Activerende werkvormen zetten studenten actief aan het werk met de studiestof, waarbij ze academische vaardigheden ontwikkelen en waar- bij gebruik gemaakt wordt van situaties uit de praktijk. Deze werk- vormen prikkelen studenten om actief aan het werk te gaan met kennis.
Activerende didactiek is gericht op de ordening van het aanbod en op de werkvormen die de leraar gebruikt. Daarmee stimuleert hij de hersenen van zijn leerlingen, zodat leerlingen actief worden. Door een activerende didactiek stimuleert de leraar de (denk)activiteit van zijn leerlingen.
Een actieve werkvorm vergroot het (leer)plezier van de student en kan helpen voor een betere verwerking van de leerstof en meer verdieping tijdens de contacttijd. Dit geldt zowel voor face-to-face onderwijs, als voor hybride en online onderwijsvormen.
Vraag de leerlingen naar relevante voorkennis. Laat alle leerlingen opschrijven wat ze weten, laat het in duo's overleggen of bespreken en bespreek uiteindelijk klassikaal. Op deze manier zet je alle leerlingen aan het denken en aan het werk.
Bij interactieve werkvormen kunnen meer leerlingen tegelijk actief aan de slag. Ze komen ook makkelijker en vaker zelf aan het woord. Wanneer leerlingen samen een uitdagende vraagstelling moeten oplossen gaan ze spontaan met elkaar aan de praat.
Activerend leren impliceert dat studenten actief worden betrokken bij onderwijsactiviteiten. Bijvoorbeeld, door te participeren in het ontwikkelen van kennis of kritisch te reflecteren op de onderwijsactiviteiten die hen worden aangeboden door docenten.
Er zijn meerdere manieren om te zorgen dat jouw leerlingen de leerstof blijven onthouden. Je moet er wel aan denken dat het voor jou prettig moet zijn om deze les te geven. Er zijn vijf verschillende soorten didactische werkvormen.
“Wat ben ik?” is een variant op “Wie ben ik?”. Alle deelnemers krijgen een briefje op hun voorhoofd geplakt met een dier erop geschreven. Door vragen te stellen aan andere deelnemers (die ook zo'n briefje op hun voorhoofd hebben geplakt), moeten ze erachter zien te komen welk dier ze “zijn”.
Werkvormen verwijzen naar de manier waarop je inhoud bespreekt of de weg waarlangs je een proces stuurt. Werkvormen gaan dus niet over wat je wilt bespreken of behandelen, maar geven aan hoe je dat gaat doen. In een les, een overleg of andere bijeenkomst, waarin je inhoud aan de orde wilt stellen.
Het doorgeven van basale kennis of de uitleg van moeilijke onderwerpen, in korte tijd aan grote groepen. Het presenteren van een inleiding of verhaal, zodat de interesse wordt gewekt. Het samenvatten van veel leerstof. Het geven van richtlijnen voor taken.
Het gebruiken van een werkvorm kan verschillende doelen hebben: als energizer of starter, om voorkennis te activeren, op een prettige en actieve manier het echte leerwerk doen, op een actieve wijze de leerstof verwerken en/of toepassen, om aan het eind van een les na te gaan wat er geleerd is, om samen te vatten etc.
Een didactische werkvorm is de activiteit die een docent met leerlingen/studenten uitvoert om hen iets te leren. Bekende werkvormen zijn: rollenspelen, leergesprekken en presentaties. Activerende werkvormen zijn werkvormen waarbij de leerling/student zelf actief kennis en vaardigheden verwerft.
Het didactisch analysemodel is een methodisch kader waarin alle stappen voor het ontwerpen van een training staan omschreven. Dit model kun je steeds toepassen voor het opstellen van een goed lesplan.
Er kan sprake zijn van bewegend leren tijdens het vermenigvuldigen, optellen, spellen of tijdens andere leerstof als dit gebeurt in combinatie met bewegingen. Diverse onderzoeken tonen aan dat bewegen tijdens het leren een positieve invloed heeft op de hersenactiviteiten.
Didactiek gaat over het professioneel handelen van de leraar. Het is de theorie van kennisoverdracht, aanleren van vaardigheden en inzicht. Daarbij staat de vraag centraal hoe de leraar ervoor zorgt dat de leerling leert.
Gebruik een brainstormoefening bij de aanvang van je OPO of les. Vraag aan studenten wat ze weten over een bepaald onderwerp. Je kan dit bijvoorbeeld ook doen aan de hand van een conceptmap. Door studenten te laten nadenken over een bepaald thema of concept, activeer je hun voorkennis met betrekking tot dit onderwerp.
' Een activerende werkvorm kan jou als leraar veel opleveren aan inzichten over hoe je klas ervoor staat. Daarmee kun je gerichter onderwijs aanbieden. Ook laat het leerlingen op een zodanige manier met de stof te werken, dat ze gaan nadenken, argumenteren en discussiëren.