Er ligt een voorstel van het ministerie dat telers van aardappelen op zuidoostelijk zand en löss vanaf 2021 na de aardappeloogst een wintergraan als vanggewas moeten telen.
U laat uw vanggewas in ieder geval staan tot en met 31 januari. Het maakt niet uit of u het vanggewas als onderzaai of direct na de oogst heeft gezaaid. Vanaf 1 februari mag u het vernietigen.
Gewassen die vanggewas én winterteelt zijn
U kunt ze als vanggewas en als winterteelt gebruiken. Dit geldt vooral voor wintergranen en grassen. We zien deze teelten alleen als winterteelt wanneer ze in het opvolgende jaar de hoofdteelt zijn. Dat is het geval wanneer het gewas op 15 mei op het perceel staat.
Suikermais past heel goed als rustgewas in de ecoregeling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, stelt CLM Onderzoek en Advies. Volgens de onderzoeksinstelling draagt suikermais bij aan de adaptatie van klimaatverandering en het beschermen van natuurlijke hulpbronnen zoals water en bodem.
Een rustgewas vermindert de uitspoeling van nutriënten en verbetert de bodemkwaliteit, zodat ook de waterkwaliteit wordt verbeterd. Volgens LNV zijn rustgewassen met name grassen en granen, maar ook luzerne, klaver, diepwortelende Sorghum, Tagetes en vezelgewassen (zoals hennep).
Het rustgewas is de hoofdteelt. Daar is één uitzondering op. U kunt ook kiezen voor een korte (groente)teelt of vroeg geoogst gewas, gevolgd door een onbemest vanggewas dat u vóór 1 september inzaait.Alleen in combinatie tellen deze teelten mee als rustgewas.
1, 10, of 15 oktober? Boeren moeten voor 1 oktober hun aardappels rooien, de Tweede Kamer wil dat die deadline met twee weken opschuift. Gisteren besloot het demissionaire kabinet dat boeren in Drenthe, Groningen en Friesland hun mais wel later mogen oogsten.
In het zuidoostelijk zand- en lössgebied worden aardappeltelers vanaf 1 januari 2021 verplicht om een vanggewas in te zaaien na een consumptie- of zetmeelaardappelteelt.
Voor het uitrijden van mest geldt een aantal regels. U kunt bijvoorbeeld drijfmest uitrijden tot en met 31 augustus, mits u vóór 1 september een groenbemester inzaait. De groenbemester moet dan minimaal 8 weken blijven staan. Als u geen vanggewas teelt, is eindigt uitrijdperiode op 31 juli.
Normaal moet alle mais binnen zijn voor 1 oktober, zodat andere gewassen als gras of bladkool de tijd hebben om overtollig stikstof uit de bodem te halen, wat goed is voor het milieu.
De hoeveelheid N die een gewas opneemt, verschilt sterk tussen gewassen en rassen. De N-opname kan variëren van 50 kg per ha voor erwten tot meer dan 300 kg per ha voor gewassen zoals witte kool. Voor intensief gebruikt grasland geldt dat het gewas meer dan 450 kg N per ha kan opnemen in de bovengrondse delen.
Waarom een vanggewas telen
Gewassen hebben stikstof nodig. Stikstof komt in de bodem en het water terecht als het gewas het niet genoeg opneemt. Bij de teelt van gewassen op zand- en lössgrond is de kans op uitspoeling groot. Er blijft dan veel stikstof in de bodem achter, wat nadelig kan zijn voor het milieu.
Dan ben je verplicht om hierna vanggewas te telen. Dit heeft als doel uitspoeling van stikstof in het najaar en in de winter te voorkomen. Toegestane vanggewassen zijn: bladkool, bladrammenas, gras, Japanse haver, triticale of winterrogge, -tarwe of -gerst.
Een winterhard stikstofvanggewas na de teelt van maïs vangt stikstof op uit de bodem die na de maïs achterblijft. Dit voorkomt dat deze stikstof in de winter uitspoelt naar het grondwater.
Groenbemesters zijn gewassen die geteeld worden voor het in stand houden of verbeteren van de bodemvruchtbaarheid en/of voor het tegengaan van uitspoeling. Zij leveren meestal geen oogstbaar product.
Voor je aardappelteelt volstaat een flinke bemesting met verteerde stalmest of met compost. Vervolgens moet je er voor zorgen dat je grond rijk is aan kalium (kali of tuinpotas) en magnesium (kieseriet). De kalium zorgt voor een betere vruchtvorming en de magnesium voor een mooier en sterkere loof.
Hoofdgewassen waar geen voor- of nateelt mogelijk is, zijn: winterwortel, witloof, knolselder, pastinaak, schorseneer, rode biet en late aardappelen. Aardbeien worden in het najaar gepland, dit kan na een aardappelteelt. Ze blijven vervolgens nog twee jaar op hetzelfde perceel staan.
Je zult ook moeten kiezen of je ze wil voorkiemen of niet, of je ze in volle grond zet of in een emmer of pot. En je kan natuurlijk ook al eens nadenken hoe je ze wil bereiden. Om een mooie aardappelplant te bekomen, zet je een aardappel met uitlopers in de grond.Die uitlopers worden het begin van je nieuwe plant.
Als de planten beginnen te bloeien zitten er al kleine aardappeltjes aan. Dan kun je krieltjes oogsten. Wil je grotere aardappels, dan oogst je pas als de plant geel wordt en afsterft: bij vroege aardappels is dat rond eind juni, bij latere in juli of augustus.
De meeste vroege en middelvroege aardappelen kunnen in juli/augustus geoogst worden. Halflate of late rassen oogst je vervolgens in september of oktober.
In 2021 lag dit op 22,9 miljoen ton en dit was een redelijk vergelijkbaar jaar. Op dit moment is rond de 22,2 miljoen ton geoogst. Dit betekent dat er nog ongeveer 1,4 miljoen ton in de grond zit.
Tijdelijk grasland wordt (nog) niet aangemerkt als rustgewas. Voor veehouders kan het daarom interessant zijn om Sorghum in de gewasrotatie op te nemen.
Groene braak
Uw perceel is voor minimaal 80% zichtbaar bedekt van 31 mei tot en met 31 augustus. Door bijvoorbeeld een kruidenmengsel in te zaaien of spontane opkomst. U mag voor een periode van minimaal 6 maanden achter elkaar geen chemische gewasbeschermingsmiddelen en mest gebruiken.
Japanse haver heeft een zeer sterke kiemkracht. Onder droge omstandigheden komt het zaad snel tot kieming en vormt het bovengronds snel een gewas. Door goede omstandigheden met vocht en hoge (bodem)temperaturen kan het gewas al na drie dagen opkomen. Andere planten hebben dan weinig kans om de Avena te overwoekeren.