet aan op de getroffen ledemaat. Snij het gif niet uit de wond en zuig de wond niet uit. Koel niet met ijs. Geef het slachtoffer geen alcohol, koffie of thee.
Slangen hebben net als veel andere dieren een spijsverteringsstelsel met onder andere een maag, lever en darmen. Bij slangen komt de ontlasting uit de darm en de urine uit de nieren samen in een ruimte. Die ruimte wordt de cloaca genoemd. Slangen poepen en plassen tegelijk.