Om de verbinding tussen de Haven van Amsterdam en de Noordzee te verbeteren werd in 1824 het Noordhollandsch Kanaal tussen Amsterdam en Den Helder in gebruik genomen.
De aanleg van de Oranjesluizen bij Schellingwoude was noodzakelijk om de waterstand te reguleren na de aanleg van het Noordzeekanaal vanaf 1865. Hiermee werd tevens mogelijke verzilting van het IJsselmeer tegengegaan en werd de binnen vaart bediend. In 1872 passeerde het eerste schip de sluis.
Het eigenlijke IJ of Binnen-IJ scheidt de Amsterdamse binnenstad van Amsterdam-Noord, en was oorspronkelijk een uitloper van de Zuiderzee.
Voor de aanleg van het Noordzeekanaal werd ongeveer 7 km (dwars door de duinen) met de hand gegraven. De rest van het kanaal ontstond door inpoldering en aanleg van dijken. Het Noordzeekanaal heeft brak water, een mengsel van zout zeewater en zoet water uit het Amsterdam-Rijnkanaal, IJsselmeer en het IJ.
Feestelijke opening
Na tien jaar graven was het Noordzeekanaal in 1876 voltooid. Koning Willem III nam het feestelijk in gebruik met een stormachtig boottochtje vanaf de sluizen van IJmuiden.
Is 15 meter diep (onder NAP) tot aan de Mercuriushaven en 11 meter diep (onder NAP) tot aan de Passenger Terminal Amsterdam. Loopt vanaf de sluizen in IJmuiden tot aan de Coenhaven.
De vaargeul van de Zaan wordt over een lengte van 11 km uitgebaggerd tot 4,9 m diepte. Dat is nodig om de rivier bevaarbaar te maken voor grotere schepen. Bij het baggeren kan kortsluiting ontstaan met een zandlaag die onder de dijk doorloopt tot onder de polders.
Noordzeekanaal met de hand gegraven.
Op 11 april 2005 is het beeld De Kanaalgravers onthuld op het Pontplein in Velsen door Siebe Rolle. Siebe Rolle, voormalig gemeente-archivaris van Velsen, is mede-auteur (i.s.m. Theun de Vries) van 'Eene plaats van grooten omvang – 1876-1976 honderd jaar IJmuiden en het Noordzeekanaal '.
Middeleeuwen: i → ii → ij
Om in de schrijftaal duidelijker aan te geven dat deze i lang moest worden uitgesproken, verdubbelde men hem: priise, sc(h)iint ('schijnt'). Later kreeg de tweede i een haaltje (j). Dat deed men ook omdat er in de Middeleeuwen vaak geen punt op de i werd gezet en ii soms verward werd met de u.
De Amstel is een rivier die vanuit het zuiden Amsterdam instroomt. De Amstel voert water uit de polders ten zuiden van Amsterdam af. De riviertjes de Bullewijk, de Kromme Mijdrecht en de Oude Waver komen ook uit in de Amstel. Vanuit de Amstel stroomt het water via de Amsterdamse grachten naar het IJ.
Amsterdam is natuurlijk genoemd naar de rivier de Amstel en de dam in de rivier.
Kanalen werden met de hand gegraven. De opgegraven grond werd door middel van kruiwagens en karretjes afgevoerd. Men hoopte nog flink te kunnen verdienen aan de verkoop van zwerfkeien bij het afgraven van het Oranjekanaal, maar doordat het vervoeren van de keien veel meer geld kostte dan verwacht, viel dit bar tegen.
langs de Zaan, oorspronkelijk lage zomerkaden, werden waarschijnlijk in de 11e eeuw aangelegd, als onderdeel van de omdijking van het gebied rond Westzaan, Krommenie en Assendelft aan de westzijde, en van Oostzaan en Waterland aan de oostzijde van de Zaan.
Het is dus niet alleen onverstandig om in de Amstel of het IJ te zwemmen, het is zelfs verboden. Je riskeert een boete van 150 euro als je toch een duik neemt in: in de vaarweg van rivieren.
Gelukkig is er in Amsterdam water genoeg! Niet alleen in de grachten, maar ook in het IJ. Daar is het water aan de oppervlakte zoet en het diepste water zout. Er leven wel 70 soorten vissen in het IJ.
Er zijn slechts een handvol officiële zwemplekken in en om de stad. Op veel andere plekken wordt zwemmen gedoogd, maar geldt altijd: het is op eigen risico. Zo wordt de waterkwaliteit op die plekken bijvoorbeeld niet getest. Let op: bij meren en stilstaand water ligt het gevaar van blauwalg altijd op de loer.
Tijdens de laatste ijstijd was de Noordzee een grote steppe, waar prehistorische dieren als mammoeten en wolharige neushoorns liepen. Zo'n 9.000 jaar geleden kwam er een eind aan de ijstijd en begon het water te smelten. Hierdoor ontstond de Noordzee.
De Noordzeebodem bestaat voornamelijk uit zand en slib. Maar op een aantal plekken biedt de bodem een natuurlijke harde ondergrond, zoals op de Klaverbank en de Borkumse Stenen. Vroeger waren er veel meer stenen, veenlagen en uitgestrekte oesterriffen in de Nederlandse Noordzee.