basisonderwijs: niveau 1F; vmbo, mbo-1, mbo-2 en mbo-3: niveau 2F; havo en mbo-4: niveau 3F; vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F.
Begrip over talent voor meertaligheid. Een polyglot is iemand met een hoge graad van taalbeheersing in verschillende talen.
Een retorische vraag is een stijlfiguur waarbij een vraag wordt gesteld, waarop men geen antwoord verwacht. Het is de bedoeling dat de ontvanger (toehoorder, lezer) zich aangesproken voelt en voor waarheid aanneemt wat de zender (spreker, schrijver) suggereert.
Maak voor je begint met vragen nog even duidelijk wie je bent en wat het doel van je interview ook alweer is. Geef ook aan of je het gesprek opneemt of toch kiest voor meetypen. Als je een face-to-face interview houdt, raad ik je aan om het gesprek op te nemen.
Je slaagt voor het vmbo als je gemiddeld een voldoende haalt voor de centrale examens. Ook moet het gemiddelde van je eindcijfers voldoende zijn. Daarnaast moet je minimaal een voldoende hebben voor kunstvakken inclusief Culturele en kunstzinnige vorming (CKV) en lichamelijke opvoeding.
Mbo-niveau 4: middenkaderopleiding of specialistenopleiding
Dit is een volledige opleiding van 3 of 4 jaar. Hiervoor gelden dezelfde eisen als de vakopleiding (niveau 3). Deze opleiding volg je als je het mbo-3-diploma hebt behaald en wil doorleren in hetzelfde beroep.
Deze schoolsoort is de opvolger van de mulo, of ulo. Mavo 3 voor ulo (uitgebreid lager onderwijs) en mavo 4 voor mulo (meervoudig uitgebreid lager onderwijs). Sinds 1999 is de mavo opgegaan in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), waarbij het onderwijs wordt aangeboden als de theoretische leerweg.
Geen regels studieduur vmbo, havo, vwo
Er zijn geen wettelijke regels die zeggen hoe lang iemand over vmbo, havo of vwo mag doen. Zonder vertraging duurt het vmbo duurt 4 jaar, havo 5 jaar en vwo 6 jaar.
Wie bepaalt of mijn kind blijft zitten of overgaat naar de volgende groep of klas? De school beslist of uw kind overgaat naar de volgende groep of klas. Hier bestaan geen wettelijke regels voor. In de schoolgids staat hoe de school omgaat met overgaan en zittenblijven.
Jongens blijven in aanloop naar examenjaar meer zitten
Havo 4 kent de meeste zittenblijvers: 15,3 procent van de jongens en 11,6 procent van de meisjes. Ook in het vmbo en het vwo bleven vooral meer jongens zitten in de klassen voorafgaand aan het examenjaar, vanaf de derde klas.
Mbo-niveau 4: middenkaderopleiding of specialistenopleiding
Dit is een volledige opleiding van 3 of 4 jaar. Hiervoor gelden dezelfde eisen als de vakopleiding (niveau 3). Deze opleiding volg je als je het mbo-3-diploma hebt behaald en wil doorleren in hetzelfde beroep.
Deze schoolsoort is de opvolger van de mulo, of ulo. Mavo 3 voor ulo (uitgebreid lager onderwijs) en mavo 4 voor mulo (meervoudig uitgebreid lager onderwijs). Sinds 1999 is de mavo opgegaan in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), waarbij het onderwijs wordt aangeboden als de theoretische leerweg.
Het vmbo sluit, net als de havo en het vwo, aan op de basisschool, en duurt vier jaar (leeftijd: 12-16 jaar). Van alle scholieren in het voortgezet onderwijs in Nederland zit meer dan 60 procent op het vmbo. Daarbij zijn inbegrepen de leerlingen die leerwegondersteunend onderwijs volgen.
Na het vmbo gaan veel leerlingen naar het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) om een beroep te leren. Leerlingen die naar het mbo willen moeten zich uiterlijk 1 april aanmelden bij de mbo-opleiding. Dan hebben ze recht op een studiekeuzeadvies. En op toelating tot de opleiding van hun keuze als ze aan de eisen voldoen.
Mbo-niveau 4: middenkaderopleiding of specialistenopleiding
Dit is een volledige opleiding van 3 of 4 jaar. Hiervoor gelden dezelfde eisen als de vakopleiding (niveau 3). Deze opleiding volg je als je het mbo-3-diploma hebt behaald en wil doorleren in hetzelfde beroep.
Deze schoolsoort is de opvolger van de mulo, of ulo. Mavo 3 voor ulo (uitgebreid lager onderwijs) en mavo 4 voor mulo (meervoudig uitgebreid lager onderwijs). Sinds 1999 is de mavo opgegaan in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), waarbij het onderwijs wordt aangeboden als de theoretische leerweg.
Met een mbo-diploma niveau 4 kunt u doorstromen naar een hbo-bacheloropleiding of naar een Associate degree. U kunt ook gaan werken, in Nederland of in het buitenland.
Een voltijds bacheloropleiding duurt 4 jaar aan een hogeschool of 3 jaar aan een universiteit. Voor een bacheloropleiding aan de hogeschool heeft u minimaal een mbo- of havodiploma nodig. Voor een bacheloropleiding aan de universiteit heeft u een diploma vwo nodig of een hbo-propedeuse (60 studiepunten).
na een masteropleiding of een postinitiële opleiding: Master (M); na een masteropleiding op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving of techniek: ingenieur (ir.); na een masteropleiding op het gebied van het recht: meester (mr.); na alle overige masteropleidingen: doctorandus (drs.).
Heden ten dage kan adeldom alleen aan een Nederlander verleend worden door erkenning, verheffing, inlijving of bij naamwijziging. Adeldom in Nederland vererft langs mannelijke lijn, waarbij het predicaat of titel is verbonden aan de geslachtsnaam van de vader.
Sinds de afscheiding van België in 1830 komt er slechts één markies voor onder de adellijke families in Nederland: de Earl of Clancarty uit het Engelse geslacht Le Poer Trench, die de Nederlandse adellijke titel 'Markies van Heusden' voert. De koning(in) van Nederland is markies of markiezin van Veere en Vlissingen.
Ridders leefden in kastelen. In zo'n kasteel moesten de bewoners veilig zijn tegen aanvallen van eventuele vijanden. Een kasteel werd gebouwd op een plek die moeilijk te bereiken was, bijvoorbeeld op een berg. In een kasteel woonden koningen, baronnen, ridders, bedienden en ander personeel.
Inuit is de naam waarmee de Eskimo's van Groenland en Canada zichzelf aanduiden. Het woord inuit is het meervoud van inuk, dat mens of echte mens betekent in het Inuktitut.
Een iglo is een hut die is opgetrokken van sneeuwblokken. Het woord betekent huis in het inuktitut, de taal van de Inuit.
Alhoewel de Canadese Eskimo's zelf liever met hun eigen woord inuit (mensen) zouden worden aangeduid, de Groenlandse Eskimo's, die gebruikelijk ook tot de Inuit worden gerekend, zichzelf de kalaallit noemen en de aanzienlijke minderheid in Alaska en het noordoosten van het Russische Verre Oosten zichzelf yupik noemt, ...