Een ervaring kan gebruikt worden als een feit. We spreken dan van een empirisch argument. Iemand kan aan het woord gelaten worden die veel van het onderwerp afweet. Er wordt dus een beroep op gezag gedaan.
Een argument is deugdelijk wanneer het geen tegenargument heeft of twijfel zaait, of als alle twijfel zaaiende of weerleggende tegenargumenten weerlegd kunnen worden door een deugdelijk argument.
Voorbeeld: Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt,, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen).
Reden, verklaring, argument
Signaalwoorden: omdat, want, namelijk, daarom, aangezien, op grond van, immers, om die reden.
Argumenten zijn objectief wanneer ze feitelijk zijn en subjectief wanneer ze een mening, een gevoel, een vermoeden of een waardeoordeel bevatten. Subjectieve argumenten worden ook wel waarderende argumenten genoemd.
Een argument wordt valide genoemd wanneer het niet mogelijk is dat de premisse waar is en de conclusie onwaar is.
Moraal is het geheel van (morele) normen en waarden dat door een individu, groep, instelling of cultuur als belangrijke richtlijn voor het eigen handelen wordt beschouwd. Een moreel standpunt bevat redenen en argumenten die voortkomen uit morele waarden en normen.
Een waarderend argument is een uitspraak met een waarde-oordeel, de schrijver/spreker vindt iets (goed-slecht, mooi-lelijk, waardevol-waardeloos, wenselijk-onwenselijk). Deze argumenten moet je dan ook onderbouwen: je moet vertellen waarom jij dit een goed argument vindt.
Argumenten over de gevoelens die de tekst bij de lezer oproept (emotieve argumenten). Raakt het verhaal je? Hoe komt de sfeer van het verhaal over? Je gebruikt in je argumentatie bijvoorbeeld woorden als beklemmend, meeslepend, fascinerend, aangrijpend, verrassend, ontroerend.
Structurele argumenten(Zit het verhaal logisch in elkaar?) Literair-historische argumenten (Zorgt het verhaal voor vernieuwing?) Emotionele/emotieve argumenten (Raakt het verhaal mij?) Realistische argumenten (Is het verhaal geloofwaardig?)
De cirkelredenering is een discussiefout waarbij iemand een argument opvoert dat gelijk is aan het standpunt. Bijvoorbeeld: Ik vind Kees geen aardige man, want ik mag hem niet zo.” of met iets meer uitgebreider. Je hebt geen goede literaire smaak, want je leest Kluun en niet Grunberg.
De argumenten die je standpunt ondersteunen worden de hoofdargumenten genoemd. De verduidelijkingen en verklaring van de hoofdargumenten noemt men de subargumenten.
Een tegenargument herken je aan dezelfde signaalwoorden als die waaraan je argumenten herkent: dat blijkt uit, immers, namelijk, omdat, de reden hiervoor is en want.
Bij nevenschikkende argumentatie wordt er een onderscheid gemaakt tussen onafhankelijke en afhankelijke argumenten. Bij onafhankelijk nevenschikkende argumentatie gebruik je twee of meer argumenten die gelijkwaardig aan elkaar zijn en die je van plaats zou kunnen wisselen in het schema.
De begrippen 'ethiek' en 'moraal' worden vaak door elkaar gebruikt, maar zijn wezenlijk verschillend. 'Moraal' is het geheel van waarden en normen dat voor een persoon of een groep van belang is. 'Ethiek' is het systematisch nadenken over die moraal. Ethiek bestudeert en analyseert dus de moraal.
Moreel en moraal zijn synoniemen in de betekenis 'zedelijke kracht, zelfvertrouwen, wil om door te zetten'. Moreel is een het-woord, moraal een de-woord. Ondanks de regen bleef het moreel / de moraal van de wielrenners erg goed.
Goede argumenten voldoen aan twee eisen: Een goed argument is juist. Dat wil zeggen: het is waar wat je zegt. Een goed argument is daarnaast geldig: het gaat over het onderwerp van het meningsverschil en niet over iets anders.
Bij validiteit gaat het om het meten wat je beoogt te meten. Bij betrouwbaarheid daarentegen gaat het om de vraag of je onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde wijze nogmaals uitvoert.
Hier leggen we je uit wat een drogreden is! Een drogreden is een foutief argument. Vaak lijken drogredenen aannemelijk, maar dat zijn ze niet. Een drogreden kan een fout argument zijn omdat een argumentatieschema niet goed gebruikt wordt of doordat er een discussieregel wordt overtreden.
Argumenten kunnen objectief en subjectief zijn
Dit zijn sterke argumenten, want ze zijn te controleren. Subjectieve argumenten zijn geloof, vermoedens, persoonlijke indrukken, voorspellingen, emoties en gevoel, niet algemeen aanvaarde waardeoordelen. Dit zijn dus zwakke argumenten.
Iets is objectief als het onafhankelijk is van de waarneming of voorkeuren van mensen: als er geen interpretatie bij nodig is. Dit staat tegenover subjectief.
Objectief recht is het geheel van rechtsregels en normen, zoals die voortvloeien uit wetgeving, rechtspraak en gewoonten. Het begrip subjectief recht kan worden omschreven als een in het rechtssysteem erkende bevoegdheid om naar eigen goeddunken bepaalde handelingen te stellen.