Alle onkruiden met een penwortel zoals distels, biggenkruid, ridderzuring en heermoes (paardenstaart) wijzen op een slechte bodemstructuur. Zorg ervoor dat je de bodem bijvoorbeeld belucht met een woelvork (grelinette) of een riek en daarna jaarlijks voorziet van compost en voedingsstoffen.
Onkruid verklapt van alles
Onkruid vertelt vaak veel over de plek waar het groeit, het is een indicator voor bijvoorbeeld zure grond, bewerkte grond of kalkarme grond. Zo groeien paardenbloemen vaak op plekken waar de volle zon komt en gedijen brandnetels en zevenblad veelal goed op voedselrijke grond.
Paardenbloemen zijn indicatoren voor een calciumtekort in de bovenste laag van de bodem. Ze halen met hun lange penwortels calcium naar boven en slaan dit op in de bovengrondse delen.
Heermoes is een signaalplant voor arme gronden. Hoe het met de bodem gesteld is, kan je afleiden aan welke onkruiden erop groeien. Heermoes groeit op arme gronden. Wanneer je heermoes in je tuin hebt, dan heeft uw grond tekorten.
Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) wordt tot de meest invasieve exoten gerekend. Is de plant eenmaal gevestigd, dan is hij zeer moeilijk weer weg te krijgen.
Boomschors of houtsnippers zijn voorbeelden van goede bodembedekkers. Doordat de schors of houtsnippers het zonlicht ervan weerhouden om tot de bodem door te dringen, kan er geen onkruid meer groeien. Uw tuin blijft mooi, zonder dat u uren kwijt bent met onkruid wieden.
Bijen, vlinders, torren, mieren en allerlei andere bodemdiertjes gebruiken het onkruid als schuilplaats, om hun eitjes op te leggen en ze eten ervan. En hoe meer onkruid, hoe meer insecten. En hoe meer insecten, hoe meer vogels dat weer aantrekt! Onkruid is dus goed voor de biodiversiteit.
Zevenblad bevat caroteen, kalium, calcium, magnesium en kiezelzuur. Door de bladeren iedere paar weken te plukken put je de wortels uit en verdwijnt de plant uiteindelijk. Door het blad op de grond te laten leggen verbeter je de bodem. Wijst op een verdichte grond die zeer voedselrijk is en veel stikstof bevat.
Het voorkomen van zuring, varkensgras, weegbree en paardenstaarten (heermoes) wijst ook op zure grond. Het voorkomen van paardestaarten duidt trouwens ook op een slecht doorlatende bodem. Indien u veel klein kruiskruid of vogelmuur in uw tuin heeft kunt u blij zijn: u heeft vruchtbare grond!
Silicum staat bekend als opbouwende stof die de vorming van collageen stimuleert. Het lichaam heeft deze stoffen nodig voor de vorming van botten, nagels, haren en kraakbeen. Het drinken van heermoesthee wordt aangeraden bij osteoporose, botontkalking en bij het herstellen na een botbreuk.
Paardenbloem belangrijk voor weidevogels
In de tuin, in plantsoenen en weilanden, overal wordt de paardenbloem uitgetrokken, weggemaaid of bestreden. Dat zorgt ervoor dat de soort achteruitgaat. Meer dan tachtig procent van de soorten, en daarbij dus ook de biodiversiteit, is verdwenen.
Typisch voor hondsdraf is de spreidende groeiwijze, de plant kruipt over de bodem en wortelt vanuit de knopen ondiep in de bodem. Op die manier wordt het licht optimaal opgevangen.
Vlinderbloemige planten, zoals klaver, bonen, erwten, luzerne en lathyrus, kunnen stikstof uit de lucht halen. Daardoor kunnen ze goed groeien waar andere planten een tekort aan stikstof hebben. In je moestuin hoef je peulvruchten geen stikstofrijke bemesting te geven – geen stalmest, wel bv. wat compost.
De plakkerige plantjes die we ook kennen als kleefkruid wijzen op een grond met veel stikstof. Stikstof hoeft niet per se slecht te zijn, aangezien dat één van de bouwstenen van een plant is. Te veel stikstof kan leiden tot grote, slungelige planten.
De wilde bloemen, wat wij vaak onkruiden noemen, zeggen dus iets over je bodem: de grondstructuur, de Ph of zuurtegraad van de grond, het stikstofgehalte van de bodem of de waterhuishouding (droog-vochtige grond)., geven je belangrijke informatie over de kwaliteit van je bodem en bodemstructuur.
Voor een gezonde bodem is de juiste zuurtegraad belangrijk, tussen 5.5 en 7. Is je grond te zuur (tot 5), dan krijg je overlast van schimmels, mijten en springstaarten. Is je grond te basisch (vanaf 7)? Dan overheersen bacteriën en regenwormen en duizendpoten.
Maak de bodem gezond en vruchtbaar door er compost of organische mest door te scheppen. Gebruik niet te veel mest: dan worden planten juist slap en kwetsbaar. Bemest je (sier)tuin alleen in het voorjaar, als alles weer gaat groeien en bloeien. Een gazon heeft twee keer per jaar bemesting nodig.
Je kunt de bodem verbeteren door de eerste 20 centimeter tuingrond eenmalig goed los te maken door te spitten en daarna hoogwaardige compost in de bovenste grondlaag aan te brengen. Daarna doet de natuur de rest. Gebruik geen GFT compost of andere, vaak goedkope of gratis af te halen, compostsoorten.
Is er weinig zevenblad in de tuin gebruik dan een vorkje of een riek en haal zorgvuldig alle wortels uit de grond. Een rigoureuze oplossing is de grond afdekken met zwart folie. Omdat het zevenblad geen licht meer krijgt sterft de plant af. Dit kan wel twee jaar duren.
Je kunt eenvoudig testen met welke grondsoort je te maken hebt. Doe hiervoor wat van jouw grond in een glas, vul aan met schoon leidingwater, schud dit even flink en laat het dan ongeveer tien minuten staan. Op basis van wat er in het glas gebeurt, kun je vaststellen met wat voor soort bodem je te maken hebt.
Onkruiden kunnen, wanneer ze in grote aantallen verschijnen, voor veel schade zorgen aan je tuin. Schadelijke bacteriën en schimmels vestigen zich in onkruid. Hierdoor loop je het gevaar dat de (gras)plant ziektes oploopt. Heb je onkruid in het gazon, dan kun je daar beter meteen wat aan doen.