Hoofdletters gebruik je in twee situaties: aan het begin van een zin en bij namen. Je gebruikt ze bij namen van personen, bedrijven, instellingen, merken, wetten, boeken, aardrijkskundige plaatsen, talen, dialecten, volkeren, feestdagen en historische gebeurtenissen.
Namen van plekken
Een aardrijkskundige naam schrijven we met een hoofdletter. Dit geldt voor steden, landen, streken, continenten, maar ook bergen, rivieren, woestijnen en hemellichamen. *In niet-wetenschappelijke teksten schrijven we de zon, de maan en de aarde, dus met kleine letters.
Hoofdletter aan het begin van een zin
In het algemeen krijgt het eerste woord van een zin altijd een hoofdletter. Dat geldt ook voor 'gewone' woorden, die je normaal gesproken met een kleine letter schrijft. Er komt geen hoofdletter na een dubbele punt of puntkomma.
De voor- en achternaam van personen schrijf je met hoofdletters. Als de achternaam begint met een tussenvoegsel, krijgt dat tussenvoegsel ook een hoofdletter als het vooraan staat: De Vries, Van der Laan.
Antwoord. In Nederland is mevrouw Jacobs-van Dijk de gangbare schrijfwijze. In België wordt de persoonsnaam altijd geschreven zoals op de identiteitskaart is aangegeven; van wordt er meestal met een hoofdletter geschreven. De gewone schrijfwijze in België is dus mevrouw Jacobs-Van Dijk.
Na een voornaam of voorletter schrijf je tussenvoegsels NIET met een hoofdletter. Als er geen voornaam of voorletter staat schrijf je tussenvoegsels wel met een hoofdletter.
Namen van talen en dialecten schrijf je ook met een hoofdletter. Ook hier geldt hetzelfde voor samenstellingen en afleidingen van deze namen. Alle volkennamen krijgen een hoofdletter. Daarom schrijf je Jood, Arabier, Viking, Eskimo en Vlaming.
De traditionele titels staan voor de naam (na eventuele aanspreekvormen als mevrouw, de heer of professor) in de volgorde dr., mr., ir., drs., ing., bc. Ze worden van elkaar gescheiden door een spatie. Bij het behalen van de doctorstitel vervalt een eventuele doctorandustitel.
Het woord heer hoort, zoals gezegd, nooit alleen te staan. In bijvoorbeeld een adressering schrijf je de heer (of afgekort: dhr.), en in een aanhef Geachte heer of Beste heer. Daar komt de achternaam achter, als je die weet: 'Geachte heer Van Wingerden'. Meestal gaat het goed en word ik aangeschreven als 'De heer'.
De Vries is een van de meest voorkomende Nederlandse achternamen. Het geeft een geografische oorsprong aan: "Vriesland" is een oude schrijfwijze van de Nederlandse provincie Friesland (Frisia). "De Vries" betekent dus "de Fries". De naam is in andere landen aangepast naar "DeVries", "deVries" of "Devries".
Functiebenamingen en titels, al dan niet gevolgd door een naam, schrijven we volgens de spellingregels met kleine letters. Ook Engelse functieaanduidingen schrijven we met kleine letters.
Merknamen en soortnamen
Merknamen schrijven we met een hoofdletter, soortnamen met een kleine letter. Ik wil graag een Coca-Cola. Nee, ik wil geen andere cola, ik wil de echte, want dat proef ik.
De correcte spelling is Pasen, met een hoofdletter.
Officiële namen van feestdagen, zoals Pasen, schrijven we met een hoofdletter. Samenstellingen met namen van feestdagen schrijven we klein: paasfeest, paasvakantie, paasmaandag, paasbloemen.
Hoofdletters gebruik je alleen voor namen van personen, bedrijven, instellingen, merken, wetten, boeken, aardrijkskundige plaatsen, talen, dialecten, volkeren, feestdagen en historische gebeurtenissen. Ook afleidingen van namen en namen in samenstellingen schrijf je met een hoofdletter.
Nederland wordt in lopende tekst met een kleine 't' gespeld (Zij wonen in Nederland). In een adresvorm (d.w.z. elk deel van een nieuwe regel) heeft Nederland een hoofdletter 'T' . Den Haag wordt altijd met een hoofdletter 'T' gespeld (Zij wonen in Den Haag). Het bijvoeglijk naamwoord van Nederland is Dutch, niet Netherlands.
Merken en rassen
Merken schrijf je wel met een hoofdletter. Het zijn allemaal namen.
De varianten met Beste zijn informeler dan de varianten met Geachte. Het hangt ervan af hoe je als afzender wilt overkomen. Wil je vooral afstandelijk-beleefd en correct zijn, dan past Geachte goed.Wil je vooral uitstralen dat je contact zoekt met de lezer en zelf ook benaderbaar bent, dan is Beste geschikt.
In brieven of e-mails die gericht zijn aan iemand in een bepaalde functie, kan de functie in de aanhef worden vermeld, bijvoorbeeld Mijnheer de minister of Geachte directeur. In informele contexten is een aanhef met alleen de voornaam mogelijk, bijvoorbeeld Beste Peter.
De afkorting voor de heer is dhr., met een kleine letter en een punt. Je gebruikt alleen een hoofdletter “D” als de afkorting aan het begin van de zin staat.
Master of Science (MSc) is een mastertitel. Deze krijg je nadat je een universitaire masteropleiding in de bètawetenschappen of een toegepaste of sociale wetenschap hebt afgerond.
Het antwoord op de vraag is vrij eenvoudig: als u de professionele titel van uw vrouw gebruikt, adresseert u de brief aan: Dr.Jane Smith en Mr.Stanley Smith of Dr.Jane en Mr.
Achter de afkortingen van academische titels hoort altijd een punt. Schrijf dus dr., drs., ing., ir., lic., mr., prof. enzovoort.
Juist is pabo (met kleine letters). Pabo ('pedagogische academie voor het basisonderwijs') krijgt kleine letters. Het maakt niet uit of het om het type onderwijs of om de school gaat: Wie lesgeeft in het basisonderwijs, moet een pabo-diploma hebben.
De correcte spellingen zijn Kerstmis, kerst en kerstfeest.
Niet-officiële en informele namen, zoals kerst, schrijven we met een kleine letter. Samenstellingen met kerst schrijven we klein: kerstavond, kerstbal, kerstdag, kerstfeest, kerstkaartje, kerstvakantie.
Als naar iemand van het Joodse volk verwezen wordt, schrijven we Jood en Joods met een hoofdletter. Het is dan een aanduiding voor een bevolkingsgroep. Ook in samenstellingen en afleidingen blijft de hoofdletter van Jood behouden: Jodenvervolging, Jodendom.