Mensen met autisme ervaren heftiger wat ze horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Ze hebben vaak moeite met veranderingen.Contact maken met andere mensen gaat vaak moeilijk. Autisme is aangeboren.
DSM-5 stelt dat er sprake moet zijn van aanhoudende tekorten in de sociale communicatie en sociale interactie in meerdere contexten én beperkte, repetitieve gedragingen, interesses of activiteiten. Deze twee criteria noemt men de 'autisme-dyade'.
Kort gezegd zijn de kernkenmerken: verschillen in communicatie en sociale interactie. Beperkte en repetitieve gedragingen en interesses (door autistische mensen vaak zelf-kalmerend of zelfregulerend gedrag genoemd, en gerichte en toegewijde interesses), inclusief sensorische verschillen.
Autisten die moeite hebben met het begrijpen van taal in het algemeen hebben ook moeite met het begrijpen van figuratieve taal in het bijzonder. Autisten die geen beperking hebben in het begrijpen van taal, hebben over het algemeen ook geen moeite met het begrijpen van metaforen, vergelijkingen en andere stijlfiguren.
De reeks van autismekenmerken varieert enorm. De ene persoon kan milde angst ervaren of oogcontact vermijden, terwijl een ander veel moeite kan hebben met communiceren en hevige driftbuien kan krijgen .
Iemand met PDD-NOS heeft last van sociale en communicatieve problemen zoals bij autisme, maar dan in mildere vorm. Er wordt dan ook wel gesproken van aan 'autisme verwante problematiek' of de term PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified).
Social Communication Questionnaire (SCQ)
De SCQ is een vragenlijst om kinderen te screenen op een autismespectrumstoornis (ASS).
Vanaf 24 maanden kan een diagnose autisme gesteld worden. Belangrijker is misschien wel dat ouders die zich zorgen maken hulp krijgen, ongeacht een eventuele diagnose. Het is ontzettend belangrijk dat jullie je gehoord voelen en weten waar jullie terecht kunnen voor hulp.
Type 9 onderwijs is er voor kinderen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben en ondanks begeleiding niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
Type 7: auditieve beperking of spraak- of taalstoornis.
Graad 1: je hebt problemen door tekorten in de sociale communicatie (verbaal en non-verbaal), interactie en gebrek aan flexibiliteit. Plannen en organiseren is lastig, waardoor je moeilijk zelfstandig kunt functioneren. Enige ondersteuning is nodig.
Mensen met autisme gaan dan ook vaak heel primair reageren als ze stress hebben. Ze kunnen dan niets meer met hun frustratie. Ze hebben er geen controle meer over. En dan worden ze agressief, willen ze vluchten, bevriezen ze of worden ze suïcidaal.
Een meltdown is het nieuwe woord, overgewaaid uit Amerika. Je kunt het ook een punthoofd noemen, een vol hoofd, overprikkeling of roze stuiterballen in je hoofd. Hoe je het ook noemt, je kunt het niet altijd voorkomen en het is enorm lastig om mee om te gaan, voor zowel Cass als voor jou.
Overgevoeligheid of juist helemaal niet gevoelig voor pijn, warmte en kou en geluiden. Afwijkende motoriek. Houterig bewegen, veel met de handen zwaaien (praten met de handen). Overmatige gerichtheid op een onderwerp en weinig tot geen belangstelling hebben voor andere onderwerpen.
De American Academy of Pediatrics (AAP) beveelt aan dat alle kinderen op de leeftijd van 18 en 24 maanden een autismescreening ondergaan.
CoSoS staat voor 'Communicatieve en Sociale ontwikkelings-Signalen'. De vragenlijst helpt ouders en professionals om problemen te herkennen op het gebied van contact, communicatie, spel en prikkelverwerking. Dit zijn problemen die onder andere bij autisme voorkomen.
Mannen met autisme hebben vaker comorbide externaliserende problemen (zoals gedragsproblemen en hyperactiviteit). Vrouwen met autisme hebben vaker comorbide internaliserende problemen (zoals angst en depressie).
Stoornissen in het autismespectrum en het Williams-syndroom zijn complexe cognitieve stoornissen die op sociaal gebied juist tegenovergestelde kenmerken vertonen: mensen met stoornissen in het autismespectrum zijn meestal hyposociaal, terwijl mensen met het Williams-syndroom doorgaans hypersociaal zijn.
Op basis van een officiële diagnose autismespectrumstoornis (ASS), vastgesteld door een psychiater of een GZ-psycholoog, kun je voor jezelf, voor je kind of voor een naaste een Autipas aanvragen. Heb je meerdere diagnoses hebt, waarvan autismespectrumstoornis er één is? Dan kun je een Autipas aanvragen.
Autistische mensen kunnen zich anders gedragen dan andere mensen
het moeilijk vinden om te begrijpen hoe andere mensen denken of voelen. dingen als fel licht of harde geluiden overweldigend, stressvol of ongemakkelijk vinden. angstig of overstuur raken door onbekende situaties en sociale gebeurtenissen. er langer over doen om informatie te begrijpen.
Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen. Er ontstaat een chaos in het hoofd, iemand heeft veel meer tijd nodig om de informatie te verwerken en er volgt een tragere reactie of andere interpretatie.
Autisme is voor iedereen anders
Geen twee autistische mensen zijn hetzelfde . Het woord 'spectrum' verwijst naar het scala aan kenmerken dat autistische mensen vertonen en de verscheidenheid aan manieren waarop ze de wereld ervaren. Sommige autistische mensen hebben mogelijk meer ondersteuning nodig dan anderen om het leven te leiden dat ze willen leiden.