Welke dikte je nodig hebt is afhankelijk waarmee je een tekening of schets wilt maken. Voor het maken van schetsen met zachte potloden (B-potloden) of houtskool kun je volstaan met 120 grams papier. Voor het werken met harde potloden (H-potloden), grafiet stiften en oostindische-inkt gebruik je 170 grams papier.
Je kan tekenpapier gebruiken voor droge media, zoals grafiet, houtskool, conté, pastelpotloden en kleurpotloden. Voor het werken met pastel- en kleurpotloden bevelen wij uitsluitend tekenpapier aan i.p.v. schetspapier. Je krijgt met tekenpapier diepere kleuren dankzij de diepere korrel van tekenpapier.
Gebruik je te grof papier, dan vallen de mooie details in je tekening weg. Het ideale tekenpapier voor kleurpotloden en schetsen heeft een fijne of gemiddelde textuur. Onze favoriet is het Canson Illustration papier. Het is lekker dik, ideaal voor gelaagde tekeningen met mooie kleurpotloden.
Schetspapier is een soort papier dat geschikt is voor al uw ontwerpen en schetsen. Het is dus vooral bedoeld om op te oefenen, te experimenteren en voorontwerpen te maken. Schetspapier is vaak iets lichter dan tekenpapier.
Het papier
Zelf gebruik ik al jaren Canson 1557, 180 grams papier. Dit papier is vrij dik en iets getextureerd. Het zit een beetje tussen ruw en glad in.
Faber Castell Polychromos kleurpotloden
De reviews online zijn lovend, waaruit blijkt dat de kwaliteit van de potloden de prijs zeker waard is. De potloden houden soepel vast, geven veel kleur af en de kleur is mooi en helder. Je hebt de keuze uit 120 kleuren die je ook nog eens gemakkelijk kunt mengen.
De bekendste potloden op oliebasis zijn de Faber Castell Polychromos. Deze potloden bevatten veel pigment, dekken goed en zijn makkelijk te blenden. De kern van de Polychromos is harder dan het gemiddelde potlood, maar is niet té hard. Doordat de punt lang scherp blijft gaan ze ook nog eens heel lang mee!
Standaard A4 papier is leverbaar van 60 gram tot ongeveer 300 gram. Voor de meeste printers is 250 gram wel het maximum, maar het meest verkochte kopieerpapier is 80 gram. Dit wordt door de meeste printers goed opgenomen en valt perfect in de standaard instellingen van je printer.
Wij hebben drie soorten houtskool om mee te tekenen, namelijk staafjes houtskool, Siberisch krijt en houtskoolpotloden. We hebben Houtskool staafjes. Die zijn verschillende diktes verkrijgbaar, van 2-3 mm tot wel 15 mm doorsnede. De meeste kunstsnaren gebruiken de staafjes van 4 tot 7 mm dikte.
Ik gebruik een doezelaar verder net als een potlood. Druk je er hard op dan wordt de laag die je doezelt donkerder en natuurlijk lichter als je niet hard drukt. Maar het mooiste is als je laag voor laag tekent. Dus eerst een potlood laag, dan doezelen en dan de volgende potlood laag eroverheen.
Zacht pastelkrijt is uitermate geschikt voor allerlei mengtechnieken. Je kunt het aanbrengen op plakkaat- en waterverf, niet te dikke lagen acryl- of zelfs oliekleuren. Ze zijn goed te combineren met houtskool of inkt. Met een vochtig penseel kun je zacht pastelkrijt ook als aquarelproduct toepassen.
Houd het houtskool losjes vast en een beetje aan het uiteinde. Zo kan je losse en lichte lijnen zetten die ook weer gemakkelijk uit te gummen zijn. Laat alle lijnen staan totdat de hele omlijning klaar is. Als je tevreden bent kan je de 'foute' lijnen voorzichtig uitgummen, zodat je een nette schets overhoudt.
Zelfs inkt kun je weer “uitgummen” – met de juiste vlakgom
Bijzonder eenvoudig kun je grafiet van potloden uitgummen. Ook bij houtskool lukt dit behoorlijk goed. Maar met de juiste gum kun je zelfs inkt uitgummen.
Er zijn spuitbussen speciaal voor pastel, speciaal voor houtskool, maar ook spuitbussen die universeel zijn. Je hoort vaak dat je een houtskooltekening kunt fixeren met haarlak. Wanneer je je werk met haarlak inspuit, blijft je krijt of houtskool welliswaar netjes op je papier zitten.
De dikte van printpapier voor speciaal gebruik
Hoe hoger de gramsaanduiding hoe steviger het papier is. Papier tot een dikte van ongeveer 180 gram noemen wij printpapier, hierna hebben we te maken met karton.
G/m² (gram per m²) is de standaard term om te bepalen hoe dik & zwaar papier is. Kies je voor een 300 g/m². wordt hiermee bedoelt dat 1m2 300 gram weegt, een A4 vel op deze dikte weegt dan 18.71 gram. Door te spelen met een dik of dun papier en papiersoort kun je het document een geheel eigen touch geven.
De verhouding tussen de dikte van het papier, uitgedrukt in micron (= 0,001 mm), en het gramgewicht (g/m²) wordt 'opdikking' genoemd. Bijvoorbeeld: een 90 grams papiersoort met een dikte van 198 micron heeft een opdikking van 198 : 90 = 2,2.
Wil je printen op stevig karton dan heb je snel een grams gewicht nodig van 200 gr/m2. Dit staat op het pak papier vermeld. Sommige professionele grafische printers voor dik papier kunnen tot wel 400 gr/m2 materiaal printen. De kwaliteit van het papier bepaalt hoe stevig het aanvoelt.
Wat is verschil tussen kopieerpapier en printpapier? Eigenlijk is er geen verschil in kopieer- en printpapier.
Professionele fotoprinters
Met een pro printer kun je afdrukken maken op wat dikker fotopapier en kun je printen op een grotere formaten zoals A3, A3+ of zelfs A2. Een professionele printer is voorzien van meerdere kleuren cartridges. Hierdoor krijg je zeer gedetailleerde en kleurechte prints.
Welk potlood is makkelijk uit te gummen? Grafiet uit zachte potloden is een stuk makkelijker uit te gummen dan grafiet uit de harde variant. Gummen zijn niet alleen handig om potlood te verwijderen, u gebruikt ze ook om highlights in uw tekening aan te brengen.
Wanneer je de punt van een gewoon kleurpotlood nat maakt, dan is zo'n effect eigenlijk niet aanwezig. Versimpeld gezegd: aquarelpotloden laten je zo kleuren, dat het lijkt alsof je aan het schilderen bent met waterverf. En dan zonder de penselen en de verf natuurlijk.